dinsdag 18 september 2012 - 12:32
Een Facebook-vriend schreef een prachtig stuk over kinderboeken.
En, zoals dat gaat: ‘herkenbaar’. Mijn reactie op zijn stuk groeide uit tot een eigen stukje, wat ik graag ook hier plaats:
Onlangs stuitte ik bij toeval op een pdf-je met een lijst van jeugdliteratuur op band, vermoedelijk afkomstig van de blindenbibliotheek.
God, wat een wereld van herkenning en nostalgie, waarin ik toen terecht kwam. Alles en alles wat ik als kind las.
Eigen boeken heb ik nooit veel gehad.
Mijn vader had alle boeken van Paulus de Boskabouter, maar die waren heilig. Daar mocht ik niet aankomen; die mochten alleen worden vóórgelezen.
Uit eigen collectie herinner ik me Richard Scarry; een forse stapel Nijntje; veel Pinkeltje. De onvermijdelijke Jip en Janneke’s, later Otje en Pluk.
En toen: Het Grote Boek van Madelief.
Daarmee begon het echte lezen. Met Madelief kwam er inhoud; Madelief was zware kost, naar kleine-kinder-begrippen.
Relatief laat – het zal pas tegen mijn zevende zijn geweest – ontdekte ik het fenomeen ‘bibliotheek’. Maar toen las ik hem ook in één ruk uit; alle boeken van alle bereikbare filialen.
Stapels boeken die ik week in week uit de bieb meezeulde.
Zes boeken, mocht je maximaal meenemen. Giftig was ik daarom. Wie had er nou genoeg aan zes boeken, daar kon je toch hooguit twee dagen mee doen??
Later werden de regels veranderd, mochten het er acht zijn. Nog steeds veel te weinig.
De A-sectie heb ik nooit actief gelezen, hooguit bij wijze van inhaalslag. Omdat ‘Ot en Sien’ toch ook bij je opvoeding hoorde, vond ik zelf. En omdat ik af en toe mijn inmiddels afgedankte Pinkeltjes toch wel miste.
Nee, maar dan de B-boeken.
Echt, zonder overdrijven: àlles. Van de Lemniscaat-literatuur tot aan het veel lichtere werk, zoals Enid Blyton; ontelbare paarden-boeken; series over Tweelingen en over Drielingen. Die verschrikkelijke Babysittersclub. Ik kon er niet omheen, het was al wat er nog over was.
Toen de B-boeken op waren, een groot deel al een tweede of derde keer gelezen, was ik nog steeds geen 13: toen de grensleeftijd voor de C-sectie.
Vleien bij de bieb-juffrouw; soebatten en onderhandelen, tot ze overstag ging en ik ook dáár mocht lezen.
En toen die uit was, toen was het ook met het lezen gedaan. Treurig maar waar.
Of het gewoon ‘de leeftijd’ was, ik bezig was met andere dingen dan lezen; of het feit dat de volwassen literatuur me werkelijk niet kon bekoren: ik weet het niet. Maar met mij en boeken is het sindsdien nooit meer goed gekomen.
Jaar in, jaar uit kocht ik de Grote Lijsters en Penta Pockets. Tegen beter weten in, bijna als automatisme. Alsof mijn hele systeem bleef zeggen: ‘Ik ben een Lezer; Lezen moet en zal ik’.
Nu, ruim twintig jaar later, staan ze nog steeds voor het grootste deel ongelezen in de kast.
Door de diverse verplichte leeslijsten heb ik me met pijn en moeite heengeworsteld.
Buiten de lijstboeken las ik alleen nog maar ‘porno’ – of wat ik daaronder verstond. Ik was de onschuld zelve, denk ik nu, achteraf: ik ‘verlustigde’ me aan alle boeken van Sanne van Havelte en Cissy van Marxveldt, die bij mijn moeder in de kast stonden. Háár oude meisjesboeken.
Al wat ik nog uit de bieb haalde was non-fictie, en bouquetreeks-boekjes.
En tegen de tijd dat ik van school was – ik heb het nog gerekt: pas op mijn 21ste deed ik eindexamen – was ook dat afgelopen.
Sindsdien heb ik eigenlijk nauwelijks meer echt gelezen. Ja, een boek of twee per jaar, maar dat is het. Nooit meer zoals in mijn jeugd.
Ik heb nu meer boeken dan ooit tevoren – courtesy of de kringloop en de verschillende online antiquariaten.
Aanschaffen die ik heb gedaan in een honger naar kennis; een verlangen naar vroeger tijden, ook. Naar de dagen dat ik de hele dag in bed lag, en las-las-las. Zóveel las dat mijn moeder naar de meester ging en haar zorg uitsprak, omdat ik ver na elven nog lag te lezen.
Niet meer. Ja, wel ‘ver na elven’ – maar dat ligt meer aan mijn beroerde dagritme.
Maar dat compleet ondergedompeld zijn in een boek. Dat is er niet meer bij. Zeker niet nu ogen en concentratie door de MS zijn lamgelegd.
Maar ach, wat mis ik het.
En dus heb ik onlangs, met behulp van het voornoemde pdf-documentje, wat oude kinderboeken teruggezocht.
Misschien is het gewoon een kwestie van een ‘reset’. Terug naar waar het begon. Opnieuw beginnen, en nu wèl verder.
En dan, over een jaar of wat, kan ik die vijf volgestouwde Billy-kasten eens gaan lezen.
Wat zal ik dan slim en belezen worden, want man o man, wat een pracht en rijkdom staan daarin...
En u? Hoe is uw lezend leven verlopen?
Ik verslond boeken, tot de leeslijsten kwamen. Toen was het redelijk snel gedaan met mijn leeshonger. Nooit weer teruggekomen, niet in die mate...
mrtj - 19 september 2012 - 08:11
Sinds een jaar kan ik weer lezen, en langzaam maar zeker kan ik me ook weer langer concentreren dan een tijdschrijft pagina.
Na een lezende jeugd, en na studeren een jaar of 10 opgebrand zijn heb ik 't nu weer gevonden.
Hoewel ik het niet lang volhoud (concentratie etc) en nooit lang onthou vind ik het heerlijk. Het is mijn ontsnapping.
Een dagelijkse ontsnapping.
Sinds een paar maanden met e-reader; letters op compfortabele grote, geen zere handen van 't vasthouden, ingebouwd woordenboek, en nooit meer vergeten waar je was. Ik vind het Heerlijk!
De boeken die ik liefheb en waar ik een herinnering aan heb staan in een mooie boekenkast. De rest ging naar de kringloop, familie en vrienden. 3 kasten vol. Dat ruimt, met pijn in het hart, maar achteraf heel fijn, vreselijk lekker op!
Ragna (URL) - 19 september 2012 - 17:50