Ik reed straten in, straten uit, en werd vervolgens bijna geschept door een helikopter.
Verstoord keek ik op. Zeker een manifestatie ofzo, bij het strand.
Op de hoek van de straat stonden twee mensen omhoog te staren, druk te praten en te wijzen.
Sjezus, 't is maar een helikopter. Wat een tam-tam.
Ook op de volgende hoek stonden mensen te turen en wijzen. Sjezus, mensen. He-li-kop-ter! Hebben ze die hier soms nog nooit gezien?!
Intussen schoot het ding zelf grommend en ronkend heen en weer, als een psychotische bij op steroiden.
'Wat is er aan de hand?', vroeg ik aan het tweede groepje mensen.
'Er is een dode gevonden', was het antwoord.
Ik keek de straat uit, en zag geen straat maar afzettingen, een PimFortuyn-tentje op de stoep, een hoop politie en een ambulance. Wat ik rijkelijk overbodig vond voor een lijk. Maar helemaal goed was het natuurlijk niet.
Ik smste Kennis T. 'Er is allemaal gedoe voor jullie huis, ik kan er niet door, zijn jullie in orde?'
Sms terug: lijk voor de deur. Maar met ons is alles ok.
Voor de deur??
Bij de zin 'een dode gevonden' denk ik aan eenzame oudjes, weken niet ontdekt tot de buren vanwege de stank aan de bel trekken.
Niet aan lijken op straat.
Eenmaal weer de beschikking over TV zocht ik op teletekst naar informatie. SBS-text: The place to be voor nieuws over lijken op straat.
En inderdaad, SBS meldde:
Lijk op straat aangetroffen.
De politie in Den Haag is een groot onderzoek gestart na de vondst van een lijk.
Over de identiteit van het slachtoffer is nog niets bekend. Ook is onduidelijk hoe de persoon om het leven is gekomen.
De straat waar het stoffelijk overschot is gevonden is afgezet en trams van RandstadRail kunnen er niet door.
Een lijk op straat aantreffen is wel even wat anders dan een lijk vinden.
Eigenlijk was de formulering van 'de vondst van een lijk' vrij hilarisch.
Een lijk op straat vinden, dat doe je niet. Je ziet een lijk op straat, je struikelt er desnoods over, maar je vindt het niet. Lijken vind je in bosjes, in de sloot, in de kruipruimte van je huis. Als het tegenzit in kleine stukjes bij het afval. Maar niet midden op straat.
'Ja, hij lag er al dagen, maarja, het was bewolkt, hij is pas vanochtend gevonden'. Dat idee.
Later op de dag fietste ik weer langs de straat. Van een plaats delict was geen spoor meer te bekennen.
'Zie je, je hebt het je verbeeld', zei mijn moeder. 'Ik vond het al een heel vreemd verhaal'.
De straat was zo opgeruimd en rustig dat ik werkelijk zelf ging twijfelen.
Gelukkig hebben we de foto's nog.