Vorig Archief - Volgend Archief

woensdag 28 mei
1 | 22:40 Terrein

‘Dag Puck’, zei de uroloog
‘Dag Uroloog’, zei ik; ‘Goedemorgen’.

‘Goedemorgen... is het nog morgen?’

Ik wist vrij zeker dat het nog morgen was, maar voor ons beider geruststelling keek ik toch maar op mijn horloge.
Het was vijf over tien.

Nou gun ik het mensen best om om halftwaalf al met ‘goedemiddag’ te beginnen, ik lunch ook weleens vroeg, maar om vijf over tien de ochtend al vaarwel te hebben gezegd vond ik wat gortig.

‘Hoe laat bent u vanochtend begonnen, dat het voor u nu al als middag voelt?’
(Acht uur. Hij gaat acht uur zeggen. Arme man, vroeg op, nauwelijks tijd voor ontbijt... komt van buiten Den Haag, dus natuurlijk eerst nog eeuwen in de file en da-)

‘Ik was hier om halfzeven.’

Christus.
Hebben die lui eigen sleutels ofzo?

Hij had statussen bijgewerkt, liep zo verschrikkelijk achter want de anderen waren met vakantie en het mooie weer enzo (ja, want mooi weer zorgt natuurlijk voor stukken meer urologische patienten...) (??), en zag ik die stapel daar? Nee, dat was niet wat hij hàd gedaan, dat was wat hij nog mòest doen, want hij had al drie precies zulke stapels weggewerkt en dit was nog over.

Maar.
Dus.
Had ik het katheteriseren nog nodig gehad?

Wow. Niet alleen werkte hij statussen bij, hij bereidde zich ook nog voor. Mijn eigen map lag nog gesloten voor hem.

Nee. Ik was niet meer zo retent als vorig jaar, gewoon weer terug naar incontinent. Waar artsen altijd heel blij mee zijn, die hebben liever een doorweekte stinkende patient dan een kurkdroge met kapotte nieren. Daar kan ik me ook wel weer wat bij voorstellen, maar de totale desinteresse bij het noemen van incontinentie is af en toe wat verontwaardigend. Wat geen woord is, maar u begrijpt wat ik bedoel.

De uroloog begreep het in elk geval wel, deed van ‘jaja’, en ‘neemt u me niet kwalijk’, en ‘natuurlijk heel vervelend’ en: ‘daar is medicatie voor’.
Ik ben op het moment graag zo veel mogelijk op de polikliniek, om redenen die ik u spoedig hoop te kunnen meedelen (ik durf niets te beloven, ik vertrouw mijn schrijfcapiciteiten de laatste tijd voor geen cent), maar ik heb grenzen, en die grenzen liggen voor mij bij het woord ‘medicatie’. En bij ‘allergologisch provocatieonderzoek’ - en laat dat nou nèt zijn wat ik binnenkort moet ondergaan. Maar dat terzijde.

Ik bedankte vriendelijk maar beslist, vervolgde mijn mededelingen.

‘Ik heb pijn. Pijnen. Daar, en daar, en daar ook - en het vreemde is dat als ik dáár druk het dáár pijn doet’.
Waarbij het eerste ‘dáár’ een ander ‘dáár’ was dan het tweede, wat ook wel logisch is, anders zou er niets vreemds aan zijn.

Maar het was helemaal niet vreemd. Het was heel logisch. Kijk maar.
Het schaalmodel werd erbij gepakt.
Artsen zijn mislukte kunstenaars, denk ik weleens; getuige hun voortdurende bijna dwangmatige behoefte tot het maken van tekeningetjes en plastic mini-mensjes.

Allemaal heel logisch, allemaal heel verklaarbaar, neurogene blaas, bekkenbodemspieren, u kent dat wel.
En ook daar waren pilletjes voor, joechei!
Diazepam.
Wat we (we?) konden doen was dat een paar weken proberen, en dan evalueren. Over, zeg, zes weken.

Ik heb grenzen, en die grenzen liggen voor mij bij het woord ‘medicatie’. Maar ik ben op het moment graag zo veel mogelijk op de polikliniek, om redenen die ik u spoedig hoop te kunnen meedelen, en die diazepam kon ik ook op andere terreinen wel gebruiken.

‘Ik schrijf u dan vijf milligram voor..’

Dat dacht ik toch niet.

‘Zei je dat echt??’, reageerde mijn moeder toen ik op dit punt van mijn verslag was gekomen.
(‘7. Other people frequently tell me that what I’ve said is impolite, even though I think it is polite.’)
Nee, natuurlijk niet, niet letterlijk, maar daar kwam het wel op neer.

‘Van alles boven de 2 milligram val ik niet meer in slaap.’, zei ik.
‘Dat kan niet’, zei de uroloog.
Wel waar.
Niet waar.
Wel waar. Paradoxale reactie. Kijk maar na, èch wel!

(Ook dat laatste zei ik niet op die manier)

Ik kreeg mijn recept, voor 2 milligram diazepam. Een nieuwe afspraak voor over 6 weken. En een briefje voor een echo van mijn nieren, want dat ik niet retent ben is alleen echt waar als mijn nieren dat ook zeggen. All patients lie, immers.

Geeft niet. Kan ik mooi nog een keer extra naar de poli. En misschien kan ik ergens in een wachtkamer dat allergologisch onderzoek met iemand ruilen, als een soort kwartetkaarten.

Wilt u van mij, voor mij....?
vrijdag 23 mei
2 | 19:42 Op weg naar het EK

Toen ik de straat inreed trof ik op de parkeerplaats mijn vader aan: niet tegengehouden door het feit dat hij onlangs 73 is geworden, stond hij loeihard denneappels de bosjes in te trappen. Met jasje, pantalon, stropdas en nette veterschoenen, maar zonder zijn overjas, wat in mijn vaders wereld zoveel betekent als 'in zijn blote bast'.
3 | 19:00 Halal

Hoera voor de islamisering van Nederland.
Met het steeds groeiende islamitische deel van de bevolking is de ouderwetse buurtwinkel terug, de kleine zelfstandige waar de klant koning is, waar je gastvrij wordt ontvangen en je persoonlijk wordt geholpen, waar je wordt gevraagd of je niet nog iets anders nodig hebt - brood misschien? - en waar al je boodschappen voor je in een tasje worden gedaan.
En dat het met de taalbeheersing slecht is gesteld is ook een grove leugen, want iemand die 'insgelijks' antwoordt op je weekendgroet doet het naar mijn idee best goed.

Maar.

Hij was zo lief en aardig, de winkelier. Liet me precies zien wat voor dadels in welke doos zaten, keek of ze nog van voldoende goede kwaliteit waren. Sneed de doos open, tilde wat van de takken op en liet ze zien.
Met zijn van vleessap doortrokken handen, dieprode palmen, bruine nagels.

Ik dankte de hemel dat ik mijn portemonnee was vergeten, zei: 'ik kom zo terug', en nam me voor: straks koop ik die andere dadels, dan maar een doos duurder.

Bij terugkomst voegde ik de daad bij het voornemen, maar de winkelier bleef aandoenlijk en huiveringwekkend zorgzaam. Hij opende de doos die ik had gepakt, er moest vanzelfsprekend worden gecontroleerd of ik wel de beste waar zou meekrijgen.
Elke doos die ik zou pakken zou worden geopend en op die manier worden blootgesteld aan allerhande potentiele parasieten en wat niet al. Kruisbesmetting is een mooi ding.
Ik durfde niet te zeggen dat ik liever een gesloten doos had, en bovendien: hij plakte elke geopende doos weer secuur dicht met plakband dus dat zou een onzinnige kritiek zijn.

Ik houd me maar vast aan de gedachte dat islamitische slachters het vlees volledig laten uitbloeden, en dat dat voor de eventuele infecties wellicht scheelt.
En voor overige hoop ik dan dat Allah me genadig is.
dinsdag 20 mei
37 | 21:27 Perspectief

Lieve lezertjes, kunt u me een plezier doen en even deze test doen, en met vertellen wat uw score is..?
maandag 19 mei
1 | 18:08 Dames in de dop

Wat zijn ze groot geworden!

De vorige keer dat ik de meisjes had gezien waren ze drie en In Utero.
Nu stond een kleine Beatrix van pakweg zeven naast de wagen van haar zusje van drie. De oudste bekeek me van top tot tee, achterdochtig maar vooral zeer afkeurend.

‘Ja hè?! Zij is nu al één, en zij bijna vijf!’

Leugenaar.
Dàt, of ze heeft haar dochters ingeruild voor oudere exemplaren en de oorspronkelijke geboortedata gehandhaafd.
Zo horen kinderen van één en vier er niet uit te zien.
vrijdag 16 mei
2 | 18:29 Zomaar

Pap, zou het geen leuk idee zijn als jij nou binnenkort eens een lapje over de keukenvloer heen haalt...?

‘Ja, ik dacht vandeweek ook al: wat is die vloer smerig, hoe komt dat. Iemand moet hier toch vaak morsen...’

Het was heel duidelijk wie hij met ‘iemand’ bedoelde.

Pap, dingen die je gebruikt worden vies. Dat gaat vanzelf, daar hoef je niet voor te morsen. Met buitenschoenen over de tegels wandelen, wil al eens dat effect hebben.

Het was duidelijk dat hem dit wel als héél onwaarschijnlijk voorkwam.

Papa snapt nog steeds niet hoe dat gaat met huizen, verhaalde ik de conversatie aan mijn moeder; Hij denkt dat, zolang je maar niet knoeit of dingen laat vallen of gericht besmeurt, alles wel schoon blijft en nooit hoeft te worden gesopt of gestoft.

‘Ja, dat is een beetje zielig, dat hij dat denkt.’
‘Nou moet ik eerlijk zeggen dat ik me regelmatig verbaas over wat er allemaal zomaar uit mijn zeil omhoog komt...’

Huisvuil, het lijkt voor mijn ouders een wonderlijk en onverklaarbaar fenomeen.
donderdag 15 mei
2 | 18:10 Zeepkist. Je.

Op straat gehoord:

‘...dat het zus moet en dat het zo moet... en dat er dit moet en dat moet...!!’

Verontwaardiging en protest alom, vol van fronsen en principes. Op hoge toon; elke lettergreep benadrukt, duidelijk gearticuleerd.
De toon van een volleerd debater, vooral.

En zes jaar oud. Hooguit.
zondag 04 mei
4 | 22:16 Herdenking

Misschien is het de leeftijd. Word ik steeds sentimenteler. Mijn vader heeft het ook; die heeft onlangs mijn moeder bekend dat hij steeds vaker huilt.
Nou ben ik geen 73, maar misschien is zijn sentimentalisatie besmettelijk.
Misschien is het de leeftijd. Zie ik steeds overal meer verbanden; zie ik de zaken scherper, voel ik ze daardoor dieper en heftiger.
Misschien is het de leeftijd. Word ik juist steeds onechter. Jaren van sluiers, van opgelegde emoties. Geschokt zijn omdat-het-hoort - en zo op een gegeven moment niet meer weten wat van die gevoelens waar en eigen is en wat 'maatschappelijk verantwoord' en feitelijk theater.
Misschien is het niet de leeftijd, maar ben ik gewoon moe. Of word ik langzaamaan steeds depressiever, haast onmerkbaar tot in de almaar groeiende brij van verdriet wordt geroerd.

Hoe het ook zij, wat het ook is: 4 Mei grijpt me telkens meer aan.