Terug naar huis « Trefzeker   » Doorbijtertje

zondag 22 januari 2012 - 15:55
Afscheid

Beste K.,

Je vroeg of ik je wilde uitleggen wat ik bedoelde met ‘afscheid nemen’, want dat begreep je niet.
Eerlijk gezegd vind ik dat stom.
Gewoon. Stom.
Iedereen weet wat afscheid nemen is. Je gaat weg, of een ander gaat weg - in elk geval ga je uit elkaar, en dan zeg je gedag.
Hoe verder de afstand of hoe langer de tijd zonder elkaar, hoe grootser en intenser het afscheid.
Dat ik het stom vind als jij zegt dat je niet begrijpt wat ik bedoel met ‘afscheid nemen’, betekent waarschijnlijk dat ik niet begrijp wat jij niet begrijpt.
Dus ik laat het hele (begrip) afscheid nemen even voor wat het is.

Iets anders.
Misschien heeft het ermee te maken.

Jij steunt me niet.
Ja, je doet oneindig veel voor me, en je offert je op tot aan je eigen ondergang.
Maar je steunt me niet.
Je hebt geen vertrouwen in me.
Of: je hebt geen vertrouwen in mij.
Je hebt vertrouwen in iemand die je denkt dat ik ben.

Zolang ik me kan herinneren zeg je dat je alle geloof in mij hebt, in mijn kracht, in dat ik ‘het’ kan.
Dat het goed komt.
Maar vandaag realiseerde ik me ineens: je hebt een verkeerd uitgangspunt.
Je gelooft niet in mijn problemen, in mijn kwalen, in mijn stoornissen.
Jouw geloof in mij houdt in: dat je hoopt of gelooft of ervan uit gaat dat ik op een goed moment mijn jas aan problemen uitdoe. Gewoon: afleg. Er bovenuit stijg, of ‘inzie dat ik al mijn problemen niet langer nodig heb’.
En dat ik dan, met al mijn kracht en mijn talent, de wereld in stap en ‘het’ redt.
Mijn problemen horen niet bij mij, in jouw denken.
Al wat me tegenhoudt in het leven is slechts een zelfverkozen ballast. Of in elk geval is het mijn eigen keuze dat ik die ballast blijf dragen. Of me erdoor laat tegenhouden.
Hoe dan ook, hoe je die ballast ook wilt noemen of beschrijven: je beziet hem met wrevel en ergernis en kwaadheid - en in elk geval niet als onderdeel van mij.
En dat zou allemaal heel mooi en vleiend en christelijk en verlicht van je zijn, als je niet al je eisen en al je verwachtingen baseert op de ‘gestripte’ Puck.

Het is zinloos je te vragen of je denkt dat ik het red.
Want je kent me niet.
Of je kiest ervoor me niet te kennen.
Of je accepteert me niet.

En in die zin steun je me niet.
Omdat de strijd waarin ik steun zoek, mijn dagelijkse strijd, door jou überhaupt niet wordt erkend. Hij is er wel, maar hij zou er niet hòeven te zijn.
Hang die jas toch aan de kapstok, doe eens normaal, dan praten we verder.

Je kent me niet, je wilt me niet kennen, je doet geen enkele moeite me te leren kennen.
Ik, als mens, interesseer je niet.
Hoe ik ook probeer.
Hoe ik ook probeer, al mijn leven lang, om een leuke relatie met je te hebben. Niet gebaseerd op problemen, de jouwe of de mijne.
Maar al wat mij bezighoudt, wat mij tot mij maakt, interesseert je niet, zegt je niets. Wil je ook niet interesseren.
Nog helemaal nooit heb je wezenlijk moeite gedaan je te interesseren of te verdiepen in iets wat mij bezighield. ‘Ja, Puck, het doet me gewoon niets’ - en daarmee is de kous af.
Al waarin we elkaar vonden waren ‘zieke’ gesprekken. En het enige andere moment waarop ik contact kon hebben was als ik om je hulp vroeg, je kracht.
Vind je het gek dat ik daar dan langzaamaan steeds meer in ben vervallen?

Het vreemde is: dat je dat inderdaad gek vindt.
Maar wat nog veel vreemder is, want het zo volstrekt tegensprekend, is dat ik blijf proberen je warm te maken voor wat mij bezighoudt.
‘Als je weet dat het me niets zegt, waarom blijf je dan proberen? Je bent zo ontzettend koppig en hardleers’
Misschien kan je het eens omdraaien.
Misschien ben ik niet koppig en hardleers, maar ondanks alles hoopvol, vol goede moed. Blijf ik volhouden en proberen omdat in mijn hart toch positief ben, optimistisch. Beter wil, mooier wil; vind dat ik beter en mooier verdien.

Desondanks.
Je kent me slechter dan wie dan ook, en tegelijk beter dan wie dan ook.
Je kent mijn voelen, mijn denken. Je begrijpt me, je volgt me. Ook en juist in mijn uitersten. In alles wat bij een ander niet eens uit te spreken is, laat staan begrepen wordt.
Jij bent mijn alles. Mijn veiligheid. Bij helemaal niemand, ook in en bij mezelf niet, voel ik me ooit veilig. Alleen bij jou.
Als jij zegt dat het goed komt, dat er niets ergs gebeurt, dan geloof ik dat. Wellicht tegen beter weten in, ongetwijfeld vaak ten onrechte; maar het rotsvaste geloof in jouw geruststellingen geeft me genoeg kalmte en veiligheid om het onheil het hoofd te bieden, mocht het toch komen.

Jij bent de enige, de beste, de fijnste, de veiligste.
Mijn alles.
En het slechtste, het meest verwoestende en ondermijnende.

Er is teveel.
Teveel gedoe. Teveel barrières. Teveel angst.
Te weinig tijd.

Ik snap ook wel dat ik een ander dan jij moet vinden, dat ik mezelf moet vinden, maar ik kan het niet.
Ik weet niet hoe.
Ik wil zo graag, ik wil ècht graag.
Als gezegd: in mijn hart, diep van binnen, ben ik optimistisch. Vol levenslust.
Ik wil niets liever dan de wereld instappen, de wereld veroveren.

Maar er is teveel. Te zwaar.
Die jas, het is geen jas. Het is verweven. Het is ik.
Niet alleen. Ik ben niet mijn problemen - dat snap ik ook wel.
Ik ben absoluut niet mijn problemen. Als dat zo zou zijn, dan zou het denk ik zelfs nog makkelijker zijn. Dan zou ik een identiteit hebben, zou ik kunnen bewegen met al wat ik meedraag.
Ik ben niet mijn problemen, maar mijn problemen zijn wel mij. Geen jas die ik kan uitdoen, geen oppervlakkigheid, geen keuze.

En zo, zó zwaar.
Ik kan het niet.
Ik wil zo graag, maar ik kan het niet.
Niet zonder jou.
Niet met een ander.

Maar inmiddels mèt jou ook niet meer.
Niet als jij mij niet accepteert zoals ik ben.
Niet met alle voortdurende strijd.

Ik wil gezien worden, ik wil gekend worden.
Ik wil gemist worden.

Als ik nu ga mist niemand me.
Ja, er zijn zat mensen die zullen zeggen: ‘ach, is die dood? Wat jammer, wat tragisch, wat erg’.
Maar een jaar later, tien jaar later?
Nee.
Ik ben alleen.
Ik besta niet.

Ik wil niet gaan zolang ik niet besta.
Ik wil sporen nalaten, een indruk achterlaten. Liefst een grote - zo narcistisch ben ik wel. Maar op het moment ben ik al heel blij met welke indruk ook.

Ik wil mijn bestaan, mijn zijn, opbouwen. Relaties aangaan. Nalatenschap bouwen.

Maar ik ben zo moe.
Zo ontzettend moe.
En het is zo veel, zo zwaar. Alles. De kleine dingen, de grote dingen. Het doorlopend met mij moeten leven.
Ik heb niet de energie om nog nieuwe mensen in mijn leven te laten. Mezelf te leren en laten kennen.

Dus, als je het dan over afscheid nemen hebt, me vraagt wat ik daarmee bedoel:
dat ik het gevoel wil hebben te bestaan. Mens te zijn. Indruk te maken. Ertoe te doen, zoals ik ben. Zoals ik werkelijk ben.
Dàt is wat ik wil.
Zodat ik eindelijk kan gaan.

(De ironie. Dat jij me kwijt wilt, zó graag kwijt wilt en me zo hard van je afduwt, dat ik compleet losgeslagen en radeloos ronddwaal. En minder dan ooit het gevoel heb dat ik werkelijk kan gaan...)



> Ik wil sporen nalaten, een indruk achterlaten.

Voor wat het waard is: dit stukje maakt indruk. En niet alleen omdat het loodzwaar is.
mike (URL) - 23 januari 2012 - 09:30

Ik zie nu pas net dat je al sinds 2001 bezig bent met deze site. Moest erg lachen bij de eerste stukjes (niet alleen bij die hoor!). De link naar de lieve fiets werkte nog en idd nooit zo'n lieve fiets gezien. Alles doorlezen gaat niet lukken, dus vraag ik me van alles af. Welke problemen zijn er nog? Misschien kan ik meedenken. Achwat, zeker kan ik meedenken. Enne het feit dat ik dit vraag wilt zeggen dat je al indruk maakt en indruk maken kun je ook voor langere tijd. Weggaan maar heel kort.
Ron - 23 januari 2012 - 12:45

Je maakt indruk, natuurlijk maak je diepe indruk, en die indruk heeft grote betekenis al zul je zelf vaak niet merken wat voor en hoeveel. Maar dat jij het niet voelt wil niet zeggen dat dat je geen diepe dierbare sporen hebt achtergelaten in (volgens mij vele) harten.

Puck je bent iemand, nu, en je bent mooi en goed, waardevol en van grote doorslaggevende betekenis. Dat ben je als je moedig doorploetert om voor de levenslustige optimist haar rechtmatige plek te verwerven, daarin misschien slaagt of misschien niet en dat ben je ook nog steeds als je besluit om morgen definitief afscheid te nemen.
Altijd dierbaar.

Ik begrijp wel, je wilt het zo graag zien en voelen, kunnen aanraken, nu, en daar heb ik geen antwoord op, volgens mij niemand.

*knuf*
Liesan () (URL) - 26 januari 2012 - 17:33

Indruk maken door afscheid te nemen... Dat kan. Dat mag. En dat heeft iets tragisch (vind ik). Gezien, erkend willen worden in jouw hele zijn. Maar alleen contact maken middels / in 'zieke' gesprekken. Tja, in de relatie met K. heeft zich blijkbaar een patroon ontwikkeld. Wat jammer. Wat vervelend. Maar oh zo herkenbaar.

Om de één of andere reden moet ik aan de theezakjes denken. En dat je weet hoe een contact zich 'hoort' te ontwikkelen of woorden van die strekking. De tijd verstrijkt. Over dat nieuwe mensen toelaten. Dat kan al door te reageren hier in de reacties. Of per e-mail. Zo af en toe. Echter ook daarin liggen angst(en) en teleurstelling op de loer. Opnieuw niet gezien worden. Een therapeute vroeg me, omdat ik zei me niet gezien te voelen: Zie je hem / haar wel ? En ik moest bekennen dat ik de arts waarover ik het had niet zag, figuurlijk natuurlijk. En als je druk bent met jezelf en daar moe van dan blijft er weinig ruimte over om te zien en gezien te worden.

Toch, er komt tijd vrij als je van K. afscheid neemt. En die tijd kun je aan andere zaken besteden. Hoewel die tijd mogelijk, in eerste instantie, een tijd lang op zal gaan aan denken aan / over K. Dat heb ik momenteel met O.

Ik denk plotseling aan een Engelse uitspraak 'Life is a bitch'. Ik wens je veel wijsheid, sterkte en een meer energie toe.
JoGnet (URL) - 28 januari 2012 - 12:30

  
Persoonlijke info onthouden?

Om commentspam te voorkomen vragen we je om antwoord te geven op de 'silly question'
 



Verberg email:

Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of email-adres in te typen.