Mensen vragen me weleens: 'Puck, wat is toch die liturgie die je steeds noemt?'
Dat zal ik u vertellen.
In Den Haag zit een fijne instelling die Mensen Met Een Psychiatrische Achtergrond een dagbesteding geeft. Anders dan therapie, dat is.
Gezellig samen koffiedrinken of handwerken of basketballen.
Of Arbeid.
Kaarsenmaken, vogelhuisjes bouwen, Assemblage&Emballage. De volgende keer dat u een Sorbo-sponsje uit zijn verpakking haalt, denk dan eens aan de Gekken van Den Haag.
Afijn.
Deze instelling heeft ook een afdeling voor licht administratief werk, en daar kwam ik in mei 2002 terecht. Ik zou liturgieboekjes gaan samenstellen, voor twee oecumenische Haagse kerken.
Zo gezegd, zo gedaan, tot op heden.
In het begin had ik een begeleider, dat was ik alweer vergeten; tegenwoordig werk ik geheel zelfstandig. So knap.
Ik krijg elke week twee stapels papier, van twee voorgangers (er zijn een stuk of twaalf elkaar afwisselende voorgangers, een janboel van katholiek, hervormd, gereformeerd en ongeschoold - dat we ons vooral niet teveel hechten), met gebeden en lezingen en liedekes.
Ik moet dat alles netjes in Publisher zetten - of nee.
Hier komt de complicatie.
Het is de bedoeling dat ik de kopjes in Publisher zet:
Woord van WelkomEtc.
Aansteken van de Paaskaars
Gebed
Onder 'gebed' laat ik dan een heel stuk open, net als onder 'Zingen: Gezang 89' of Eerste Lezing: Lucas 10: 2537. Als ik klaar ben met de kopjes print ik het gatenkaas-documentje uit.
Ik pak mijn schaartje en mijn prittstift, ik knip het Gebed en Gezang 89 en Lucas 10 vers 25 tm 37 uit de aangeleverde papieren en plak ze in de opengelaten gaten.
Mijn collage haal ik door de copieermachine, en voilą: wij hebben een boekje.
Hier kwam mijn perfectionisme in opstand.
Behalve dat dit hobbiėren een snertklus is, heb je nooit precies het goede formaat gat overgelaten. Liedjes zwemmen, lezingen komen in de verdrukking. En er is altijd een lettertype-afwijking. Heel frustrerend, heel slordig allemaal.
Dus op een goede dag begon ik de gebeden uit te typen.
Het mocht niet, uittypen, in verband met fout-gevoeligheid. Maar gebeden waren korte dingetjes, daar kon niet zo veel mee fout gaan.
Toen kwam ik erachter dat veel lezingen gewoon online staan. De hele NBG-vertaling, sowieso, en ook veel van de moderne troep. Je googlet gewoon op een zin als "Meester wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?" en zie daar.
Het hele liedboek der kerken, inclusief psalmen, stond ook online (die zijn op een gegeven moment weggehaald en net op tijd door mij in veiligheid gebracht en lokaal opgeslagen), dus het uitschrijven der liedteksten was de volgende stap.
Tot dat moment deed ik al mijn werk nog op de werklokatie. Ik ging er twee keer per week heen, typte me een paar uur suf en leverde mijn werk af.
Maar na een jaar stortte ik een beetje in. Ik weet niet meer waarom, ik stort zo vaak in, maar in dit geval had het een vrij grote impact op mijn werk.
Ik durfde er niet meer heen, namelijk.
Ik bleef elke keer maar heel even, typte een beetje, raffelde af, copieėrde alle aangeleverde en op dat moment aanwezige liturgiegegevens en nam die mee naar huis. En werkte daar.
Hoe meer ik thuis werkte, hoe uitgebreider en grondiger ik het werk deed. Tot op het punt dat ik het programma Sibelius downloadde en ook een deel van de bladmuziek van de liederen ging uittypen. Omdat digitale plaatjes van liederen zoveel makkelijker zijn in te voegen dan het handmatig plakwerk.
Dat ging het afgelopen jaar zo door.
Ik ben nog steeds te opgefokt om uren op lokatie te werken, thuis werk ik rustiger, thuis heb ik mijn lijstje bookmarks van fijne kunstsites met theologisch verantwoorde plaatjes.
Och och, het zijn ware meesterwerkjes, mijn liturgieėn. Een uur of tien werk, per stuk, dat wel.
Inmiddels was mijn directe bazin met zwangerschapsverlof gegaan, en vervangen door een engel van een dame die mijn werk nooit had gedaan, en geen idee had wat het precies inhield. En dus ook niet doorhad hoe ik de boel liep te flessen.
K., de zwangere, zou het meteen zijn opgevallen dat het niet helemaal klopte dat ik gemiddeld een half uur per week aanwezig was maar elke keer twee boekjes afleverde. L. dacht alleen: 'die Puck is lekker vlot klaar'.
Dacht.
Tot deze week.
Tot deze week heb ik nog nooit een boekje gemist. Ik ben weleens ontzettend laat geweest, op het nippertje, maar ik heb nog nooit mijn werk uit handen hoeven geven.
Deze week was ik zo duizelig en misselijk dat ik niet zonder vallen en kokhalzen naar de het eind van de gang kon wandelen, laat staan naar mijn werk kon gaan.
En dus moest ik mijn werk overdragen.
L. heeft het gedaan.
Ik kreeg een mailtje van haar, gisteravond.
"Hoi Puck,
Gaat het al wat beter met je?
Heb vandaag met S. de 2 liturgien van as zondag gemaakt,
dat viel niet mee kan ik zeggen, volgende keer kom ik maar eens naast je zitten
om te kijken hoe het werkt want dit kan eigenlijk niet, er moet eigenlijk een
back up zijn zodat iemand jou kan vervangen als je ziek bent."
Kut.
Ik vrees dat het tijd wordt voor wat openheid van zaken, en een drastische ommekeer in werkstijl..