Terug naar huis « De G.   » De Geen-G.

donderdag 31 augustus 2006 - 08:22
Consult

Hij was druk, Sven.
Niet drukbezet-druk, dat is hij altijd. Hyperactief-druk.
Hij rende door de gangen, wapperende jas. Gleed de laatste meters over de vloer naar zijn kamer, smakte de deur achter zich dicht. Geen boos-smakken, meer een ongecontroleerd-ik-heb-teveel-energie-smakken.
En hij was veel jonger dan de laatste keer dat ik bij hem was, bijna een jaar geleden.

‘Goed dat je gekomen bent’, zei hij wel drie keer.

‘Wat zijn de klachten?’
Ik dreunde ze op.
‘Wat zijn je vragen?’

Huh?

Oh.

Eeeeh....

(Of het over gaat. Of het goed komt. Of ik groot en sterk en beroemd ga worden. Of God bestaat, of ik ooit nog trouw en kinderen krijg, en rijk word en een groot huis, en groen en meren, en Engeland en Zweden en dan niet meer bang en beter kunnen lopen en en en...)

‘Kunt u me uitleggen hoe een bewegingssensatie plaatsvindt, neurologisch gezien? Het proces waardoor je een beweging waarneemt?’

‘Dat is net zoiets als vragen hoe de hersenen werken.’

‘Ja! Vertel dat 's!’

Hij grijnsde.

Sven grijnsde. Och arme.

‘Kijk, als je een boom ziet.. eigenlijk is het al een wonder dat je die boom überhaupt ziet!’

Grote, enthousiaste ogen. Begeistert.

‘Iedereen ziet die boom anders, kijkt er op een andere manier naar.
De een ziet de kleuren van de boom, het groen... het bruin..
Een ander kijkt naar de beweging van de boom. Hoe de bladeren bewegen in de wind.
Weer een ander kijkt naar de processen in de boom, de bast, de stam...
Wat een boom is, dat is voor iedereen anders. Het is een optelsom, een complex aan indrukken die allemaal in de hersensen worden verwerkt...’


Wat dit met mijn vraag te maken had wist ik niet precies. Hij ook niet.
Dat het ingewikkeld was, dat was denk ik de strekking.

‘Weet u dat uw bordje omgekeerd hangt?’
Ik wees naar het naambordje aan zijn borstzakje.
‘Ja, dat doet hij altijd. Aan het begin van de dag hang ik hem recht, maar al na een half uur hangt hij omgekeerd. Ik weet niet waarom dat is.’
‘Te zwaar. Teveel voorletters.’
Sven heeft vier voorletters. Ik drie - ik vond wel dat ik het recht had deze opmerking te maken.
‘Het waarborgt de anonimiteit’, zei hij stoer.

Ja, hij was stukken jonger dan eerst.
Sven is, of was, een jongetje, maar een heel oud jongetje. Zo'n peuter met een rimpel tussen de ogen, die wijs en moedeloos de wereld inkijkt. Alles al gezien, alles begrepen, wat moet het worden.
Maar nu was hij ineens jongens-achtig. Springerig, huppelig. Stralend. Tien kilo dikker, ook; en alles in zijn gezicht. Rond en blij, bevlogen.
Zwanger.

Toen zag ik het fotolijstje op zijn bureau.

‘U heeft een baby!’

‘Ja, een jongetje. Een prachtig jongetje.....’

Dat verklaarde.

‘U bent jonger dan vorig jaar’, flapte ik eruit.

‘Nòg jonger?’

Hij schrok er zelf van, van deze scherts.
Sven schertst niet.

‘Misschien is het mijn haar, dat is te lang.’

‘Of de baby.’

Lief, was hij.
Dat was vervelend, eigenlijk.
Mijn vertedering had de overhand, ik vergat streng en kritisch te zijn.
De twee dagen na het bezoek had ik driftaanvallen en huilbuien, uitbarstingen waarin ik alle artsen, alle ouders, iedereen alles verweet. Verwijten die ik beter in iets genuanceerdere vorm bij Sven had kunnen uitspreken.

Ik deed het niet, ik was overdonderd.

Hij wilde niets met medicijnen doen, geen pillen, geen interferonen.
‘En Tysabri?’
Tysabri is het nieuwste van het nieuwste op MS-gebied, het is een wondermiddel met een enorme succesrate.
Bij de trials in Amerika zijn helaas twee doden gevallen. Foutje. Maar nu is alles weer goed, en het middel is sinds kort op beperkte schaal ook in Nederland verkrijgbaar.

‘Ja.. daarvoor komen op dit moment alleen patienten in aanmerking met een erg actieve, heftige MS...’
Hij bladerde mijn dossier door.
‘Ja.. hm.. in principe kom je daarvoor wel in aanmerking... ’
(altijd leuk te horen.. dat je ziek genoeg bent om ergens voor in aanmerking te komen..)
‘...maar ik zou dat toch liever niet doen. Niet nu. Het is nog te nieuw, te onbekend.. de bijwerkingen....
Geen medicijnen.
Ik raad je aan een goede psycholoog te zoeken, een psychiater, iemand die je vertrouwt en bij wie je met je zorgen terecht kan.
En kom hier terug, laten we zeggen: over een maand of drie. Aan het eind van het spreekuur, dan heb ik meer tijd. Kom langs, hoe het ook met je gaat.’


‘Dapper dat je gekomen bent’, zei hij nog eens.

En met een zacht klopje op mijn arm nam hij afscheid.

Over drie maanden de volgende afspraak.
November.
En dan zal ik streng en kritisch zijn.


Beroemd ben je al een beetje. En sterk ook.
Erik - 31 augustus 2006 - 17:19

  
Persoonlijke info onthouden?

Om commentspam te voorkomen vragen we je om antwoord te geven op de 'silly question'
 



Verberg email:

Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of email-adres in te typen.