Complicaties
Ik bleek een en ander wat te hebben onderschat.
Wat ik dacht dat een eenvoudige procedure zou zijn, bleek een heuse operatie.
Verdovingen, klemmetjes, hechtingen: de hele rataplan.
Tussen het inspuiten van de verdovingen en het aanbrengen van de klemmetjes
ging er iets fout. Nogal behoorlijk fout.
Koud zweet, rillingen, sterretjes voor de ogen.
De arts had het eerder door dan ik:
‘Gaat het nog?’
Jawel hoor.
‘Als je gaat flauwvallen, zal je het dan even zeggen?’
Niet de strakke band om mijn hoofd, maar deze bezorgde vraag maakte me
achterdochtig.
Zie ik zo bleek?, vroeg ik nog schertsend.
‘Ja, daarom vraag ik het. ‘
Daarna, gehaast: ‘Ik zet de bank wat lager.’
Toen dat niet voldoende bleek: hup, hoofd tussen je benen.
De behandeling was klaar; er werd een verpleegster gehaald en ik werd naar een bijkamertje gebracht, alwaar
ik moest gaan liggen tot het weer beter ging. Kopje thee, veel suiker.
Na een uur kon ik weer rechtop zitten. Langzaam over naar staan, stukje lopen, onder
begeleiding even naar de wc. Voorzichtig jas na, nee heus het ging wel weer,
naar de lift - alwaar ik weer bijna tegen de vlakte ging.
De verpleegster werd weer gehaald, rolstoel, terug naar het kamertje en het bed.
Hoe kon dit? Het was inmiddels anderhalf uur geleden, zo heftig was de ingreep
toch niet geweest?
‘Het is de verdoving’, mompelde ik.
Welnee. Emoties, eerder.
Nee. Echt niet. Ik had precies hetzelfde, met dezelfde verdoving, bij de
tandarts. En dat was alleen een vulling. Sindsdien gaat alles zonder verdoving;
méér emoties maar nooit meer last gehad. Ook niet tijdens de vijf, zes
wortelkanaalbehandelingen van het laatste jaar. Ook niet bij de verstandskies,
waar ik als een berg tegenop zag [die overigens wel werd verdoofd hoor; ik ben
koelbloedig, maar niet zó erg].
Dit voelde hetzelfde als bij de tandarts, alleen nog erger, en veel langer.
Hm. Dat was zorgwekkend. Maar ze konden ook niets doen; er was niet echt een antagonist, ik moest gewoon wachten tot de verdoving uit mijn lichaam was
verdwenen.
(Was ik helderder geweest, dan had deze opmerking - of formulering - me doen opstuiven. Hoezo ‘niet echt’? ‘Niet echt’ is niet ‘helemaal niet’; ‘niet echt’ is ‘als het echt moet wèl’. En het moet! Echt!. Maar ik was niet helder, daar boften ze dan weer mee.)
Tweeënhalf uur duurde het voor ik weer naar huis kon. Voor een onzinnige
ingreep van amper een kwartier - inclusief schoonmaken, verdoven, hechten,
opruimen en de eerste keer flauwvallen.
Nu nog zijn mijn benen als was, tintelt mijn schedel, trekt mijn rug. Maar dat
kan ook komen door de wond die als een kraan blijft bloeden, ondanks de hechtingen. Want, oh
ja, mijn bloedstolling en wondheling doet al tijden raar.