Etymologie
Eigenlijk is het raar. Dat het uitweiden is, en niet uitwijden.}
Uitweiden: 1 uitvoerig spreken => iets breed uitmeten
Wijd: 1 ruim van opening, niet nauw <=> nauw; 2 met veel ongevulde ruimte;3 groot van oppervlak
Wijden aan: 1 zich met volle aandacht bezighouden met => zich toewijden aan
Etc.
In die lijn is het veel logischer als het uitwijden zou zijn. Uitgebreid de ruimte nemen, uitgebreid bezighouden met.
Maar nee. Het is uitweiden.
En dan vraag ik me af: waar komt dat vandaan? Heeft het woord een agrarische oorsprong, betekent het eigenlijk gewoon 'het in de wei zetten van koetjes en schaappies'? En naar analogie daarvan 'het in de wei (i.e.: in de openlucht, in de openbaarheid) zetten van ideeën en gedachten'?
Vreemd.
Ik ben vóór een verandering in uitwijden.
Maar ja, tot ik het voor het zeggen heb moet ik die ij in mijn brief toch maar in ei veranderen.
zondag 24 juni 2007 - 17:49
schaappies? (schaap-pies?)
roosje - 24 juni 2007 - 19:36
het komt van uit-weiden als in buiten de wei grazen volgens etymologisch woordenboek van Jan de Vries :)
Liesan - 24 juni 2007 - 20:34
Dat probleem heb ik nou met mijn haar steil maken met een stijltang.
Cockie (URL) - 25 juni 2007 - 13:03
Ik twijfel ook nog al eens over dit soort zaken, maar dan ga ik snel eventjes weifelen; dan is het zo weer over;).
Els () - 25 juni 2007 - 18:20