Toestand
Het houdt me bezig.
Het houdt me al langer bezig, maar nu pas realiseer ik me dat het me bezighoudt, en bèn ik er ook mee bezig.
Fasen. Vast, vloeibaar, gasvormig.
Vast eigenlijk niet zo. Misschien omdat dat 'te duidelijk' is - wat
natuurlijk feitelijk onzin is. In scheikunde en natuurkunde is er niet
zoiets als 'te duidelijk', ook niet eens als 'too obvious'.
Het zijn de
plaatjes, denk ik, die zo illustratief waren, de schijn vaan
demystificatie gaven. Kijk, zei de leraar, zo moet je je een vaste stof
voorstellen, en hij tekende een serie bolletjes boven elkaar, die de
ordelijke stapeling van moleculen moesten weergeven. Mooi, dat zeker.
Schitterend, soms, als het eenvoudige stapelmodel werd gespecificeerd
en gecompliceerd, naar ingewikkelde kristalconstructies. Mooi,
prachtig, schitterend, misschien juist lelijk, maar magisch is het niet.
Nee. Dan vloeistof.
En dan nog niet alle vloeistof. Bij veel vloeistoffen heb ik de neiging
om een directe link met een vast familielid te zien. Melk is gewoon
gesmolten kaas, dat idee. Nonsens, maar het werkt. Ik zie de netjes
gestapelde witte moleculen omvallen en weglopen. Met de ondoorzichtige
vloeistoffen heeft mijn verbeelding geen problemen. Gekleurde
componentjes die slap en onsamenhangend in een rivier rondzwemmen.
En daar zit nou juist het punt.
Die rivier.
Water.
Want als ik een vloeistof zie als zwemmende moleculen, waarin zwemmen ze dan?
De doorzichtige vloeistoffen - alcohol, water - daar kan ik met mijn
verstand, of met mijn hart, niet bij. Magisch, mysterieus. Niet beet te
pakken, niet uiteen te trekken. Het blijft gefragmenteerd op je huis
achter, maar elk fragment, elke druppel en elke stroom, is één geheel.
Het kan breken om je op te slokken, te omgeven, maar kapot gaat het
niet. Plak. Druppels raken elkaar, worden grotere druppels, worden
bekers en emmers en zeeen. Net zo eenvoudig ook weer te scheiden: geen
water zo groot of je kan er toch zonder meer je hand in steken. Zo
vormbaar, zo wendbaar, maar nooit kneedbaar.
Magisch.
En dan vuur.
Vuur is zo mogelijk nog moeilijker duidbaar.
Heeft vuur überhaupt wel een fase?
Is vuur een stof? Of slechts een verschijning, een zichtbare hoeveelheid warmte?
Maar ook een hoeveelheid warmte is 'iets'. Warme lucht, warme
vloeistof, warme vaste stof. Maar warme lucht ziet er niet zomaar uit
als een vlam. Wat is vuur, wat is de structuur van vuur? Als vuur
eetbar zou zijn, hoe zou het dan smaken? Zou het voeden, ziet er iets
in, 'leeft het'? Kan vuur breken, kan vuur kruipen, kan vuur zèlf
smelten?
is vuur de belichaming van hitte, of is er ook iets dat heter is dan
vuur? En hòe dan? Als wij, de mens, vuur gebruiken om te verhitten, hoe
kan je dan verhitten tot boven de temperatuur van de bron, de motor van
die hitte?
Magisch, mysterieus, ongrijpbaar en onbegrijpbaar.
Zózeer dat het me niet eens stoort.
Ja, het houdt me bezig.
Ik duik maar weer eens in wikipedia, misschien dat dat me wat wijzer maakt.
maandag 23 februari 2009 - 07:46
Vuur is een brandend gas, heb ik geleerd bij natuurkunde. Dus eigenlijk een mengsel van twee gassen. Een van de twee is zuurstof. De twee gassen reageren met elkaar en daarbij komt een hoop licht en warmte vrij.
henk (URL) - 23 februari 2009 - 19:24
en komen die gassen niet vrij uit materie waarbij verwarmd hout meer gassen oplevert dan warm metaal? (afhankelijk natuurlijk van de hoeveelheid warmte)
roosje - 23 februari 2009 - 21:16