Zij leefde niet, zij dobberde.
Ze dobberde op de klanken van haar gevoel. Dobberde op de golven van tranen die nooit kwamen. Dobberde door huis, van kamer naar kamer, door de gangen en weer terug. Dobberde de avond in; klein, eenzaam, koud en stil.
woensdag 14 augustus 2002 - 20:30
Gisteren nog gezien: "Niet meer over tobben, dobbe dobbe dobbe, dobbedobbedobbedoen" (van ons aller Jasperien)
odette (URL) - 14 augustus 2002 - 22:30