Privé
Mensen zonder moraal moet je koesteren. Ze kunnen altijd nog van pas komen.
Op woensdagavond zat er bij mij in het sportgroepje een vrouw met wie ik het goed kon vinden.
Ze was vrolijk en geestig. Ze was net als ik relatief kort bezig met sporten; ze had er net zo'n hekel aan als ik en we konden daar samen heerlijk over klagen. We hadden net zo'n beroerde conditie, met het verschil dat zij midden vijftig was, net genezen van kanker, en niet meer in bezit van rechterborst inclusief spier (dat u meteen een idee hebt van mijn belabberde conditie..).
Voor ons allebei was sporten bittere noodzaak: ik moet sporten om mijn hele spiersysteem te verstevigen, in verband met een bindweefsel-/gewrichtskapselaandoening; zij moest sporten om haar lichaam in vorm te krijgen voor een nogal zware borstherstellende operatie.
Die operatie zou begin februari plaatsvinden en afgelopen woensdag zou dus haar laatste dag zijn.
En ik had me hevig voorgenomen gedag te zeggen, sterkte te wensen, heel heel veel succes en tot over een maand of twee.
Blijkt dat het woensdag stormde en sneeuwde en ik bovendien één grote bal van humeurigheid en moeheid was.
Geen sport voor Puck, maar wat dan te doen met mijn 'sportmaatje'?
Ik had namelijk geen adres. Om heel eerlijk te zijn niet eens een naam.
Dat is het vreemde van een sportschool.
Compleet stoned van het trainen en bovendien in de vaste overtuiging dat je laatste uur geslagen is (en het dus toch allemaal niet meer uitmaakt) deel je lief en leed met degene op het martelwerktuig naast je.
Om er vervolgens, als je wakker wordt en nog in leven blijkt, achter te komen dat je geen flauw idee hebt hoe die ander eigenlijk heet.
Wat ik wel wist, vaag onthouden van één keer noemen, was dat ze ongeveer een vergelijkbare naam had als één van de instructrices.
Maar dan waren er nog legio mogelijkheden. Want de meest waarschijnlijke naam heeft een stuk of tien spellingsvariaties.
(Het wordt hoog tijd dat namen als Jan Piet Klaas en Els weer in zwang komen)
Vanochtend naar de baas van het zootje.
"Dag mijnheer, ik heb een vraag.
Er is een vrouw, die traint alleen woensdagavond, en die is woensdag voor het laatst geweest omdat ze naar het ziekenhuis moet. Nou wou ik zo graag een kaartje sturen, maar ik weet alleen dat ze vermoedelijk J. heet.
Kunt u helpen?"
Mijn idee was eigenlijk dat die mijnheer mijn J zou vinden, en dat ik dan zou smeken of hij mijn kaartje aan haar kon sturen.
In plaats daarvan struinde Mijnheer drie weken database af.
J. bleek zelf ook niet te zijn geweest, afgelopen week. Noch de week ervoor.
Maar de week dáárvoor had hij haar. Map met inschrijvingen er zelfs bijgepakt om te verifiëren of het de goede was.
Waarna hij een papiertje pakte, al haar gegevens opschreef en het vlotweg aan mij gaf.
Zodat ik nu op mijn gemakje stapels brieven kan gaan schrijven, mocht ik dat willen.
Vandaar: mensen zonder moraal moet je koesteren.
Je moet ze alleen niet in je vriendenkring toelaten. Dat zou dan weer dom zijn.
vrijdag 30 januari 2004 - 15:43
en wat als een onverlaat plotseling naar mevrouw P gaat vragen?
Liesan - 31 januari 2004 - 07:46