Bekend, bemind (+/- on-) [Opruiming (17)]
Ik mailde haar:
‘Ik zat in mijn Gesticht met een meisje, nou ja: vrouw. Geweldig mens, erg dol op.
Ze zei dat ze iets deed met toneel; althans: dat stond me zo bij. Iets achter de schermen.
Dus ik denk: even Googlen, misschien staat ze online.
Blijkt ze te zijn genomineerd voor een Oscar...’
Haar antwoord:
Ik kan daar nog steeds niet over uit.
De mensen die jij ontmoet.
Idioot gewoon.
Ik bedoel mijn actieradius is toch vele malen groter dan die van jou en ik ontmoet nooit 'iemand'.
Tussen de drafts, twee maanden eerder:
‘Het is gewoon niet eerlijk; jij komt nooit de deur uit, en dan ontmoet je toch al die mensen..!’
Aldus de verontwaardigde opmerking van vh-mijn-vrouw.
Ik moest terug, naar het revalidatiecentrum.
Ik had nog een kruk van de fysio, ik wou de verpleging bedanken, al mijn mede-patienten officieel gedag zeggen.
Maar ik zag er ontzettend tegenop.
Tegen de reis.
Ik ben nog steeds doodmoe, alles doet.. nou ja.. ráár. Niet eens uit te leggen; meer dat het lijf heel duidelijk niet normaal functioneert.
En ik zou iedereen onder ogen moeten komen. Zouden ze boos zijn, me laf vinden, me de les gaan lezen? Zou ik eindeloos aan iedereen moeten uitleggen wat er aan de hand is? Mezelf verdedigen, terwijl ik beslist niet alles zou willen vertellen?
Of zouden ze me niet eens meer de moeite waard vinden, me geen blik waardig keuren?
Ik liet twee liften aan me voorbijgaan. Wat in het RevaCentr een uitstel van een goed kwartier betekent.
Maar uiteindelijk moest ik toch echt naar boven.
In de lift keek ik recht in het gezicht van X. Althans, dat dacht ik.
Maar dat kon natuurlijk niet.
BN-ers horen in hun Bekende Setting - daarbuiten lijken ze gewoon niet te passen. Uit hun context gegrepen.
Ik staarde en staarde. Misschien was ik malende.
Zie je wel. Toch te zwaar, zo'n bezoekje.
Ik keek naar mijn moeder - zag zij het ook?
Nee. Het leek er niet op.
Tot ze voor zich uit mompelde: 'drie maagden..'
X. keek haar bevreemd aan.
'U bent toch ook een maagd?'
Ja..
Je zag de vraagtekens op zijn gezicht.
'Nee kijk, wij zijn allebei een maagd, en u ook, dus dan zijn we met drie!'
Logisch. In mijn moeders denkwereld tenminste. In de zijne duidelijk niet.
Onze verdieping, we stapten uit. X in complete verwarring achterlatend.
Een paar minuten later kwam hij terug. Hij had er ook uitgemoeten.
Ik keek mijn moeder beschuldigend aan. Dat moet je niet meer doen hoor, die arme man! Die kan zich al helemaal niet anoniem voortbewegen hier!
Ik deed mijn rondje. Kruk voor de fysio, grote pot drop voor de verpleging.
Iedereen was lief en juichend en aardig. Al mijn zorgen waren voor niets geweest.
D zei: Zoooo! Deserteur! - maar ook dat was zeer gemoedelijk.
Ik ging langs mijn oude kamer, bekeek de naambordjes op de deur. Wie lag er nu?
Eén van de vele druppels die de revalidatie-emmer uiteindelijk deden overlopen was De Kwestie Van De Kamergenoot.
Ik had een kamer gedeeld met Meneer A.
Meneer A. was alles wat ik had durven dromen in een kamergenoot. Hij was stil, rustig. Hij hoefde niet gewassen te worden, was niet 'actief ziek', op geen enkele manier nadrukkelijk aanwezig, in geur of geluid of aanzicht.
Hij snurkte, 's nachts. Maar als ik in mijn handen klapte stopte hij onmiddellijk, zonder wakker te worden.
Onze plastijden gingen gelijk op. Hij moest drie keer per nacht naar de wc, ik ook. Het was een vreemde, zwijgende knusheid.
We wisselden weinig woorden. We knikten elkaar toe. Bij het opstaan: môgge.. Bij het wisselen van therapieen: hoi.. tot later..
Hij zei nooit wat, maar als hij iets zei was het raak. Vanuit het niets zei hij eens aan tafel, over één van de stagaires 'Het Meisje Met Het Ontplofte Haar'.
Nou ja. You had to be there, denk ik. Maar geloof me: het was ráák.
Minder aanwezig dan Meneer A kon niemand zijn, en zelfs hij was af en toe al teveel. Ik kon, op momenten van opperste vermoeidheid, letterlijk ziek worden van het klitteband van zijn schoenen. Het geluid, een fractie van een seconde, knalde mijn hoofd binnen, deed alles loeien en galmen en draaien. Ik had een half uur nodig om ervan bij te komen.
Meneer A zou twee weken vóór mij naar huis mogen, en dan zou ik een nieuwe kamergenoot krijgen. En die kon alleen maar slechter zijn.
Uiteindelijk was ik het, die eerder wegging.
'De Nieuwe Meneer A' lag drie dagen tegenover mijn lege bed.
Toen mijn moeder mijn tas ging ophalen zei ze: het is een wat oudere vrouw. Ze lijkt me heel aardig en rustig.
Mij maakte je niets wijs.
Oudere vrouwen op onze afdeling hebben de neiging tussen het rustige door heel zeurderig te zijn. Of heel spraakzaam. Of 's nachts te kreunen. Of om de haverklap 'onwel te worden'. En sowieso zijn ze stevig verward.
Mannen zijn veel beter. (Zei ik dat werkelijk..?)
Ja, het was goed dat ik weg was.
Ik keek, dus, op het naambordje en zag staan: Mw X.
Potdorie!
Ik had twee weken lang X op mijn kamer kunnen hebben!
Mevrouw X was zijn zuster!
Ik ging naar de tuin, nog even een praatje maken met een afdelings-genoot.
Daar zaten ze: Mevrouw X en X.
Ik rolde erheen, even handje geven.
Dag, ik ben Puck; ik ben degene die ineens weg was.. ik wou me even voorstellen..
Wat een engel van een vrouw.
Aardig, geestig, zeer goed bij de tijd.
Mijn moeder zei dat u rustig en aardig was, flapte ik eruit, en dat wou ik toch even zien..
'Ik ken jou heel anders', zei X tegen zijn zuster.
En toen tegen mij: 'wat heb jij?'.
Tsk.
J, één van de verpleegkundigen, had gezegd dat als mensen aan hem vroegen 'of hij echt X was???', hij altijd zei dat hij er gewoon heel veel op leek.
En dan wel zo indiscreet zijn om een onbekende Puck meteen om haar opname-reden te vragen!
Mevrouw X was geweldig lief en leuk.
Ik had niets te vrezen gehad: met haar had ik gerust op een kamer kunnen liggen.
's Avonds zei ik tegen mijn moeder: kunnen we nog eens terug gaan..?
Ja, ik wil wel graag nog eens op bezoek bij Mevrouw X.
Ja!
En, in koor: "Maar dan wel als X er niet is. Want zo leuk is die in het echt niet."
4-08-2005
donderdag 06 oktober 2005 - 10:00
Tsss... en ik schreef nog zo..
Actiereactie (URL) - 06 oktober 2005 - 19:16
Hmm, mooie stukjes, de laatste tijd. In een frequentie die oude tijden doet herleven. Maar 'opruiming', dat wijst toch hopelijk niet op een 'opheffingsuitverkoop'?
klaasvaak - 06 oktober 2005 - 21:25
En, mag je niet vertellen wie X is? En de Oscargenomineerde? Je maakt me wel erg nieuwsgierig.
Micheline (URL) - 06 oktober 2005 - 22:30