Gruwelijk
In een vlaag van sociaal-zijn – en verstandsverbijstering – dweilde ik net het gemeenschappelijke halletje van onze verdieping. Geen serviceabonnement, en geen hond die er ooit de zwabber overheen haalt. Iemand moet het doen.
Zwart drabbig water, het vuil van jaren èn van wintervirus-maanden, druipend over mijn (handschoenloze) handen.
Nu ga ik een week lang in paniek zijn, in afwachting van alle gruwelijke ziektes die ik net heb opgedaan. In het ergste geval: buikgriep.
/Uit het leven van een fobist