Voor Henk
Uit Biologie voor jou 6V (voor de alpha's onder u: niet schrikken, gewoon stukkie scrollen):
Bij hoenders wordt de kleur van het verenkleed bepaald door twee genenparen, die onafhankelijk van elkaar overerven. Het dominante allel R veroorzaakt een gekleurd verenkleed. Het recessieve allel r veroorzaakt een wit verenkleed. Het dominante allel Q veroorzaakt blokkering van de werking van allel R. Het verenkleed wordt dan weer wit. Het recessieve allel q veroorzaakt geen blokkering.Heel af en toe, ik schrik er zelf van, denk ik op een iets minder oppervlakkig niveau dan mijn stukjes hier.
Zo had ik het laatst met mijn moeder over geloof enzo. Ik ben zelf niet gelovig, maar ben er wel in geïnteresseerd.
Ik had net mijn moeder geholpen met een biologie-opgave met hierboven geciteerde inleiding, en ik vond dat een mooi principe. En vond dat dat in zekere (omgekeerde) zin ook voor geloof gold. Maar dan zonder het genetische aspect.
De mens heeft, hetzij door aanleg, hetzij door opvoeding, hetzij door andere factoren, op een bepaald moment in zijn of haar leven een bepaald 'pakket' aan kwaliteiten. Kracht, liefde, medeleven, doorzettingsvermogen and so on. De ene mens doet daar überhaupt niets mee. De ander doet daar van zichzelf veel mee. En weer een ander heeft de potentie er iets mee te doen, maar kan dat niet. Die heeft iets nodig om dat reeds aanwezige los te maken.
En dan komt het geloof om de hoek kijken. Er volgt voor mijn part een EO-achtige bekering. Maar pas met dat geloof erbij wordt de potentie aangesproken. Kan worden geconcretiseerd.
Mind you: ik zeg dus beslist niet dat ieder mens een geloof, laat staan een christelijk geloof, nodig heeft om werkelijk 'tot zichzelf' te komen (hoewel in elk geval een geloof in zichzelf toch niet overbodig is). Ik denk alleen niet dat genoemde EO-tafereeltjes een toevoeging tonen; alleen een aanspreken, kataliseren voor mijn part, van iets wat al in de basis aanwezig is.
En in het algemeen, los van geloof, zou je kunnen zeggen dat bepaalde aanwezige kwaliteiten pas tot hun recht komen als er een extra, stimulerende factor aanwezig is. En soms zijn er aan die factor ook nog voorwaarden verbonden; hence mijn toevoeging van 'recessief', in het eerdere stukje hierover.
Disclaimer: De vergelijking is zo lek als een mandje. Was op het moment van uitspreken binnen het specifieke gesprek zuiver illustratief bedoeld. En is door mij gelogd als herinnering aan dat gesprek, niet als conclusie ervan.