Ik had een
Ik was in een sporthal, en ik tenniste. Gewoon, voor de lol. Beetje balletje slaan, niks serieus.
Maar er was geen lol.
Het racket was zo vreselijk zwaar, ik kon het nauwelijks tillen. Ik kon niet slaan, geen kracht zetten. En het lag ook niet goed in de hand. Als ik naar de greep keek zaten mijn vingers gewoon goed, maar het voelde anders; scheef. Alsof het handvat net een kwartslag gedraaid zat.
Ik sloeg maar en sloeg maar, uit alle macht, maar geen een bal was hard genoeg. En allemaal te laag.
Om me heen gingen steeds meer mensen staan. Ze waren daar om te helpen, maar ze stonden te dicht op me. Ik had helemaal geen ruimte meer om goed te zwaaien, het ging alleen maar slechter en alles ging pijn doen. Toen ik vroeg of ze me wat ruimte konden geven gingen ze plat liggen. Niet verder van me vandaan, maar me insluitend. Zo kon ik over ze heenslaan, was hun idee. Ruimte zat.
Er kwam een begeleider, een trainer of sportleraar ofzo, en die vroeg opgewekt: 'hoe gaat het hier, bij de ms-fanclub?'.
Ik werd heel boos, wanhopig, begon te huilen en rende weg, naar een ander zaaltje. Ik wilde gillen en smijten en stampen en slaan, maar zelfs dat lukte niet. Alom geblokkeerd.
In het andere zaaltje was iemand die me wel wilde helpen. Gewoon rustig, één op één. Eerst eens naar het vasthouden kijken..
Maar het was al te laat, ik wou niet meer; ik was te moe en had teveel pijn. Mooi geweest. Ik werd maar weer wakker.
Middagdutjes. Omdat ze zo heilzaam zijn en je een beetje oppeppen, zo halverwege de dag..