vrijdag 01 februari 2013 - 17:47
Een somber treurig stuk met een goede afloop. Hou vol. Het wordt leuk.
En er zijn vrolijke blije plaatjes!!
~*~
Hypermobiliteit. Als je het combineert met lange lenige spieren kan je nog carrière maken in het circus, als slangenmens.
In z’n eentje maakt het je, op z’n best, alleen maar tot een circusfreak. Op z’n slechtst geeft het je een hoop ellende.
Zo lang als ik me kan herinneren klapte ik, gewoon voor de lol, om mensen te choqueren, mijn wijsvinger achteruit tegen de rug van mijn hand aan. Mijn duim tegen mijn pols aanleggen levert ook weinig problemen op. Ik kan me zalig ontspannen door in kleermakerszit te zitten, en dan helemaal voorover te gaan liggen, hoofd op de grond, over mijn knieën en benen heen. Ik heb dit regelmatig gedaan als ik me tijdens mijn maandelijks infuus verveelde – tot de verpleging op een dag in paniek op me af rende omdat ze dachten dat ik een stuip was geraakt.
Maar met lenigheid heeft dit alles niets te maken. Vraag me om met gestrekte benen mijn tenen aan te raken, en ik sta in het luchtledige ‘te pompen’. Mijn vingers nog niet eens in de buurt van mijn voeten.
Het is ook lang niet allemaal leuk en grappig.
Mijn enkels klapten als kind zo vaak en makkelijk om dat het me op een gegeven moment niet eens meer lukte de banden te scheuren: een vlammende pijn schoot door mijn enkel, ik schudde een paar keer stevig, ging voorzichtig staan en liep door. Klaar, niets aan de hand. Maar gezond was het niet, en je ging er niet echt stabiel en evenwichtig door lopen.
Als mijn eeuwig scheve wervels door de ‘kraker’ rechtgetrokken moesten worden, kon hij nooit te veel tegenkracht op mijn schouder zetten: voor je het wist was mijn arm uit de kom getrokken.
Allemaal nog steeds ‘spannend griezelig’, lekker dramatisch, voor wie een beetje sensatiebelust is.
De moeheid.
Daar was helemaal niets leuks en sensationeels aan.
Al als kleuter had ik het gevoel mezelf voort te slepen, alsof ik al mijn kracht en energie nodig had om me alleen maar rechtop te houden.
Het was pas op mijn 23ste dat een fysiotherapeut me voor het eerst ‘mobiel’ noemde.
Wat?
‘Dat je hypermobiel bent.’
Niet waar, ik ben helemaal niet lenig.
‘Nee, je gewrichten, je banden, die zijn te soepel.’
En hij legde uit dat ik inderdáád altijd bezig was mezelf overeind te houden. Mijn spieren moesten de rol van mijn gewrichtsbanden overnemen. Waren doorlopend bezig met ondersteunen, konden daardoor eigenlijk geen andere taken verrichten.
En dat kon best eens de reden zijn dat ik me altijd, permanent, zo uitgeput en ‘zwaar’ voelde.
Diagnoses. Wat zijn ze soms fijn, in hun verhelderende werking. ‘Het ligt niet aan mij, ik ben niet gek en niet lui’
Wat zijn ze soms teleurstellend en ontmoedigend. ‘Het ligt wèl aan mij, het is mijn bouw en het gaat nooit meer over, ik moet er maar mee zien te leven’.
Mee zien te leven wil in praktijk zeggen: hoge schoenen dragen. Spieren trainen. Niet om boodschappentassen makkelijker te dragen en er stoer en krachtig uit te zien, maar puur om alle basale levenshandelingen vol te houden. Rechtop te blijven.
Niet los laten, als in: ‘in mijn banden hangen’. Als ik weleens mijn eigen spiegelbeeld zie, in ontspannen staat, schrik ik. Zwaar gehandicapt en mismaakt, ziet het eruit. Holle ingezakte onderrug, voorover geklapte schouders, wijde o-benen. Als ik op mijn rug lig staan mijn voeten naar binnen, de tenen tegen elkaar. Probeer het eens. Wie géén soepele banden heeft kan zijn knieën kapot draaien, op die manier.
Allemaal bewust niet doen. Rechtop, actieve houding.
Opletten, opletten... zoooo saaaaiiii....
Maar.
Ellek nadeel...
En daar wordt dit toch nog een vrolijk stukje.
Dat ik u niet helemaal sippig het weekend instuur.
Onlangs ontdekte ik namelijk dat ik, mobiel en ongezonde-kant-opdraaiend en wel, een onvermoede gave heb.
Ik kan mijn eigen achterhoofd fotograferen.
En waar, zo vraagt u zich nu af; waar in de lieve vrede is dat goed voor?
Nou. Vanwege.
Omdat, als ik zeg: ‘dan maak ik twee dunne vlechtjes boven en dan alles samen tot een hele vlecht en die rol ik dan op en bind ik vast’, of ‘dan maak ik twee halve vlechten en die knoop ik in een platte knoop, en knoop en knoop ik tot ik niet verder kan knopen, en die knoopstreng rol ik op en bind ik vast’ – geen mens begrijpt wat ik bedoel.
Maar nu zijn er foto’s van.
En daar is iedereen bij gebaat.
Iedereen met lang vlechtbaar haar, in elk geval. En dat zijn er nog best veel.
Tadaaa...!
PS.1: Ja, ik heb lichtrozeoranje haar. En nee, dat is geen kleurspoeling. Genetics is a bitch. Wees blij dat u mij op mijn vierde niet kende, toen was ik net een uitgewassen wortel.
PS.2: Nee, mijn haar glanst normaal niet zo prachtig commercial-achtig. Flitslicht. Doet wonderen.
Ik kan best vlechten, ook achterop m'n hoofd, maar zo netjes lukt me niet. Erg mooi.
Eveline (URL) - 02 februari 2013 - 18:50
Prachtig en schitterend uw met gevlogten haar bedekte achterhoofd. Leg ook eens zulke wikkels aan beide hoofdzijden. Uw nek is overigens breathtaking.
Geertjan () - 03 februari 2013 - 17:29
Zeg, Geertjan, ik ben Prinses Leia niet :-)
En Eveline: het ziet er veel ingewikkelder uit dan het is, hoor. Het is vooral een kwestie van heel, heel veel geduld.. En: mijn haar is een soort fijn babyhaar, dat heel snel statisch wordt. Bij die dunne 'kwart'vlechtjes moet je dan bij elke slag je hand weer helemaal losplukken, en dat is naar
Dank, jullie beide, voor de complimenten!
Puck - 03 februari 2013 - 19:20
Heel misschien bent u het niet, maar ik moest er wel sterk aan denken prinses.
Geertjan - 03 februari 2013 - 20:51
En dan nu graag een keertje de voorkant :))
zuster_klivia (URL) - 04 februari 2013 - 15:23
Hypermobiliteit kan samenhangen met diverse andere symptomen. Over één van de oorzaken was ik net aan het lezen: http://en.wikipedia.org/wiki/Ehlers–Danl.. (zie 'signs and symptoms', wat een wonderlijke diversiteit).
BeeDee - 24 februari 2013 - 12:23