Wie de schoen past
Van het kaki-jack sloeg ik acuut grijsgroen uit. Lichtgevend grijsgroen, dus erg gecamoufleerd was ik niet. Ik wist meteen weer waarom ik nooit groen draag. Of grijs.
‘'t Is jammer, 't is een mooi ding.’
Ja, jammer... mooi....
Mijn vader keek dromerig naar de jas. Liefde op het eerste gezicht.
‘Wil jij hem hebben? Hier, pas maar.’
Nee, niet nu, ik ben nu erg dik.
En dan maakt hij zich nog zorgen dat het een damesjack is..