Boem en boempje
Voor we naar de supermarkt zouden fietsen toch even zeker weten, voor ik hem een emotioneel bommenveld in leidt:
Jij hebt geen traumaatjes he?
'Wat voor tomaatjes?'
Tráumaatjes. De knallen.
'Nee! Ik ben wel wat meer gewend hoor.'
Ja, je hebt de oorlog meegemaakt, immers... [dit enigszins sarcastisch]
'Ja, precies. '
Ja. Eeeh... voor menigeen zou dat juist een reden zijn om bang voor knallen te zijn...
'Ik heb een V1 uit elkaar zien spatten. Die werden afgeschoten vanaf Ockenburgh, en soms stond ik op het balkon om te kijken hoe ze overvlogen. En sommigen haalden het niet. Er is er toen een keer één neergestort in de Indigostraat.'
Hetgeen dus, tezamen met zijn ervaringen in de schuilkelders (astma-aanval, moeder buiten, bommen en tulpebollen - afijn, u kent het stramien (afgezien van die astma-aanvallen dan, die hadden niet alle oorlogskinderen)) - absoluut geen schade heeft opgeleverd, hoe kom ik erbij.