zaterdag 07 februari 2004 - 20:33
Mam, ik heb een vraag. Het is heel ingewikkeld. Kannie?
- Jawel...
Het gaat over Jezus.
- Puck, voor alles is een tijd en een plaats. Maar ik geloof niet dat dit het moment voor Jezus is.
Jawel, het is juist nu zeer relevant! Jezus werd ook genageld.
De bewoner vóór mijn moeder had een spijkerfetish.
Althans: zo vertelde ons zijn houtwerk.
Overal zaten spijkers. En schroeven. En haakjes.
Onderaan deurposten, waar echt helemaal niets op te hangen of bevestigen valt, zaten spijkers.
Willekeurig op de grond zaten spijkers.
In plinten, aan de binnenkant van raamwerk: schroeven. Scheefgedraaid en verroest, bij voorkeur.
Buiten op de vensterbank stonden twee plantenbakken. Toen we ze dachten te kunnen optillen bleken ze vast te zitten. Aan de onderkant: met zijn tweeën op één lange lat. En aan de muur. De totaal weggeroeste schroefkoppen diep in de aarde.
We moesten de bakken leegscheppen, ze vervolgens losbreken van de muur om uiteindelijk de schroeven met een klauwhamer uit het steen te kunnen trekken. Uitschroeven was uitgesloten.
Op de keukendeur vonden we een stuk spaanplaat, netjes vastgetimmerd met een spijkertje of veertig. Precies over het ventilatierooster heen. Beetje vreemd, dat moest er maar gewoon uit.
Na enig wrikwerk kwam niet de achterkant van het rooster vrij, maar een enorm gat in de deur (waarvan aan de andere kant niets te zien was geweest). Alsof een beverfamilie er een stevige beet in had gezet.
Methode Pieterse, noemen we sindsdien de gewoonte om kwalijke zaken nonchalant weg te timmeren.
De vorige bewoner heette Pieterse.
En dan was er nog de vloer.
De volledige oppervlakte van alle kamers en het halletje is bedekt met hardboard. Vermoedelijk om de boel - oorspronkelijk houten planken - te egaliseren en klaar te maken voor tapijt of andere bekleding; maar het geheel was zo smerig en lag bovendien zo onpraktisch tegen de plinten dat we besloten het eraf te halen. Te beginnen bij de toekomstige slaapkamer.
Vier bij vier meter; elke tien centimeter een spijkertje. Rekent u zelf maar na.
Dus daar zaten we: beetje sjorren aan het hardboard, oud en vermolmd hardboard van de spijkertjes af, en vervolgens op de knieen over de planken vloer met een nijptang.
Leuk afwisselend werk, maar een beetje Jezus was wat mij betreft toch welkom.
Weken lang speculeren we al over die planken vloer. Hoe die eruit zal zien. Wat dáár weer onder zal zitten.
De electricien speculeerde mee, en sprak over een kruipruimte. Dat zou handig zijn, mijmerde hij. Maar hij zou het nooit te weten komen, want dan moest hij de vloer slopen en dat mocht hij niet van zijn baas.
Maar als u hem heeft: veel plezier ermee.
Niks plezier.
Mijn moeder had goed geluisterd naar vriend Stoethaspel, en haar zenuwen nog veel beter.
Stoet had tevreden het woord 'lijken' laten vallen, en in gedachten zag mijn moeder die lijken al liggen. Erg plat, maar erg aanwezig. En een kruipruimte met nog meer lijken zag ze al helemaal niet zitten.
Ik wel.
Ik had wel zin in kruipruimte; het leek me, net als de electricien, een bijzonder handig principe en daarbij: de zenuwen van mijn moeder maken de avontuurlijke geest in mijn wakker.
En zo waren wij al weken goed voorbereid op het ergste. Zij vol angst en beven, ik vol verwachting.
Goed voorbereid en immer klaar voor het moment suprème - tot Jezus kwam.
Want net op het moment dat ik 's mans naam in de conversatie dropte, schoten mèt een plakkaat hardboard twee grote vloerplanken los. Een enorm, zeer duister en diep, gat prijsgevend.
Moeder totaal in paniek. Ik stiekem ook, natuurlijk. Die avontuurlijke geest is wel iets wat je standby moet hebben, dat laat zich niet zomaar oproepen.
Maar ik bleef cool en nonchalant. Tuurlijk. En ik scheen met onze mooie Blokker-reuzezaklamp (toen maar 5,95!) in het gat.
...
Nu verwacht u een hoogtepunt, een wending, iets geweldigs.
Dat was er eigenlijk niet.
Dat is het ellendige van non-functionele angst: dat bouwt zich op en op en op - tot het allemaal weer heel saai wegloopt.
Er was niets te zien.
Ja: rotzooi. Heel veel troep en stof en afval. Een los stuk afvoer. Losse stukken cement.
Maar verder niks. Geen lijk. Geen dooie beesten. Geen geheime kistjes met dagboeken en juwelen.
Alleen maar vies en saai.
Mijn hoop is nu gevestigd op de voorkamer.
Daar zit een hoek, en die ruikt. Naar parfum. Bij vlagen, heel sterk, zoete bedwelmende parfumlucht.
Ik vermoed de geest van een diva, een lijk dat zich nog elke nacht opmaakt en uitdost.
Ik verheug me nu al.
Nummer van de ghostbusters hebben? Ik heb het vast nog wel ergens rondslingeren. Goedkoper is overigens gedroogde salie branden. Dat jaagt alles weg. Inclusief de wegjager. :)
Sinister () (URL) - 07 februari 2004 - 21:58
Al met al is de ingewikkelde en relevante vraag over Jezus ergens ondergedoken zo te zien.
Salie wordt inderdaad gebruikt om de sfeer van de omgeving te zuiveren... NIET gebruiken dus als je zuinig wilt zijn op je spoken!
Pieke (URL) - 07 februari 2004 - 23:08
En vanavond zeker Indiana Jones kijken, om het nog avontuurlijker te maken
sas (URL) - 08 februari 2004 - 13:47
Ik ben blij dat ik een bijdrage heb kunnen leveren aan deze koelbloedigheid uwerzijds.
Wat ik me nog wel afvraag is of de geur die uit jullie kruipruimte komt niet toevallig de geur van lang geleden geplukte madeliefjes is, toevalligerwijs...
stoethaspel - 08 februari 2004 - 16:31
Die Jezusvraag.. Hield dat soms verband met vroege Christenen en catacomben?
carin (URL) - 08 februari 2004 - 20:43
Pinnig vrouwtje, die vorige bewoonster!
Leuk stukje! :D
Mrx () - 08 februari 2004 - 21:38