Ik ben dus een beetje ziek.
Niet ernstig, het mag geen naam hebben, sinds ik eergisteren Het Boek heb gelezen is het sowieso nog moeilijk van 'ziek' te spreken zolang je niet officieel stervende bent, maar ik voel me knap beroerd.
Ik doezel wat en suf wat, ik luister naar de vogeltjes, huil en brul en lach en stil.
Af en toe werk ik, af en toe ben ik actief, om evenzo snel en onverwacht weer compleet in elkaar te zakken.
U heeft allen nog wat van me tegoed.
Mail, of telefoon, een cd, een layout, of gewoon wat persoonlijke aandacht. En ja, mama, eerst de was. Ik weet dat de was vóór alles gaat. Heus.
Het is niet dat ik u ben vergeten, of dat ik geen zin in u heb.
Integendeel: u bent de tussendoortjes waarnaar ik verlang, die het omgevende
Maar het is niet te zeggen wanneer, hoe lang, hoe snel, hoe goed.
Heb geduld.
Ik heb het niet, dus er is nog over.