Rolverdeling
Vóór de avond valt zal ik naar mijn vader gaan, om zijn wenkbrauwen te knippen.
‘Ja, ik moet eens aan mama vragen of ze dat doet’, zei hij, toen ik hem eerder vandaag bij Albert Heijn tegenkwam en opmerkte dat hij zo langzamerhand vlechtjes in zijn wenkbrauwen kan knopen.
‘Mama’, dat is de oplossing voor alles. Gescheiden of niet. Mama, dat is de liefde van zijn leven, en hij voor haar. Ze konden niet meer in één huis leven, en de gemeente laat nou eenmaal niet toe dat binnen een relatie twee huizen worden gehuurd. Dus er zat niets anders op dan voor de wet te scheiden. Maar in hart en ziel zijn ze voor eeuwig verbonden.
En dus komt mijn vader voor zijn wenkbrauwen nog altijd gewoon bij haar. Belt hij haar als hij een mooi programma op tv ziet. Als hij iets leuks of raars of naars van een kennis heeft gehoord. Als hij zich niet lekker voelt. Of gewoon, zomaar.
Uit betrouwbare bron (dat wil zeggen: zijzelf) weet ik echter dat mijn moeder op het moment nogal veel aan haar hoofd heeft. Dat ze bovendien bloednerveus van mijn vader wordt. Omdat ze zich permanent, en steeds meer, zorgen om hem maakt, en zijn concrete aanwezigheid dat alleen nog maar bevestigt en versterkt. Dat zijn bestaan ‘ontkennen’ en negeren af en toe gewoon rustiger is, voor alle partijen.
Haastig zei ik dus: je kan het zelf toch doen, dat knippen?
Maar hij is aan één oog blind. En hij vertrouwt zichzelf niet, met schaartjes. ‘Ik heb nog maar één goed oog’, zei hij; ‘dat wil ik niet in gevaar brengen’.
‘Nou, kijk aan!’, zei ik monter; ‘dan heb je dus ook één ander oog om op te oefenen! Daar kan je toch niets meer aan verpesten.’
Maar daar was hij zelf minder enthousiast over.
Nee, hij moest maar gewoon aan mama vragen, maar het kwam er steeds niet van.
En dus, mijn moeders huidige staat-van-zijn indachtig, ga ik zelf straks langs. Gewapend met scharen en messen.
Nog geen jaar geleden zei mijn moeder, in een bijzin van een bijzin, dat het nou eenmaal de normale gang van zaken was, de circle of life: dat kinderen op een gegeven moment voor hun ouders gaan zorgen. Dat hoort er bij: op een dag doe jij je ouders in bad, in plaats van andersom.
Bekijk het zeg, ik peins er niet over, gatverdarrie - was mijn reactie.
Nog geen jaar geleden.
Nu realiseer ik me: het gaat allemaal niet zo plotseling. Je staat, over het algemeen althans, niet van de ene op de andere dag met een sopje bij het bed van je ouders.
Het is een proces, een verloop.
Gisteren was ik al even bij mijn vader. Post van mij afhalen, die nog steeds bij hem wordt bezorgd.
We praatten even, hij noemde dat hij vorige week was gevallen, achterover met zijn rug op een stoel. Dit als verklaring voor het feit dat zijn interne verhuizing vertraging heeft opgelopen - de gebeurtenis an sich leek hem verder niet zo te deren. Maar met die verhuizing was het lastig, hij kon nu niets meer tillen. Oh, maar zeg het alsjeblieft niet tegen mama, voegde hij er nog aan toe.
De man is, behalve letterlijk, ook sociaal slechtziend; maar dat mama niet tegen dit soort berichten kan heeft zelfs hij inmiddels door.
Ik herinnerde me nog een andere val van hem.
Een val die een hele gemene wond op zijn been had achtergelaten.
Ik vertrouwde het voor geen cent, dit vage ‘achterover vallen’ van hem.
Zeker aangezien ik mijn stollingsproblemen van hem heb, en zijn huisarts daarbovenop in al zijn (on)wijsheid bedacht heeft dat mijn vader ‘gezien zijn leeftijd’ toch maar eens bloedverdunners moest gaan slikken.
Joost mocht weten wat er nu allemaal gaande was, in dat tere ruggetje van hem.
Onder luid protest, maar onverbiddellijk, hees ik zijn colbertje op, trok over- en onderhemd uit zijn broek en inspecteerde.
Niets te zien, behalve een schaafwondje. Goddank.
Maar, ik wil maar zeggen. Er komt een dag dat, ook tot je eigen verrassing, het heel normaal is om voor je ouders te zorgen.
Het begint bij een broodje meenemen als je toch bij de super bent. Dan een wondje, een blauwe plek, een lichte kneuzing die je verzorgt. Het zalfje smeren, waar hij niet bijkan.
Dan knip je eens een wenkbrauw.
En zo zal je dan op een dag inderdaad misschien, waarschijnlijk, met dat sopje bij het bed staan.
’t Is een glijdende schaal.
Maar niet noodzakelijk àfglijdend.
maandag 24 december 2012 - 16:35
Sweet...
Liz () - 24 december 2012 - 22:46