Terug naar huis « Klaar (2)   » Stemming

woensdag 22 november 2006 - 09:27
Op en neer, heen en weer

Op mijn armen zitten grote blauwe plekken. Links de grootste plek, met een doorsnee van een centimeter of zeven. Terwijl die prik toch niet eens het meeste pijn deed.
Een week na dato is mijn lichaam de kuur nog niet vergeten - en u zit er dus ook nog even aan vast. Excuses.

Woensdagavond, woensdagnacht.
Ik nam, als aangekondigd, een oxazepammetje en trachtte te slapen.
Wat niet lukte.
Ik schreef. Lappen tekst. En nee, daar hebt u niets van teruggezien.

U moet weten, ik schrijf in mijn hoofd. Standaard.
Dat is best handig. Het leidt leuk af en het maakt de aanwezigheid van een computer niet per se noodzakelijk, om stukjes en brieven voor te bereiden.
Maar in prednison-tijden is het alleen maar een last.
De zinnen in mijn hoofd gaan drammen, rammen. Ze schreeuwen en stampvoeten, doen mijn hoofd razen en bonzen.
Net als muziek.

Vrijdag beging ik de fout naar Klezmermuziek te luisteren.
Eerder vorige week had ik besloten de schaapjes te vervangen door een paard. Een dravend paard, over kale steppen. Of langs water, langs een groot meer. Het gestage draven over eindeloze vlakten zou me kalmeren. En dat deed het ook, tot op zekere hoogte.
Tot die klarinet in mijn hoofd bleef hangen. Klezmermuziek en paardjes mixen niet. Dat wordt een heel woest, vurig galopperen dat nog niet bij benadering rustgevend is.
En dat terwijl ik vrijdag zo goed uitgerust moest zijn.

Vrijdag was de dag van het ENyG. Een ENyG heb ik al eens gehad, of in elk geval: half. En dat was niet zo'n succes.
Ik heb er nog een zeer opmonterend stukje over geschreven, fijn voor mensen die gerustgesteld willen worden en op 'ENyG + voorlichting' googlen.
Ik wist wat ik kon verwachten, en zag er nog meer tegenop dan de vorige keer.
Ik moest ontspannen. Ik moest slapen. Ik moest kracht opdoen.

Een dag eerder had ik ineens beseft: gut, ik heb drie dagen alleen maar op bed gelegen, helemaal niet gelopen of gefietst!
'Ineens beseft' toen ik naar mijn bijbelgroepje was gefietst, daar slapjes en zwijgend in mijn stoel hing en me afvroeg waarom ik toch zó moe was.
De klachten waarvoor ik de kuur had gehad waren nog niet minder geworden, hooguit erger; ik sliep niet, ik had opvliegers en de prednison sloeg alle energie uit me weg, dus ik moest uitrusten voor dat onderzoek.

Ik lag wakker, schreef nog meer brieven in mijn hoofd, bedacht wat ik de komende dagen, weken moest doen, wat ik met de rest van mijn leven moest doen en hoe ik de mensheid kon redden, en ging elk halfuur naar de wc. De drie liter water die ik donderdag had gedronken en die ik niet meer had teruggezien wilden nu ineens weg.
Weg ochtenddutje, middagdutje, weg mobiliteit.

Angst doet tegenwoordig rare dingen bij mij.
Als u angstig bent, bent u misschien wat gespannen. U beweegt wat trilleriger en houteriger dan normaal, u bijt op uw lip, maakt onwillekeurige handenwring- en fronsbewegingen.
Althans, dat had ik vroeger; ik neem aan dat dat normaal is.
Als ik nu bang of gespannen ben gaan mijn zenuwbanen op slot en kan ik niet meer lopen of staan. Beetje overdreven, vind ik zelf, maar er is niet zo veel aan te doen.

Ik moest op de fiets naar het ziekenhuis: als ik met de taxi zou gaan zou ik bij aankomst al misselijk zijn en dan zou het onderzoek alleen nog maar zwaarder zijn.
Maar hoe ik in vredesnaam zelfs maar bij mijn fiets moest komen... misschien moest ik maar gewoon afbellen, wachten tot ik in elk geval iets fitter was...
Aan de andere kant: hoe kapotter je evenwicht, hoe makkelijker het onderzoek. Heel kort-door-de-bocht. Tijdens het onderzoek wekken ze duizeligheid op. Als dat niet lukt is er van alles niet goed, maar dan heb je in elk geval tijdens het onderzoek nergens last van. Hoe langer ik zou wachten, hoe meer de prednison zou aanslaan en hoe zwaarder het onderzoek zou zijn. Was mijn theorie. Dus ik moest gaan.
En ik ging.

Het eerste deel van het ENyG is een eitje. Lichtjes volgen op een balkje. Een vermoeiend eitje, dat wel; maar alleen belastend voor de ogen.
Het tweede deel is wat het onderzoek zo berucht maakt. Koud water in de oren, daarna warm water.
Bij binnenkomst legde ik mijn eisenpakket op tafel: eerst warm, dan pas koud. En ik wil iemand kunnen vastgrijpen. Hàrd.
Mocht allemaal. Er zou een tweede dame worden gehaald om mijn hand vast te houden en voor het omdraaien van de volgorde moesten wat computerinstellingen worden aangepast maar dat mocht ook.
Hier, aan de onderkant van de bank zit een frame, daar kan je je met je andere hand aan vasthouden. Dan weet je in elk geval zeker dat je nog op de bank ligt.

Slangetje in mijn oren. Klik. Stromend water.

Het verraderlijke van dat water is dat het zo primal is.
Baarmoedergevoel, noemde ik het vorig jaar - en dat is het.
Het geluid van water, niets dan dat geluid. Afgesloten van de buitenwereld, je hele schedel warm en weg. Ondergedompeld, warm en zacht en stil. En net als alles veilig voelt, gekoesterd en geborgen - dan breekt de pleuris uit.

Is het iets wat sommige mensen leuk zouden kunnen vinden?, vroeg R. Net als de achtbaan?
Neen.
Je hebt het gevoel alsof je heel hard in een bureaustoel wordt rondgedraaid; afhankelijk van het oor en de watertemperatuur rechts- of linksom. Maar bij een bureaustoel, of bij de achtbaan, voel je dat je echt beweegt. Je voelt de wind langs je gezicht, de weerstand van de lucht. Dit is een draaiing van binnenuit, bodemloos vallen, zonder enige weerstand. Het bizarre is dat het niet alleen het weten van stilstand is, maar ook het voelen en tegelijk zo paradoxaal juist de ervaring van beweging.

Rechts, links. Beide kanten duizelig.
'Het is fijn te merken dat er met mijn evenwichtsorgaan blijkbaar niets mis is... en dat rechts zich bovendien zo goed heeft hersteld sinds vorig jaar...' mompelde ik bibberig.
Wil je door? Kan je nog?
Nee. En nee. En ik moest ontzettend nodig plassen.

Maar ik ging wel door.
Ik maakte het hele onderzoek af en was na afloop gesloopt maar trots.

De beide laborantes prezen me de hemel in. Dat zij zelf vast nooit waren gegaan als ze er zo tegenop hadden gezien.

'Goed zo! En nu blij zijn, dat mag'
, kreeg ik een smsje in antwoord op mijn juichkreten.

Ik was blij. Euforisch van opluchting, bijna. Het leven was goed en fijn, de herfstlucht om te huilen zo mooi. Ik had het ENyG overleefd en kon alles aan.

De volgende ochtend kon ik mijn rechterarm, waarmee ik het frame had vastgegrepen, niet meer bewegen van de spierpijn.
Als ik de volgende keer naar het ziekenhuis ga zal ik bloemen meenemen voor die arme, zo kleine breekbare laborante die ik met links net zo hard geknepen moet hebben.


ik ben blij voor je...
roosje - 22 november 2006 - 16:51

  
Persoonlijke info onthouden?

Om commentspam te voorkomen vragen we je om antwoord te geven op de 'silly question'
 



Verberg email:

Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of email-adres in te typen.