Terug naar huis « Feestaanbod   » Bakerpraatjes

vrijdag 28 december 2012 - 17:14
Mens sana in corpore... whatever...

Laat niemand me ooit nog wijsmaken dat de psyche het lijf beïnvloedt. Dat er zoiets zou bestaan als een goed humeur die het immuunsysteem versterkt, en andersom.

Eind november bevond ik mij vrij acuut in wat ik zou beschrijven als een microdepressie.
Gedurende mijn langlopende en toch wel indrukwekkende carrière als psychiatrisch patiënt - van kindsterretje tot volwassen professional - heb ik mezelf nooit als depressief durven beschouwen. Depressie, dat was veel groter dan die sombere buien die ik had. Veelomvattender dan dat. Nee, anders dan ‘somber’ was ik niet bereid het te noemen; hoe frequent of hevig die somberheid ook was. Altijd kwam ik nog mijn bed uit, at - of at juist zeer bewust en actief niet, maar dan zat daar tenminste óók een plan achter. Altijd was er nog ruimte om boos te zijn, verdrietig, bang. Altijd wilde ik verder leven, en zelfs als dat er niet in zat, dan was er nog dat kleine stukje hang naar leven, dat ervoor zorgde dat ik wilde willen. Erg ‘meta’, maar het was er.

Eind november stroomde ineens, zonder aanwijsbare reden, alles weg.
‘I ticked every box’, om het zomaar uit te drukken. Ik had geen honger en geen trek; ik hàd noch zàg ergens zin in. Zag geen nut niet in opstaan, wassen, aankleden, in wat voor activiteit ook.
Die 21ste december, het zogenaamde einde van de wereld, dat mocht van mij ook wel de 1e zijn. Kan mij wat schelen, ‘t was toch allemaal tijdverspilling.
Vlak, was ik. Vlak en lusteloos en apathisch en passief.

Klassieke depressie - ware het niet dat ie hooguit anderhalve week duurde. En dan mag het formeel geen depressie heten.
Maar het moge duidelijk zijn: ik zat niet lekker in mijn vel. Geen sprankje levenslust, en derhalve, volgens de regelen der psychosomatiek, geen sprankje afweersysteem.

In diezelfde anderhalve week werd mijn moeder geveld door de griep.
Niet een beetje geveld, maar echt, gróóts. Als een allesverwoestende orkaan door een tropische regenwoud.
Ze viel, smakte neer, lag in een tijdsbestek van een paar uur volkomen voor pampus, en bleef daar een week liggen. Koortsig, kreunend, puffend, hoestend en weeklagend. Te moe voor zakdoeken, te moe om zelfs maar een hand voor de mond te houden, sprayde ze haar talloze bacillen en viri gul de wereld in. Middenin de vuurlinie stond ik, maar het maakte me niet uit: ik was immers vlak en futloos, en het einde kon me niet snel genoeg komen. Wees welkom, beestjes, en leg ook mij lam.

Er gebeurde niets.
Helemaal niets.
Ik wachtte twee incubatietijden lang, wachtte tot mijn moeder al lang weer tot leven was gekomen, en er gebeurde nog steeds niets.

Maar.

Laat niemand me ooit nog wijsmaken dat de psyche het lijf niet beïnvloedt.

Daags na alle incubatietijden, de dag dat mijn moeder zich weer buiten waagde, trokken de wolken weg.
Niet letterlijk - ik heb in december nog geen zon gezien - maar: uit mijn brein. De watten losten op, er kwam, zo u wilt, weer wat licht in mijn hart.

Het was 12 december. Ik weet het nog goed.
De dag ervoor was ik nog, in diepe misère verzonken, bij de neuroloog geweest.
Nee, de MS gaat best, ik loop veel, ik doe van alles.. nouja.. mwah.. tsja... pfftttsssvvvvvvv.... - meer dan wat vaag gezucht en gestamel was er niet uit me gekomen. Meest ongeïnspireerde, ongezellige, vreugdeloze gesprek dat ik ooit met mijn neuroloog heb gehad.
Ja, het lichaam wilde best. Maar die stemming.

12 December, dus. Het licht ging aan, het lijf ging uit.
Sindsdien, en zonder tussenpozen, werkt de MS op volle toeren.
MS heeft er zin in, MS heeft maanden aan stress en angst en overbelasting gespaard, en gaat helemaal uit zijn dak.

Sinds 2007, sinds ik met mijn infuus begon, niet meer zo moe geweest.
Ik tril, heb teveel spierspanning maar te weinig kracht, spasmen, momenten waarop alles vanuit het niets gaat draaien-draaien-draaien.
Waar ik een maand geleden nog met redelijk gemak en op hoge snelheid een halfuur kon wandelen, kom ik nu met moeite de gang door.
En moe, zo ontzettend wanhopig moe...
‘Laat die apocalyps alsjeblieft niet doorgaan’, dacht ik; want behalve dat ik het inmiddels niet meer wilde, had ik nu eenvoudig niet de energie om te vluchten, mezelf te redden, mocht dat nodig zijn.

Het rumoer maakte al wat ik verder aan aandoeningen heb wakker. Uit alle uithoeken van mijn lichaam kwamen ze tevoorschijn; zagen dat er een feestje was en besloten, uitgerust en vol energie, gezellig mee te doen. Alles tegelijk, als overenthousiaste, ongecoördineerd over elkaar heenbuitelende kleuters.
Meer dan twee weken lang, onafgebroken ziek.
Soms lijkt het beter te gaan. Ben ik ineens zo goed als klachtenvrij. Om dan net zo hard weer om te slaan. Me neer te sabelen.

Nee. Laat niemand me ooit nog wijsmaken, dat de psyche het lijf... tsja..

Hoe de wind ook waait: laat het tenminste duidelijk zijn dat je met mij alle kanten op kan...


Heel veel sterkte Puck, meer weet ik hierop niet te zeggen.
Elise () - 31 december 2012 - 16:16

  
Persoonlijke info onthouden?

Om commentspam te voorkomen vragen we je om antwoord te geven op de 'silly question'
 



Verberg email:

Kleine lettertjes: Alle HTML-tags behalve <b> en <i> zullen uit je reactie worden verwijderd. Je maakt links door gewoon een URL of email-adres in te typen.