Bijtertjes
Door de deur heen hoorde ik de TV zoemen. Ik wist het zeker (5. I often notice small sounds when others do not.).
Misschien had mijn vader hem, voor hij naar zijn werk ging, wel laten aanstaan. Ha, daar hàd ik 'm. Ik was heus niet de enige die weleens onzorgvuldig en onoplettend was.
Toen hoorde ik hem grinniken.
Dat klopte niet. TV's zoemen, maar ze grinniken niet.
Ik opende deur en staarde mijn vader aan.
'Jij bent hier niet?!'. Vragend en constaterend tegelijk.
'Ik ben weer terug van de tandarts. Ik ben eerst naar het werk gegaan en toen naar de tandarts. En daarna had het geen zin om nog terug naar het werk te gaan, dus nu ben ik weer thuis.
'Oh. Ok.'
'De tandarts zei dat mijn gebit in prima staat was.'
'Waarom heb jij een prima gebit? '
Dit laatste viezig en verwijtend.
'Dat is de oorlog natuurlijk.'
'Ja. Dankzij mama's oorlog heb ik nu een snertgebit.'
'Heh. Blijkbaar had ik vóór de oorlog een prima gebit.'
'Ik vind jou náár'.
Waarop hij verlegen en gevleid lachte. Koket, bijna.
Iets begrijpt hij niet aan het woord 'náár'.