Sporen (2)
‘Zeg, wat is er eigenlijk in de gang gebeurd? Een heel spoor. Het loopt hier.. en hier... en het heeft zich hier opgelost.’
Hij wijst naar de muur. En kijkt heel, heel slim en verlegen tegelijk; in zijn ogen de suggestie van een groot spannend Iets, dat blijkbaar zwarte strepen op het tapijt achterlaat, en in betonnen muren kan verdwijnen.
Mijn vader is eigenlijk vrij aandoenlijk als hij denkt grappig te zijn.