Beste C,
enige jaren geleden - om precies te zijn tussen 24 en 26 februari 2002 - hadden wij een verhitte discussie over mijn echtheid. Die trok jij, kort samengevat, in twijfel. Het was naar aanleiding van dit postje (nummer 666, zie ik nu: hoe veelzeggend). Een postje dat ik plagerig bedoeld had; opjuttend, misschien bewust verwarrend. Maar waarop ik zeker geen instemmende reactie had verwacht.
Het was een interessante discussie, waarin ik mezelf stomverbaasd zag. Werkelijk perplex.
Jij zei onder andere, en ik citeer (neem me de indiscretie niet kwalijk):
waarom zou puck's podium niet het verzinsel zijn van één of andere schrijver? waaruit moet ik als lezer halen dat puck echt is? ik weet na een half jaar nog steeds 'niets' van puck...
Jij, en vele anderen, wist meer van me dan 15 jaar klasgenoten bij elkaar.
Ik heb meer op dit log gezegd dan ik ooit 'live' heb gezegd. Mijn log was mijn uitlaatklep, mijn dagboek.
Niet voor niets stortte mijn wereld in toen op een gegeven moment de eerste bekenden mijn log ontdekten. Het was voor mij een reden om te willen stoppen en de hele boel offline te halen. Nu nog wil ik er niet te lang bij stilstaan, wie me allemaal lezen en ook werkelijk kennen.
Lezers hier hebben me op alle mogelijke manieren gezien: van driftig tot zachtmoedig, van melig tot diepbedroefd, van springend van vreugde tot mateloos somber. Serieus-beschouwend of hak-op-de-tak.
Vage bekenden zien me alleen als vriendelijk, ernstig en gematigd. Intimi zien losse flarden, afhankelijk van de verhouding die ik met ze heb. Maar dit is de enige plaats waar alle facetten vroeg of laat worden getoond.
Vandaar dat ik geschokt en gekwetst was. Ik voelde me als mens ontkend. Mijn hele wezen werd in twijfel getrokken.
Van jou persoonlijk maakte me dat niet zo veel uit - ik kende je nauwelijks - maar wat was de implicatie hiervan? Zouden er mensen zijn die ik als vriend beschouwde, maar die mij intussen, net als jij, als onecht zagen?
Ik weet niet wat ik verder met deze twijfel heb gedaan. Ik heb alleen de mails nog; de eventuele inwendige nasleep ben ik vergeten.
We zijn nu drie jaar verder, en ik begrijp je wat beter.
Zo ben ik er inmiddels achter dat half Nederland ongeletterd is. Mede door de komst van de web-logs en andere wat meer laagdrempelige logmogelijkheden is er een evenwichtiger spreiding van schrijvend Nederland op internet te vinden. Online publiceren vraagt niet langer de nodige technische kennis en flink wat doorzettingsvermogen. Nu men zonder veel problemen zijn gedachten op internet kan gooien blijkt liefde voor taal eerder uitzondering dan regel te zijn.
Psychiatrische patienten in het algemeen zijn, los van hun persoonlijke problematiek, nogal eens hysterisch. Die hysterie gecombineerd met het niet zeldzame ontbreken van schrijftalent zorgt voor een tamelijk onleesbare brij. Als er dan iemand een enigszins samenhangend verhaal op internet zet en claimt fulltime gek te zijn, kan ik me voorstellen dat dat in twijfel wordt getrokken.
Toen ik hier een maand of twee geleden vertelde dat ik waarschijnlijk MS had, vroeg ik me af of jij nog meelas. En of je me nog steeds onecht vond.
Ik vond dat zelf namelijk steeds waarschijnlijker worden.
Iemand vertelt drie jaar lang over paniek en angst, meestal op zeer beheerste toon; over therapieën en gestichten, over eetstoornis en depressie. En alsof het allemaal nog niet dramatisch genoeg is zegt ze vervolgens dat ze een chronische neurologische aandoening heeft. Get real, girl.
Het is real. Mocht wel wat minder, eigenlijk.
Ik heb straatvrees en paniekaanvallen. Ik ben extreem afhankelijk van anderen en tegelijk een kluizenaar die zich liefst zo veel mogelijk afzondert en alle contact afhoudt.
Ik heb een zelfstandige actieradius van ongeveer een kilometer; met mijn moeder kom ik een kilometer of vijf, met anderen juist hoogstens 500 meter.
Als ik in paniek ben verander ik van een volwassen vrouw in een krijsende kleuter. Gillen, huilen, brullen. Liggend voor de huisdeur: 'laat me niet alleen, laat me niet alleen!'.
Ik eet nog steeds niet normaal. Dat ik mezelf niet meer beschadig is eerder uit praktische overwegingen dan omdat de behoefte is verdwenen. En regelmatig ben ik zo somber dat ik er liefst à la minute een einde aan zou maken, ware het niet dat ik ook daarvoor dan niet meer de fut heb.
En naast dit alles heb ik nu MS. Met een heftigheid die, als het in dit tempo doorgaat, me binnen een jaar in een rolstoel brengt.
Onwaarschijnlijk, maar waar.
Enige geruststelling voor jou, voor allen die mijn echtheid in twijfel trekken:
als ik een schrijver was had ik het allemaal heel anders aangepakt.
Dan had ik er een wat geordender verhaal van gemaakt. Wat meer Oprah-achtig, ook.
Ik had mezelf na een lange, zware strijd beter laten worden. Ik zou zelfstandig zijn geworden, op mezelf zijn gaan wonen en zijn gaan studeren. Ik had een bijbaantje gekregen en een vast vriendenclubje met wie ik uitging. En na mijn eerste vakantie zonder ouders, in het buitenland, was ik dan ziek geworden.
Het was een verhaal geworden van het type 'denk je dat je alles hebt gehad..'.
Voltooid tegenwoordige tijd.
Als schrijver had ik dit huidige allegaartje zó onwaarschijnlijk gevonden dat ik het als idee meteen terzijde had geschoven.
Uit de onechtheid kan je, therefore, afleiden dat het echt is.
Niettemin is het natuurlijk nog steeds je goed recht om me gewoon een schrijver te noemen.
Ik zou me gevleid voelen.
En als je een baantje voor me hebt houd ik me aanbevolen.
Hoop dat het je goed gaat.
Puck