11 | 15:31
Hamvraag
Het enige wat ik feitelijk wil is een fav-lijstje, op basis van rss-feeds.
Ik wil geen heel programma hoeven opstarten.
Ik wil het zelf in een lokaal bestandje kunnen gooien.
Of desnoods op mijn server.
Ik wil dat de "most recently updated" site bovenaan komt te staan.
Ik hoef alleen de url van de site; geen complete postjes.
Gewoon.
Blogrolling.
Maar dan anders.
Of een beetje als dit.
Maar dan anders.
Hoe doe ik dat?
Vorig Archief - Volgend Archief
zondag 29 februari
8 | 11:33
RSS
Geheugensteuntje:
Pivot-gebruikers zitten meestal op mydomain.com/rss.xml
MT-gebruikers zitten meestal op mydomain.com/index.rdf of /index.xml
Nucleus-gebruikers zitten meestal op mydomain.com/xml-rss.php of /xml-rss2.php
web-log.nl-gebruikers zitten op www.web-log.nl/rss/mydomain.xml
Blogger Pro Blogspot-gebruikers zitten op mydomain.blogspot.com/rss/mydomain.xml
en vandenb zit op het idiote adres http://vandenb.com/piv/rss.xml
Aanvullingen zijn welkom.
Geheugensteuntje:
Pivot-gebruikers zitten meestal op mydomain.com/rss.xml
MT-gebruikers zitten meestal op mydomain.com/index.rdf of /index.xml
Nucleus-gebruikers zitten meestal op mydomain.com/xml-rss.php of /xml-rss2.php
web-log.nl-gebruikers zitten op www.web-log.nl/rss/mydomain.xml
Blogger Pro Blogspot-gebruikers zitten op mydomain.blogspot.com/rss/mydomain.xml
en vandenb zit op het idiote adres http://vandenb.com/piv/rss.xml
Aanvullingen zijn welkom.
zaterdag 28 februari
3 | 19:23
Zelfmelij
Zo ver willen lopen dat je verdwaalt, dat je de weg en jezelf verliest; maar nog binnen de kilometer worden tegenhouden door je straatvrees.
Lullig.
Zo ver willen lopen dat je verdwaalt, dat je de weg en jezelf verliest; maar nog binnen de kilometer worden tegenhouden door je straatvrees.
Lullig.
vrijdag 27 februari
7 | 21:28
Daag me niet uit...
Fijne massamail op vrijdagavond:
Ja kijk, dan zàl ik ook:
En per kerende post kwam:
Waarop ik weer... :
Dit alles in krap een half uur.
Benieuwd waar het heen zal gaan...
Fijne massamail op vrijdagavond:
From: "Ross Wm. Rader" [ross@tucows.com]
Subject: Important Blogrolling.com News
Hello!
[...]
As for me - I'm here for you. If you have any questions, comments or
concerns about Blogrolling.com, Tucows or life in general, don't
hesitate to drop me a line...
Ja kijk, dan zàl ik ook:
From: Puck
To: Ross
Dear Ross,
thanks for you generous offer to ask you any questions about life in general.
Please tell me: what would be the purpose of life, in general, and the purpose of life that sucks, specifically?
Looking forward to your answer,
Warm regards,
Puck
En per kerende post kwam:
From: Ross
To: Puck
I should have known better to dangle such an open-ended question in
front of so many people ;)
Can you wait for an answer until I finish dealing with the bounce
reports that are flooding my inbox? ;)
Waarop ik weer... :
From: Puck
To: Ross
I'll try to.
However, as you might understand, it's not easy to keep patience in these Matters of Importance.
Puck
Dit alles in krap een half uur.
Benieuwd waar het heen zal gaan...
§ | 14:08
Goed en oplettend
Oh wat zijn we heden blij...
> Geachte mevrouw S,
>
> de liturgie voor 28 maart 2004 voor de [..]kerk is door u reeds ingeleverd.
> Op het standaardrooster, echter, staat voor die datum en plaats Ds L als
> voorganger genoteerd.
> Is er hier sprake van een roosterwijziging?
> En zo ja: kan ik Ds L. dan voor een andere datum noteren?
>
> Vriendelijke groet,
>
> Puck
Dag Puck,
Je bent goed en oplettend. Ik heb inderdaad de dienst van 28 maart van HL overgenomen. Hij zou nog kijken welke dienst hij van mij gaat overnemen.
Voor de zekerheid stuur ik je nu ook de laatste versie van het rooster. het is de bedoeling dat jullie ook iedere keer de laatste versie gaan krijgen.
Dank voor je oplettendheid en veel plezier bij het maken.
Met vriendelijke groet,
C.S.
Oh wat zijn we heden blij...
4 | 13:26
Goed nieuws
En helemaal vergeten te vertellen:
sedert enige dagen ben ik, zelfs via mijn whois, compleet onvindbaar voor u.
Is dat even fijn.
En helemaal vergeten te vertellen:
sedert enige dagen ben ik, zelfs via mijn whois, compleet onvindbaar voor u.
Is dat even fijn.
§ | 10:12
Bom
RIBW
Vestia
moeder
vader
alleen
beschermd
beschermd alleen
afwijzing
toewijzing
aangekondigde afwijzing
begin
einde
eindpunt
Complete verwarring.
RIBW
Vestia
moeder
vader
alleen
beschermd
beschermd alleen
afwijzing
toewijzing
aangekondigde afwijzing
begin
einde
eindpunt
Complete verwarring.
§ | 07:56
Paradijs
God = sneeuw
(een uur buitengelopen. Ik. Door een verlaten witte wereld gedwaald, gestaan, gekeken. En mijn url in de sneeuw geschreven..)
God = sneeuw
(een uur buitengelopen. Ik. Door een verlaten witte wereld gedwaald, gestaan, gekeken. En mijn url in de sneeuw geschreven..)
5 | 06:29
Home
Totaal ontredderd door het wegvallen van de loglijst ben ik vanochtend mijn rondje logs begonnen in 2001.
Wat een verademing.
(m.d.a.)
Totaal ontredderd door het wegvallen van de loglijst ben ik vanochtend mijn rondje logs begonnen in 2001.
Wat een verademing.
(m.d.a.)
donderdag 26 februari
3 | 19:22
Vreemd (2)
Gehoord, in het voorbijgaan, mijn moeder:
"Ik bel nu mobiel, op een toestel dat ik van B. heb gekregen. Je kan me op deze niet bereiken, want ik weet het nummer niet, dus bellen moet naar het andere toestel. Maar daar heb ik geen beltegoed meer op."
...
Nou ja. You had to be there.
De laatste vijftig jaar, zeg maar.
Gehoord, in het voorbijgaan, mijn moeder:
"Ik bel nu mobiel, op een toestel dat ik van B. heb gekregen. Je kan me op deze niet bereiken, want ik weet het nummer niet, dus bellen moet naar het andere toestel. Maar daar heb ik geen beltegoed meer op."
...
Nou ja. You had to be there.
De laatste vijftig jaar, zeg maar.
6 | 16:54
Reuzenstappen
Natuurlijk, er is nog een hoop mis.
Ik kan bepaald niet zeggen dat ik genezen ben; integendeel: hoe langer het voortduurt, hoe hardnekkiger het feitelijk wordt. Ingesleten patronen, vastgeroest denken. Niet door ernst of urgentie gedwongen tot verandering juist steeds banger voor die verandering.
Natuurlijk eet ik nog steeds te weinig.
Te eenzijdig.
Te gestructureerd, zonder ontspanning of afwijking.
Nooit vlees bij de warme maaltijd; louter granen (rijst, pasta) met groente. Veel te weinig van het eerste, veel te veel van het laatste.
Maar toch.
Ik ben heus wel een beetje dapper.
Zo mix ik, sinds kort.
Ik leg niet meer één stapel groente naast een klein heuveltje graan.
Ik roer het door elkaar. Mezelf op die manier niet meer de kans gevend hele happen graan gewoon maar weg te gooien.
En mijn groentesaus gooi ik niet meer alleen over rijst of pasta, maar over de hele zooi. Zodat ik het niet vlotweg met rijst en al kan wegmikken.
Ik ga beslist vooruit.
Vinnikwel.
Natuurlijk, er is nog een hoop mis.
Ik kan bepaald niet zeggen dat ik genezen ben; integendeel: hoe langer het voortduurt, hoe hardnekkiger het feitelijk wordt. Ingesleten patronen, vastgeroest denken. Niet door ernst of urgentie gedwongen tot verandering juist steeds banger voor die verandering.
Natuurlijk eet ik nog steeds te weinig.
Te eenzijdig.
Te gestructureerd, zonder ontspanning of afwijking.
Nooit vlees bij de warme maaltijd; louter granen (rijst, pasta) met groente. Veel te weinig van het eerste, veel te veel van het laatste.
Maar toch.
Ik ben heus wel een beetje dapper.
Zo mix ik, sinds kort.
Ik leg niet meer één stapel groente naast een klein heuveltje graan.
Ik roer het door elkaar. Mezelf op die manier niet meer de kans gevend hele happen graan gewoon maar weg te gooien.
En mijn groentesaus gooi ik niet meer alleen over rijst of pasta, maar over de hele zooi. Zodat ik het niet vlotweg met rijst en al kan wegmikken.
Ik ga beslist vooruit.
Vinnikwel.
2 | 15:33
Recognition
‘Puck?’
F, een vriendin van mijn moeder. Even op bezoek in het Huis van het Eeuwige Klussen.
‘Such-and-suchstreet, Number 17.’
‘..?’
‘That's where I live.’
‘...?’
‘If you're so good at all this..’
So.
Eindelijk eens erkenning voor al mijn harde werk.
‘Puck?’
F, een vriendin van mijn moeder. Even op bezoek in het Huis van het Eeuwige Klussen.
‘Such-and-suchstreet, Number 17.’
‘..?’
‘That's where I live.’
‘...?’
‘If you're so good at all this..’
So.
Eindelijk eens erkenning voor al mijn harde werk.
3 | 12:10
Klok
Wat gruwelijk vertederend en knuffelbaar zijn peuters eigenlijk.
Bah.
Waar is de tijd dat Teletubbies me alleen maar grenzeloos irriteerde..?
Wat gruwelijk vertederend en knuffelbaar zijn peuters eigenlijk.
Bah.
Waar is de tijd dat Teletubbies me alleen maar grenzeloos irriteerde..?
3 | 10:30
Venimus, Vidimus, Vicimus
Het was iets met archiefkasten, laden, mapjes en labeltjes.
Zij zou oplezen, ik zou invoeren.
We kwamen binnen en deinsden terug.
Tien grote laden, zo vol dat ze nauwelijks opengingen. Map tegen map geklemd, twee labeltjes per map.
Lange opschriften als "commissie besluitvoering periode 2000 tm 2002".
Dit zou de hele ochtend in beslag gaan nemen.
En morgenochtend.
En misschien ook nog volgende week een ochtend.
O help.
Drie kwartier later stonden we weer op straat.
U ook al weekend..?
Het was iets met archiefkasten, laden, mapjes en labeltjes.
Zij zou oplezen, ik zou invoeren.
We kwamen binnen en deinsden terug.
Tien grote laden, zo vol dat ze nauwelijks opengingen. Map tegen map geklemd, twee labeltjes per map.
Lange opschriften als "commissie besluitvoering periode 2000 tm 2002".
Dit zou de hele ochtend in beslag gaan nemen.
En morgenochtend.
En misschien ook nog volgende week een ochtend.
O help.
Drie kwartier later stonden we weer op straat.
U ook al weekend..?
5 | 09:08
Gruwelijk afschuwelijk
Goed, zij die niet zo goed over horror en middeleeuwse taferelen kunnen, of die mij graag blijven zien als een braaf meisje dat van kaboutertjes in weilanden droomt (voor dat laatste moet u overigens bij mijn vader zijn, maar dat terzijde) mogen dit stukje even overslaan.
Maar ik moet echt even ergens mijn droom verwerken.
Het is avond, en ik kijk uit het raam.
Mijn raam staat open.
Ik zie iets voorbij zweven.. en weer dalen. Weer omhoog.. en omlaag..
Ik kijk beter, zie dat het de herdershond van de buren is. Grote hond, zo drie verdiepingen hoog gejonast. Door de buren van helemaal boven, het homostel dat toch altijd zo vriendelijk leek.
Hij wordt steeds hoger gegooid.. en schever.. tot hij zomaar knal bovenop mijn vensterbank kwakt.
Hij jankt wat, beweegt nauwelijks, is kletsnat van kwijl en zweet en watnog.. ik schrik me wezenloos, deins naar achter, wil mijn ouders roepen, draai naar de deur, nog even terug, en zie het beest in slowmotion terugglijden. Naar buiten. Lijnrecht op het asfalt.
Morsdood.
De buurman is levensgevaarlijk als hij boos is; het eerste waaraan ik denk is dat hij mij medeverantwoordelijk zal stellen, omdat het mijn vensterbank was, maar dat doet hij niet.
Even later (tijdsverdichting..) is er een proces. Recht beneden mijn raam, op straat.
Er is een soort tentje opgericht, daarin zitten martelenden en een schuldige - heel iemand anders dan een van de buurmannen, maar ik hoor dat er sprake was van een complot, dat deze man de ware schuldige is.
In mijn open raam, hoog boven de grond, zit de baas. Iemand die je ook met Baas zou aanspreken.
Naast mijn bed: ik kan niet slapen, alles vindt recht beneden me plaats; ze gaan die man daar martelen, en de baas zit in mijn raam. Ik ben vriendelijk en beelfd, ook al angst; hij laat iets vallen, wat onder mijn bed rolt, ik pak het weer voor hem op. Het is een spijker. Ze martelen de man met stalen borstels en spijkers.
Intussen haal ik mijn bed af en maak de vensterbank schoon. De hond was al ziek, heb ik opgevangen, een virus, en ik ben naast alles ook nog eens bang voor al het kwijl en slijm en zweet dat op mijn bed ligt.
De baas vraagt om melk, en ik pak het voor hem.
Onderweg naar de keuken word ik wakker.
Misschien moet ik toch proberen mezelf na mijn ochtendmedicijnen wakker te houden..
Goed, zij die niet zo goed over horror en middeleeuwse taferelen kunnen, of die mij graag blijven zien als een braaf meisje dat van kaboutertjes in weilanden droomt (voor dat laatste moet u overigens bij mijn vader zijn, maar dat terzijde) mogen dit stukje even overslaan.
Maar ik moet echt even ergens mijn droom verwerken.
Het is avond, en ik kijk uit het raam.
Mijn raam staat open.
Ik zie iets voorbij zweven.. en weer dalen. Weer omhoog.. en omlaag..
Ik kijk beter, zie dat het de herdershond van de buren is. Grote hond, zo drie verdiepingen hoog gejonast. Door de buren van helemaal boven, het homostel dat toch altijd zo vriendelijk leek.
Hij wordt steeds hoger gegooid.. en schever.. tot hij zomaar knal bovenop mijn vensterbank kwakt.
Hij jankt wat, beweegt nauwelijks, is kletsnat van kwijl en zweet en watnog.. ik schrik me wezenloos, deins naar achter, wil mijn ouders roepen, draai naar de deur, nog even terug, en zie het beest in slowmotion terugglijden. Naar buiten. Lijnrecht op het asfalt.
Morsdood.
De buurman is levensgevaarlijk als hij boos is; het eerste waaraan ik denk is dat hij mij medeverantwoordelijk zal stellen, omdat het mijn vensterbank was, maar dat doet hij niet.
Even later (tijdsverdichting..) is er een proces. Recht beneden mijn raam, op straat.
Er is een soort tentje opgericht, daarin zitten martelenden en een schuldige - heel iemand anders dan een van de buurmannen, maar ik hoor dat er sprake was van een complot, dat deze man de ware schuldige is.
In mijn open raam, hoog boven de grond, zit de baas. Iemand die je ook met Baas zou aanspreken.
Naast mijn bed: ik kan niet slapen, alles vindt recht beneden me plaats; ze gaan die man daar martelen, en de baas zit in mijn raam. Ik ben vriendelijk en beelfd, ook al angst; hij laat iets vallen, wat onder mijn bed rolt, ik pak het weer voor hem op. Het is een spijker. Ze martelen de man met stalen borstels en spijkers.
Intussen haal ik mijn bed af en maak de vensterbank schoon. De hond was al ziek, heb ik opgevangen, een virus, en ik ben naast alles ook nog eens bang voor al het kwijl en slijm en zweet dat op mijn bed ligt.
De baas vraagt om melk, en ik pak het voor hem.
Onderweg naar de keuken word ik wakker.
Misschien moet ik toch proberen mezelf na mijn ochtendmedicijnen wakker te houden..
2 | 06:12
Kalf, put
Voor een ieder met een niet zo wakkere geest, de volgende tip:
Als u een smsje krijgt, of een mailtje, met als verzendtijd 00:01:51, dan kan men die eerste nullen niet wegstrepen.
Het is dus geen negen-voor-twee, maar bijna-twee-over-twaalf.
Dus stel nou dat u wakker wordt, ergens tegen tweeën, dan is de gedachte 'oh, net verstuurd, die zal nog wel wakker zijn' géén correcte.
Wanneer men, bovendien, om kwart vóór twee wakker wordt, dan is het wellicht logischer te denken dat er iets aan de verzendtijd mankeert, dan met een kalme stelligheid te denken 'dat die sms nog moet komen en die ander dus zeker nog wakker moet zijn'.
Overbodige informatie, misschien.
M'goed, dat zal degene die vannacht om twee uur door mij werd wakkergebeld niet hebben gevonden...
Voor een ieder met een niet zo wakkere geest, de volgende tip:
Als u een smsje krijgt, of een mailtje, met als verzendtijd 00:01:51, dan kan men die eerste nullen niet wegstrepen.
Het is dus geen negen-voor-twee, maar bijna-twee-over-twaalf.
Dus stel nou dat u wakker wordt, ergens tegen tweeën, dan is de gedachte 'oh, net verstuurd, die zal nog wel wakker zijn' géén correcte.
Wanneer men, bovendien, om kwart vóór twee wakker wordt, dan is het wellicht logischer te denken dat er iets aan de verzendtijd mankeert, dan met een kalme stelligheid te denken 'dat die sms nog moet komen en die ander dus zeker nog wakker moet zijn'.
Overbodige informatie, misschien.
M'goed, dat zal degene die vannacht om twee uur door mij werd wakkergebeld niet hebben gevonden...
woensdag 25 februari
4 | 14:53
My wish is her command
To: Actiereactie (werk)
From: Puck
Date: Wed, 25 Feb 2004 14:40:51
To: Puck
From: Actiereactie (werk)
Date: Wed, 25 Feb 2004 14:44:39
Aan die tijd moet ze nog wel werken.
Ik had wel dood kunnen gaan, in die 3 minuten en 48 seconden...
To: Actiereactie (werk)
From: Puck
Date: Wed, 25 Feb 2004 14:40:51
Weeeeh!!!!!!!
To: Puck
From: Actiereactie (werk)
Date: Wed, 25 Feb 2004 14:44:39
xxxxxxxxxxxxxxx
Aan die tijd moet ze nog wel werken.
Ik had wel dood kunnen gaan, in die 3 minuten en 48 seconden...
§ | 14:43
Gedichie
Goed, dat weten we dan ook weer.
Dat een printer zich voor geen meter aan css houdt. In elk geval niet als die een omringende div wèl definieert, maar de te printen div niet nog eens afzonderlijk.
Zodat je ineens een hele lap tekst Times New Roman hebt. 12 Punts. Gecentreerd. Waar de tekst op scherm toch echt netjes Arial, 10 punts, links uitgelijnd was.
Grappig, hoe dat een bloedserieuze tekst ineens tot zo'n onbeholpen stuk puberpoezie lijkt te maken..
(zegt me ook wel wat over mijn eigen css-capaciteiten, aangezien betreffende site door mij persoonlijk is ontworpen...)
11 | 12:26
Ohne
Sorry?!
Sorry is wel het minste!
Pingen heeft helemaal geen toekomst! Geen toekomst waarin ik wil leven!
Maar, als het dan toch moet, vriendelijk doch ZEER dringend verzoek aan de volgende mensen, om te pingen en blijven pingen:
Met daaropvolgend de vraag: Kan iemand mij uitleggen hoe ik zelf een favorietenlijstje kan samenstellen, op basis van rss..?
Ik heb daar namelijk de ballen verstand van..
Voorlopig gaat de loglijst uit. Voornaamste reden is dataverkeer, gecombineerd met onvrede over onze implementatie.
De huidige manier van controleren is achterhaald. Pingen heeft de toekomst. En wij hebben het nog niet. Voorlopig zul je geen loglijst spider in je statistieken vinden.
Sorry.
Sorry?!
Sorry is wel het minste!
Pingen heeft helemaal geen toekomst! Geen toekomst waarin ik wil leven!
Maar, als het dan toch moet, vriendelijk doch ZEER dringend verzoek aan de volgende mensen, om te pingen en blijven pingen:
bijzinnenEn als u niet pingen wilt, dan gaarne rss.
brijnsblog
charlotte's web
dhromed
druppels
eamelje
ecdysis
ikzalwelgekzijn
jnnk
kolomlog
kris.magalles
kunst en schrijfwerk
l-rs.org
majadebij
megadikkevrouw
mijmer
missgien
onderhuids
stoethaspel
tylani
wasbeer
webkim
yanne logt
Met daaropvolgend de vraag: Kan iemand mij uitleggen hoe ik zelf een favorietenlijstje kan samenstellen, op basis van rss..?
Ik heb daar namelijk de ballen verstand van..
3 | 09:20
Bijdehandje
Zo. Nu ruikt mijn hele toetsenbord naar Zwitsal.
(Ben ik trouwens de enige die die dingen gebruikt als duizend-dingen-doekjes..?)
Zo. Nu ruikt mijn hele toetsenbord naar Zwitsal.
(Ben ik trouwens de enige die die dingen gebruikt als duizend-dingen-doekjes..?)
§ | 09:03
Duojob
Bizar.
Al die dingetjes die uit mijn toetsenbord komen als ik het omdraai.. die ken ik helemaal niet..
Zou er iemand zijn die 's nachts op mijn toetsen toetst?
Bizar.
Al die dingetjes die uit mijn toetsenbord komen als ik het omdraai.. die ken ik helemaal niet..
Zou er iemand zijn die 's nachts op mijn toetsen toetst?
dinsdag 24 februari
5 | 19:56
Bezorgdtijd
"Schat, heb jij iets met je medicijnen gedaan...?", vroeg ze voorzichtig.
Ik had haar net verteld van mijn dag.
De laatste stukjes verfbranden, de vergeten hoekjes.
Eerst eens bij de tv-aansluiting.
Weggeschroefd.
Pas toen drong tot me door dat er daar twéé doosjes zaten, die grote overeenkomsten met elkaar vertoonden, maar beslist niet gelijk waren.
Op de bovenste, niet verwijderde, stond duidelijk "TV' en 'RADIO'.
Op de onderste stond niets.
En ik had eigenlijk geen flauw idee waarvoor het dan was.
Aan hem die ook klust en daardoor door mij tot expert was benoemd (en, moet ik bekennen, ook de enige was die kluservaring had èn op sms-afstand zat) vroeg ik raad:
"Ik heb net iets uit de muur geschroefd wat bij nader inzien helemaal geen tv-aansluiting zal zijn. Geen idee hoeveel volt erop staat.. misschien een beetje domme actie.."
Of ik wel uitkeek?
Duh..
Ik vervolgde:
"De kabel in zijn buik is beslist geen coax.. wat zal ik doen?" - om daarna vast inlichtingen in te winnen omtrent mijn volgende project: "mag je verfbranden bij de gaskraan?"
Geen reactie.
Eikel.
Laat me maar zo in het wilde weg proberen.
Het doosje dus maar een beetje omhoog gevouwen.
Kom zeg, ik moet gewoon mijn werk afmaken, ik laat me niet tegenhouden door een beetje stroom.
Ging ook allemaal goed natuurlijk.
Door naar de gaskraan.
De hoofdleiding had ik al gehad.
Weken geleden: heel moeizaam weggedoken in een nis, en met verwrongen vingers tussen de buizen door.
Dan moest deze ook wel gaan.
Wat ook inderdaad allemaal goed ging.
Cry baby, zei ik tegen mezelf - en onmiddellijk daarop kwam de wel erg late reactie per sms:
'Alleen als je doodwilt'.
Oeps..
Afijn.
Dit alles vertelde ik dus mijn vriendin.
Met de toevoeging dat het eigenlijk verschrikkelijk leuk was geweest: gevaarlijke dingen doen.
Ik klonk geloof ik nogal high.
Toen vroeg ze dat, van mijn medicijnen.
En: "Hebben die niet een verkeerde, niet vermelde uitwerking op je? Dat je, inplaats dat je je actieradius uitbreid, binnen die actieradius helemaal geen angst meer kent?"
Ik vertelde haar van mijn glasavontuur.
Ja, zoals het hier staat wist zij het ook al hoor.
Zij leest mijn log. En af en toe communiceren wij ook nog wat ernaast.
Maar er was iets wat ik nog niet had verteld.
Dat glasavontuur is namelijk een beetje misgegaan. Maar ik moet wat aan mijn image denken; wil niet de indruk maken dat ik een kluns ben.
Maar.. ik had dat dus allemaal gedaan, heel eng en ingespannen. Als een archeoloog, of een hersenchirurg. Scherfje voor scherfje, heel secuur, tot ik een doos vol glas had. Niets gebeurd.
Tegen de schutting aan waren drie complete glasplaten ingemetseld; die heb ik heel zachtjes losgebikt met de beitel, om ze er vervolgens aan één stuk uit de tillen.
En daarna ging het mis.
Ik stond op. Nam mijn armen mee met de rest van mijn lichaam. En schampte mijn hand aan de schutting. Hele vinger open. Bloedbad.
Nee, niet aan een uitstekende spijker. Ook niet aan een splinter ofzo.
Gewoon, aan de zijkant van een schuttingplank.
En nu is mijn vriendin in totale wanhoop.
Want, zo zegt ze: de meeste ongelukken gebeuren in huis.
En de gevaarlijke dingen gaan bij mij goed.
En wat normaal veilig is is voor mij levensgevaarlijk.
En er zijn zo veel meer ongevaarlijke dingen in huis...
"Schat, heb jij iets met je medicijnen gedaan...?", vroeg ze voorzichtig.
Ik had haar net verteld van mijn dag.
De laatste stukjes verfbranden, de vergeten hoekjes.
Eerst eens bij de tv-aansluiting.
Weggeschroefd.
Pas toen drong tot me door dat er daar twéé doosjes zaten, die grote overeenkomsten met elkaar vertoonden, maar beslist niet gelijk waren.
Op de bovenste, niet verwijderde, stond duidelijk "TV' en 'RADIO'.
Op de onderste stond niets.
En ik had eigenlijk geen flauw idee waarvoor het dan was.
Aan hem die ook klust en daardoor door mij tot expert was benoemd (en, moet ik bekennen, ook de enige was die kluservaring had èn op sms-afstand zat) vroeg ik raad:
"Ik heb net iets uit de muur geschroefd wat bij nader inzien helemaal geen tv-aansluiting zal zijn. Geen idee hoeveel volt erop staat.. misschien een beetje domme actie.."
Of ik wel uitkeek?
Duh..
Ik vervolgde:
"De kabel in zijn buik is beslist geen coax.. wat zal ik doen?" - om daarna vast inlichtingen in te winnen omtrent mijn volgende project: "mag je verfbranden bij de gaskraan?"
Geen reactie.
Eikel.
Laat me maar zo in het wilde weg proberen.
Het doosje dus maar een beetje omhoog gevouwen.
Kom zeg, ik moet gewoon mijn werk afmaken, ik laat me niet tegenhouden door een beetje stroom.
Ging ook allemaal goed natuurlijk.
Door naar de gaskraan.
De hoofdleiding had ik al gehad.
Weken geleden: heel moeizaam weggedoken in een nis, en met verwrongen vingers tussen de buizen door.
Dan moest deze ook wel gaan.
Wat ook inderdaad allemaal goed ging.
Cry baby, zei ik tegen mezelf - en onmiddellijk daarop kwam de wel erg late reactie per sms:
'Alleen als je doodwilt'.
Oeps..
Afijn.
Dit alles vertelde ik dus mijn vriendin.
Met de toevoeging dat het eigenlijk verschrikkelijk leuk was geweest: gevaarlijke dingen doen.
Ik klonk geloof ik nogal high.
Toen vroeg ze dat, van mijn medicijnen.
En: "Hebben die niet een verkeerde, niet vermelde uitwerking op je? Dat je, inplaats dat je je actieradius uitbreid, binnen die actieradius helemaal geen angst meer kent?"
Ik vertelde haar van mijn glasavontuur.
Ja, zoals het hier staat wist zij het ook al hoor.
Zij leest mijn log. En af en toe communiceren wij ook nog wat ernaast.
Maar er was iets wat ik nog niet had verteld.
Dat glasavontuur is namelijk een beetje misgegaan. Maar ik moet wat aan mijn image denken; wil niet de indruk maken dat ik een kluns ben.
Maar.. ik had dat dus allemaal gedaan, heel eng en ingespannen. Als een archeoloog, of een hersenchirurg. Scherfje voor scherfje, heel secuur, tot ik een doos vol glas had. Niets gebeurd.
Tegen de schutting aan waren drie complete glasplaten ingemetseld; die heb ik heel zachtjes losgebikt met de beitel, om ze er vervolgens aan één stuk uit de tillen.
En daarna ging het mis.
Ik stond op. Nam mijn armen mee met de rest van mijn lichaam. En schampte mijn hand aan de schutting. Hele vinger open. Bloedbad.
Nee, niet aan een uitstekende spijker. Ook niet aan een splinter ofzo.
Gewoon, aan de zijkant van een schuttingplank.
En nu is mijn vriendin in totale wanhoop.
Want, zo zegt ze: de meeste ongelukken gebeuren in huis.
En de gevaarlijke dingen gaan bij mij goed.
En wat normaal veilig is is voor mij levensgevaarlijk.
En er zijn zo veel meer ongevaarlijke dingen in huis...
§ | 17:19
Selfsupporting (2)
Jaaaaaa!! Knappe Mama!!De strijd met de erwtensoepblikken duurt voort in Huize Puck...
Hoera!
Maar er staat nu een gebruiksaanwijzing op, dat scheelt. Ze zagen daar natuurlijk ook in dat het allemaal tè moeilijk was.
2 | 16:12
Scheef
Al dagen doe ik niets anders dan mijn kaken op elkaar klemmen en knarsen. Onbewust: zodra ik het merk probeer ik te ontspannen, maar 's nachts doe ik het net zo goed.
En nu staan mijn kiezen al twee dagen niet zo lekker meer op elkaar.
De laatste keer dat dat zo was bleef er vervolgens ineens een halve kies in een boterham hangen.
Wat denkt u, zou de tandarts me uitlachen als ik nu vast een afspraak maak..?
Al dagen doe ik niets anders dan mijn kaken op elkaar klemmen en knarsen. Onbewust: zodra ik het merk probeer ik te ontspannen, maar 's nachts doe ik het net zo goed.
En nu staan mijn kiezen al twee dagen niet zo lekker meer op elkaar.
De laatste keer dat dat zo was bleef er vervolgens ineens een halve kies in een boterham hangen.
Wat denkt u, zou de tandarts me uitlachen als ik nu vast een afspraak maak..?
5 | 15:27
Theorie & praktijk
Goed woord, foute actie:
‘pruttel’
(zoals ook een man die op schrift 'hihi' zegt wel iets aandoenlijks heeft, terwijl een daadwerkelijk giechelende man...)
Goed woord, foute actie:
‘pruttel’
(zoals ook een man die op schrift 'hihi' zegt wel iets aandoenlijks heeft, terwijl een daadwerkelijk giechelende man...)
3 | 11:54
Contact
Van die momenten dat ik zo graag een digitale camera had gehad:
Op mijn raam, een knalgeel briefje met in scheve letters:
Van die momenten dat ik zo graag een digitale camera had gehad:
Op mijn raam, een knalgeel briefje met in scheve letters:
Dat vind ik nou
Hartstikke aardig
dank je wel
Glazenwasser
3 | 08:28
'Scuus
Snel briefje voor vertrek, op mijn venster geplakt:
Snel briefje voor vertrek, op mijn venster geplakt:
"Dag glazenwasser - sorry voor mijn open raam, zal het nooit weer doen"Hoe zit dat met etiquette enzo: moet daar een 'Liefs, Puck' achter..?
maandag 23 februari
2 | 20:00
Vreemd
To: Actiereactie
From: Puck
To: Puck
From: Actiereactie
To: Actiereactie
From: Puck
To: Puck
From: Actiereactie
God sta ons bij...
To: Actiereactie
From: Puck
Ik:
Kijk, hier zit een voze plek.
Dat is mijn pees, die is aan het ontsteken.
Pap:
"Dat is RSI!" (dit enthousiast. Ik hoop omdat hij de term kent, en niet omdat hij mij ontstoken pezen gunt)
"Dan moet je nu drie maanden rust nemen!"
Ik: Mam, papa zegt dat ik drie maanden rust moet nemen.
Ma: "Ha ha..."
Ik: Ja. Dat dacht ik. Maar het is natuurlijk wel enigszins serieus..
Ma: "Zolang jij nog kunt schuren en verfkrabben is er niets aan de hand."
Hoezo eigenbelang...
To: Puck
From: Actiereactie
Misschien weet je vader wel al over de pieppiep?
To: Actiereactie
From: Puck
ik weet niet.
ik vertrouw die man voor geen cent.
Hij gaat vreemd met de moderne maatschappij.
Ik hoorde hem vrijdag iets mompelen over computerles en 'centrale server'.
To: Puck
From: Actiereactie
lol
die heeft allang zijn eigen log joh.
schrijft ie over z'n dochter, vrouw, kookrecepten en voordeelaanbiedingen ;)
God sta ons bij...
2 | 15:04
Zoem
Hoewel mijn sms-gedrag anders doet vermoeden heb ik de hele dag gewerkt, massa's werk afgeleverd, en nu vrij, met zowaar een heus weekendgevoel. Op maandag, ja.
Het is prikkend koud met strakblauwe lucht en stralende zon, de narcissen komen al op, de lente hangt in de lucht; het is weer om buiten te dartelen en dansen, om te juichen en zingen en te vrijen met je lief.
Waar maak ik me eigenlijk zo druk om..?
Hoewel mijn sms-gedrag anders doet vermoeden heb ik de hele dag gewerkt, massa's werk afgeleverd, en nu vrij, met zowaar een heus weekendgevoel. Op maandag, ja.
Het is prikkend koud met strakblauwe lucht en stralende zon, de narcissen komen al op, de lente hangt in de lucht; het is weer om buiten te dartelen en dansen, om te juichen en zingen en te vrijen met je lief.
Waar maak ik me eigenlijk zo druk om..?
3 | 14:46
Species
pieppiep.. pieppiep...
"Puck, wat maak je daar voor nieuwe geluiden die ik nog helemaal niet ken?!"
Het wordt tijd dat ik mijn moeder leer van de bloemetjes en de bijtjes.
Of, in dit geval, van smsjes en hun lokroep.
pieppiep.. pieppiep...
"Puck, wat maak je daar voor nieuwe geluiden die ik nog helemaal niet ken?!"
Het wordt tijd dat ik mijn moeder leer van de bloemetjes en de bijtjes.
Of, in dit geval, van smsjes en hun lokroep.
6 | 09:57
Hoeverenmme!!
Godverdomme zit er niet in, in dat woordenboek.
Net zo min als valsspeler.
Terwijl dat toch zulke essentiële woorden zijn in de dagelijkse communicatie..
Godverdomme zit er niet in, in dat woordenboek.
Net zo min als valsspeler.
Terwijl dat toch zulke essentiële woorden zijn in de dagelijkse communicatie..
4 | 09:06
Van Woonommomm naar Woordjes
Mijn trots is gekrenkt.
Ik dacht: dat leer ik mezelf wel.
Ik doe niet aan handleidingen, ik heb ze niet nodig, alles wat ik wil weten kan ik zelf wel uitvinden.
Maar het lukt niet.
Ik ga nog steeds geen handleiding pakken.
Ik ga zelfs niet Googlen.
In plaats daarvan vraag ik aan u:
geef me één kleine hint over hoe ik dat K*T-woordenboek van mijn Nokia moet gebruiken..!
Update, 9:21
Grappig is dat.
Toen ik onlangs een kwartier bezig was één pen uit een deurscharnier te krijgen, stelde mijn moeder voor dat N, haar zwager, misschien even moest helpen. Onmiddellijk na het uitspreken van het woord helpen begon de pen zich langzaam omhoog te bewegen.
Blijkbaar ben ik zo allergisch voor het woord 'hulp' dat er onvermoede krachten in mij loskomen.
Dus.
Blikt wordt bij indrukken van de 3 ineens Blijve en daarna netjes Blijven. Dat snap ik nu. Helemaal zonder aanwijzingen.
Maar hoe krijg ik nou een vraagteken? Want de 1 geeft nu alleen maar ..... - nergens meer een komma of vraagteken.
Mijn trots is gekrenkt.
Ik dacht: dat leer ik mezelf wel.
Ik doe niet aan handleidingen, ik heb ze niet nodig, alles wat ik wil weten kan ik zelf wel uitvinden.
Maar het lukt niet.
Ik ga nog steeds geen handleiding pakken.
Ik ga zelfs niet Googlen.
In plaats daarvan vraag ik aan u:
geef me één kleine hint over hoe ik dat K*T-woordenboek van mijn Nokia moet gebruiken..!
Update, 9:21
Grappig is dat.
Toen ik onlangs een kwartier bezig was één pen uit een deurscharnier te krijgen, stelde mijn moeder voor dat N, haar zwager, misschien even moest helpen. Onmiddellijk na het uitspreken van het woord helpen begon de pen zich langzaam omhoog te bewegen.
Blijkbaar ben ik zo allergisch voor het woord 'hulp' dat er onvermoede krachten in mij loskomen.
Dus.
Blikt wordt bij indrukken van de 3 ineens Blijve en daarna netjes Blijven. Dat snap ik nu. Helemaal zonder aanwijzingen.
Maar hoe krijg ik nou een vraagteken? Want de 1 geeft nu alleen maar ..... - nergens meer een komma of vraagteken.
1 | 05:56
Plons
Wat vreemd was, was dat het zo vreemd was.
Dat ik het zag gebeuren, en alleen maar kon staren. Me verwonderde dat zoiets kon gebeuren. Alsof er hier sprake was van een soort parallelle wereld die zomaar was binnengedrongen, en waarover ik me alleen maar kon verbijsteren.
Terwijl het feitelijk niet vreemder was dan elk van mijn andere klunzigheden. Niet anders dan melk laten overkoken, bekers thee laten omvallen, mijn mes net iets te stevig afvegen aan de pot stroop, die daardoor omkiept en leegstroomt.
Maar toch.
Dit was anders.
Dit kwam, zag en overrompelde.
De wasknijper van de zak suiker, zó in mijn kommetje yoghurt.
Wat vreemd was, was dat het zo vreemd was.
Dat ik het zag gebeuren, en alleen maar kon staren. Me verwonderde dat zoiets kon gebeuren. Alsof er hier sprake was van een soort parallelle wereld die zomaar was binnengedrongen, en waarover ik me alleen maar kon verbijsteren.
Terwijl het feitelijk niet vreemder was dan elk van mijn andere klunzigheden. Niet anders dan melk laten overkoken, bekers thee laten omvallen, mijn mes net iets te stevig afvegen aan de pot stroop, die daardoor omkiept en leegstroomt.
Maar toch.
Dit was anders.
Dit kwam, zag en overrompelde.
De wasknijper van de zak suiker, zó in mijn kommetje yoghurt.
zondag 22 februari
3 | 14:53
Handle with care
Doe je voorzichtig vandaag?, werd me vanochtend van twee kanten gevraagd.
'Nee', was mijn besliste antwoord aan beiden.
Als ik ergens geen zin in had was het voorzichtig zijn.
Ik had mezelf door een gehaktmolen gedraaid als dat mogelijk was geweest.
En dus heb ik vanochtend in mijn moeders tuintje gewerkt.
Klinkt onschuldig en erg voorzichtig, ware het niet dat de vorige eigenaar, behalve spijkerfetishist, schijnbaar ook enigszins paranoide was en zijn tuin werkelijk op alle mogelijke manieren voor indringers heeft willen behoeden.
Inclusief ondergronds.
Door de hele tuin stonden muurtjes.
Ogenschijnlijk lieflijke, onschuldige perkjes; maar het metselwerk bleek tot drie lagen diep onder de grond door te gaan.
Bovendien had hij tegen de schutting, grenzend aan de buurtuin, glasplaten neergezet. En vastgemetseld. En bleek hij ook dit glasprojectje ondergronds te hebben voortgezet.
Tot diep in de aarde verstopt: losse glasscherven. En eigengemetselde muurtjes, samengesteld uit een 'papje' van baksteen, keitjes, piepschuim, glasscherven en cement.
Dus ik heb op het terras (och, wat een groots woord voor zo'n puinzooi..) gezeten. Met een steenbeitel en een hamer steen voor steen losgebeiteld. Uit de grond getrokken. Grond afgegraven en nog meer stenen gevonden. Nog meer losgebikt. En uiteindelijk zachtjes met mijn blote vingers in de aarde naar glassscherven gezocht. Stapels scherven. En losse splinters.
Ja.
Eigenlijk ben ik heel voorzichtig geweest.
Ik snap ook niet zo goed waarom mijn moeder nu op bed ligt 'bij te komen van de stress'.
Doe je voorzichtig vandaag?, werd me vanochtend van twee kanten gevraagd.
'Nee', was mijn besliste antwoord aan beiden.
Als ik ergens geen zin in had was het voorzichtig zijn.
Ik had mezelf door een gehaktmolen gedraaid als dat mogelijk was geweest.
En dus heb ik vanochtend in mijn moeders tuintje gewerkt.
Klinkt onschuldig en erg voorzichtig, ware het niet dat de vorige eigenaar, behalve spijkerfetishist, schijnbaar ook enigszins paranoide was en zijn tuin werkelijk op alle mogelijke manieren voor indringers heeft willen behoeden.
Inclusief ondergronds.
Door de hele tuin stonden muurtjes.
Ogenschijnlijk lieflijke, onschuldige perkjes; maar het metselwerk bleek tot drie lagen diep onder de grond door te gaan.
Bovendien had hij tegen de schutting, grenzend aan de buurtuin, glasplaten neergezet. En vastgemetseld. En bleek hij ook dit glasprojectje ondergronds te hebben voortgezet.
Tot diep in de aarde verstopt: losse glasscherven. En eigengemetselde muurtjes, samengesteld uit een 'papje' van baksteen, keitjes, piepschuim, glasscherven en cement.
Dus ik heb op het terras (och, wat een groots woord voor zo'n puinzooi..) gezeten. Met een steenbeitel en een hamer steen voor steen losgebeiteld. Uit de grond getrokken. Grond afgegraven en nog meer stenen gevonden. Nog meer losgebikt. En uiteindelijk zachtjes met mijn blote vingers in de aarde naar glassscherven gezocht. Stapels scherven. En losse splinters.
Ja.
Eigenlijk ben ik heel voorzichtig geweest.
Ik snap ook niet zo goed waarom mijn moeder nu op bed ligt 'bij te komen van de stress'.
9 | 05:53
Melted Assets
Iets heel anders:
ons vriesvak blijkt vanaf gisteravond negen uur te hebben opengestaan.
IJs een breiïge massa, broodjes vermoedelijk ook niet meer helemaal jofel.
Nou vroeg ik me af:
dat met "nooit een tweede keer invriezen" - is dat om hygienische redenen? Of gebeurt er iets raars met de structuur van voedsel bij invriezen?
Ik bedoel: voor een overdaad aan bacterieen kan je je lichaam nog enigszins trainen. Voor het verwerken van onverteerbaar voedsel niet.
En uit die pot B&J was verdomme nog maar één lepel gegeten..
Iets heel anders:
ons vriesvak blijkt vanaf gisteravond negen uur te hebben opengestaan.
IJs een breiïge massa, broodjes vermoedelijk ook niet meer helemaal jofel.
Nou vroeg ik me af:
dat met "nooit een tweede keer invriezen" - is dat om hygienische redenen? Of gebeurt er iets raars met de structuur van voedsel bij invriezen?
Ik bedoel: voor een overdaad aan bacterieen kan je je lichaam nog enigszins trainen. Voor het verwerken van onverteerbaar voedsel niet.
En uit die pot B&J was verdomme nog maar één lepel gegeten..
3 | 05:48
Omgekeerde wereld
Vannacht had ik de keuze uit drie mannen.
Ze wisten van elkaars bestaan, maar dat weerhield ze niet om naar mijn onverdeelde aandacht te dingen.
Ik speelde met ze, joeg ze het hart en de hormonen op hol, verhitte gemoederen en meer, maar bleef zelf koel en beheerst. Opperste macht, ijsprinses met lokkende charmes.
Het had wel wat..
Vannacht had ik de keuze uit drie mannen.
Ze wisten van elkaars bestaan, maar dat weerhield ze niet om naar mijn onverdeelde aandacht te dingen.
Ik speelde met ze, joeg ze het hart en de hormonen op hol, verhitte gemoederen en meer, maar bleef zelf koel en beheerst. Opperste macht, ijsprinses met lokkende charmes.
Het had wel wat..
zaterdag 21 februari
2 | 16:39
Droef (2)
Sinds augustus sport ik nu met zekere regelmaat.
Blijkbaar zit er toch iets van waarheid in de theorie over het positieve effect van sporten op neurotransmitters, want langzaamaan is mijn depressieve gevoel verdwenen.
Zo geleidelijk dat ik het in eerste instantie niet eens doorhad.
Me niet bewust was van de zo verbeterde stemming, noch kon herinneren hoe het eerst was.
Tot nu.
Ik dwaal door het huis van mijn moeder, doelloos waar werk in overvloed is.
Er hangt een deken van somberheid, verlatenheid en triestigheid over me heen, die alles verdooft en tegelijk pijnlijker is dan wat ook.
Ik wil huilen, maar kan niet; ik ben verkrampt, heb het koud, heb geen honger meer (wat werkelijk een unicum is). Slaap slecht.
Ik zit, en staar.
Ik sport, en staar. Draai drie rondes mee voor ik doorheb dàt ik meedraai. Kan me niet herinneren de apparaten achter me werkelijk gebruikt te hebben.
Ik fiets en staar.
Ik glimlach, mechanisch.
Alles leeg en kaal en vlak. Behalve de onpeilbare, inktzwarte dieptes.
Zo vertrouwd, zo herkenbaar, zo onwelkom.
Zonder reden, zonder oorzaak.
Mijn vriendin is liever dan lief, en ik zit nog steeds met een gevoel dat achteraf misschien toch geen liefdesverdriet was.
Sinds augustus sport ik nu met zekere regelmaat.
Blijkbaar zit er toch iets van waarheid in de theorie over het positieve effect van sporten op neurotransmitters, want langzaamaan is mijn depressieve gevoel verdwenen.
Zo geleidelijk dat ik het in eerste instantie niet eens doorhad.
Me niet bewust was van de zo verbeterde stemming, noch kon herinneren hoe het eerst was.
Tot nu.
Ik dwaal door het huis van mijn moeder, doelloos waar werk in overvloed is.
Er hangt een deken van somberheid, verlatenheid en triestigheid over me heen, die alles verdooft en tegelijk pijnlijker is dan wat ook.
Ik wil huilen, maar kan niet; ik ben verkrampt, heb het koud, heb geen honger meer (wat werkelijk een unicum is). Slaap slecht.
Ik zit, en staar.
Ik sport, en staar. Draai drie rondes mee voor ik doorheb dàt ik meedraai. Kan me niet herinneren de apparaten achter me werkelijk gebruikt te hebben.
Ik fiets en staar.
Ik glimlach, mechanisch.
Alles leeg en kaal en vlak. Behalve de onpeilbare, inktzwarte dieptes.
Zo vertrouwd, zo herkenbaar, zo onwelkom.
Zonder reden, zonder oorzaak.
Mijn vriendin is liever dan lief, en ik zit nog steeds met een gevoel dat achteraf misschien toch geen liefdesverdriet was.
1 | 06:07
Stroop
Het fijn wazig wakker worden tijdens het wat lusteloos rondklikken op internet wordt wel stevig verpest als dat internet nog trager is dan ikzelf.
Het fijn wazig wakker worden tijdens het wat lusteloos rondklikken op internet wordt wel stevig verpest als dat internet nog trager is dan ikzelf.
vrijdag 20 februari
6 | 21:39
Dat u het weet
Dat ik een stom rund ben.
Dat ik absoluut niet in de positie ben om anderen te kritiseren, aangezien ik zelf als geen ander in staat ben mijn eigen drama te creeëren. Extra drempels te leggen op een moment dat ik ze het minst kan gebruiken.
Oh. En dat klitteband zuigt.
Dat ik een stom rund ben.
Dat ik absoluut niet in de positie ben om anderen te kritiseren, aangezien ik zelf als geen ander in staat ben mijn eigen drama te creeëren. Extra drempels te leggen op een moment dat ik ze het minst kan gebruiken.
Oh. En dat klitteband zuigt.
5 | 12:28
Kloof
Kijk pap, hoe vind je mijn sokken?
- Sportsokken!
Que..?
- Nou ja. Wandelsokken.
??? Het zijn kniekousen!
- Ja, voor als je het koud krijgt. In de bergen.
Mijn superdeluxe ultrahippe felgekleurde duizendstrepige over-de-kniekousen.
Noemt ie bergsokken..
Kijk pap, hoe vind je mijn sokken?
- Sportsokken!
Que..?
- Nou ja. Wandelsokken.
??? Het zijn kniekousen!
- Ja, voor als je het koud krijgt. In de bergen.
Mijn superdeluxe ultrahippe felgekleurde duizendstrepige over-de-kniekousen.
Noemt ie bergsokken..
4 | 05:50
Zelfzorg
Ik was het gewoon zàt.
Ik had er geen zin meer in, in die lange aanloop, het rustig opbouwen, laten vormen, van mettertijd en op de lange termijn.
Al die maniertjes, al die regeltjes. Het jezelf langzaam introduceren; de vormelijkheid, de terughoudendheid. Niet alles meteen prijsgeven, eerst aftasten, niet de ander afschrikken met al te openhartig, met hoge pieken diepe dalen.
Ik was er gewoon te moe voor, het zou me wat, ik ben ik en ik wou gewoon kunnen zeggen en doen wat ik wou.
Domme, domme Puck.
Alsof het niet zo is dat dat aftasten, introduceren, die regeltjes en maniertjes er zijn voor een reden.
Dat dat alles moet voorkomen dat je naderhand een gevoel hebt van jezelf te hebben weggegeven, nog voor je goed en wel zag wàt, en aan wie. Dat het moet voorkomen dat je jezelf compleet voorbij loopt, jezelf een beetje kwijtraakt.
Waardoor je je later, veel later of veel sneller dan verwacht, compleet murw en leeg voelt. Katerig, moe, vies, verloren.
"Veel sneller dan verwacht" - want natuurlijk had je het ook wel verwacht.
Je kent jezelf wel een beetje.
Maar ook daar had je "gewoon geen zin meer in".
Zoals je je hele gebruiksaanwijzing wel eens schoon genoeg bent.
Die er uiteindelijk toch ook niet voor niets is.
En niemand die je dat zegt.
Niemand die het ook kan zeggen; alsof de ander had moet zeggen "pas nou op, hou jezelf in, straks heb je spijt..".
Niemand anders dan jijzelf.
Cooldown.
Stapje terug.
En maar even wat rustiger aan.
Ik was het gewoon zàt.
Ik had er geen zin meer in, in die lange aanloop, het rustig opbouwen, laten vormen, van mettertijd en op de lange termijn.
Al die maniertjes, al die regeltjes. Het jezelf langzaam introduceren; de vormelijkheid, de terughoudendheid. Niet alles meteen prijsgeven, eerst aftasten, niet de ander afschrikken met al te openhartig, met hoge pieken diepe dalen.
Ik was er gewoon te moe voor, het zou me wat, ik ben ik en ik wou gewoon kunnen zeggen en doen wat ik wou.
Domme, domme Puck.
Alsof het niet zo is dat dat aftasten, introduceren, die regeltjes en maniertjes er zijn voor een reden.
Dat dat alles moet voorkomen dat je naderhand een gevoel hebt van jezelf te hebben weggegeven, nog voor je goed en wel zag wàt, en aan wie. Dat het moet voorkomen dat je jezelf compleet voorbij loopt, jezelf een beetje kwijtraakt.
Waardoor je je later, veel later of veel sneller dan verwacht, compleet murw en leeg voelt. Katerig, moe, vies, verloren.
"Veel sneller dan verwacht" - want natuurlijk had je het ook wel verwacht.
Je kent jezelf wel een beetje.
Maar ook daar had je "gewoon geen zin meer in".
Zoals je je hele gebruiksaanwijzing wel eens schoon genoeg bent.
Die er uiteindelijk toch ook niet voor niets is.
En niemand die je dat zegt.
Niemand die het ook kan zeggen; alsof de ander had moet zeggen "pas nou op, hou jezelf in, straks heb je spijt..".
Niemand anders dan jijzelf.
Cooldown.
Stapje terug.
En maar even wat rustiger aan.
donderdag 19 februari
5 | 22:02
Reutel
Mijn fiets is ziek...
- Heb je het door zeg! Nee, toch, dàt heeft lang nodig gehad!!
Ze is wreed. Ze is een bitch.
Zij houdt niet van mijn fiets.
Mijn fiets is ziek...
- Heb je het door zeg! Nee, toch, dàt heeft lang nodig gehad!!
Ze is wreed. Ze is een bitch.
Zij houdt niet van mijn fiets.
13 | 10:20
Des duivels
Ook goeiemorgen.
Ik persoonlijk vind de grootste zonde in de layout liggen, maar goed, wie ben ik..
S I N ! |
U N B E L I E F ! |
S A T A N ! |
EVIL ! |
V I C T O R Y ! |
Ook goeiemorgen.
Ik persoonlijk vind de grootste zonde in de layout liggen, maar goed, wie ben ik..
woensdag 18 februari
2 | 20:50
Daddy's on speed
Waarom heb jij nu al je pyjama aan?!
‘...’
Je hebt hoog water!!
‘...?’
Is die nog uit je kindertijd?!
‘Pap!’
Ja maar die pijpjes zijn zo kort!!
‘...’
Dat kan toch niet?!
‘...’
Je moet een burqa gaan dragen!!
‘...?’
Hij schuifelt nu door huis en mompelt voor zich uit, van hondjes en parkietjes tot Jomanda.
Zo'n avonddutje heeft vreemde effecten..
Waarom heb jij nu al je pyjama aan?!
‘...’
Je hebt hoog water!!
‘...?’
Is die nog uit je kindertijd?!
‘Pap!’
Ja maar die pijpjes zijn zo kort!!
‘...’
Dat kan toch niet?!
‘...’
Je moet een burqa gaan dragen!!
‘...?’
Hij schuifelt nu door huis en mompelt voor zich uit, van hondjes en parkietjes tot Jomanda.
Zo'n avonddutje heeft vreemde effecten..
9 | 20:04
Spreken is modder
"Je hoort het zo vaak, dat anoprexiameisjes daar nooit meer overheen komen. En als ik jou dan zo bezig zie daar, in de sportschool.. echt mijn diepste respect hoor"
En het onmogelijke gebeurt.
Ik mag haar te graag om in discussie te gaan. Om met argumenten te komen om dit - en elk - compliment te ondergraven.
Voor één keer bespaar ik iemand de complete wanhoop waartoe een eenvoudige vriendelijkheid naar mij uiteindelijk kan leiden.
Ik lach.
En zwijg.
"Je hoort het zo vaak, dat anoprexiameisjes daar nooit meer overheen komen. En als ik jou dan zo bezig zie daar, in de sportschool.. echt mijn diepste respect hoor"
En het onmogelijke gebeurt.
Ik mag haar te graag om in discussie te gaan. Om met argumenten te komen om dit - en elk - compliment te ondergraven.
Voor één keer bespaar ik iemand de complete wanhoop waartoe een eenvoudige vriendelijkheid naar mij uiteindelijk kan leiden.
Ik lach.
En zwijg.
dinsdag 17 februari
24 | 15:46
Dromer
Introductie:
Ik ben zes jaar en we hebben thuis geen televisie.
Ik mag bij de buren televisie kijken: Fabeltjeskrant en Sesamstraat, en reclame. Ik ben gek op reclame, en vooral op de eendjes van Loekie.
De buren zijn twee oudere mensen, die mij door de jaren heen gaan beschouwen als hun kleinkind.
Ze behandelen me niet anders dan hun 'echte' kleinkinderen; ik mag opa en oma zeggen, ik mag mee naar het strand als ze met de andere kleinkinderen gaan, ze trekken hen niet voor boven mij of andersom.
Oma gaat het eerst dood; mijn ouders hebben het stille vermoeden dat opa zonder haar nooit zal overleven, maar hij redt zich wonderwel.
Hij vindt het fijn als ik gewoon blijf komen, ook al is oma er niet meer, en dat doe ik.
Ik heb een opa, ik heb tv, en ik krijg elke avond als ik er kom een blaadje met wat fruit, sap en dropjes. Wat wil een mens nog meer.
Voor een verjaardag (zijn tachtigste? Ik weet het niet meer) heeft hij van zijn kinderen twee goudvissen in een kommetje gekregen. Da's leuk; en Puck kan wel helpen met het schoonmaken van de kom. V1 en V2, noemt hij ze.
Met de jaren gaat opa's gezondheid achteruit.
Hij loopt moeilijk, is vaak duizelig. Valt regelmatig.
Op een dag, ik ben denk ik achttien, hoor ik dat hij in het ziekenhuis ligt. Van daaruit gaat hij door naar een verpleegtehuis om aan te sterken, daarna voeren zijn kinderen hem af naar een verzorgingstehuis in het Gooi.
Ik heb hem nooit weer gezien; hij sterft een paar jaar later.
Ik ben acht en ik ga in mijn eentje naar Kijkduin.
Het stormt en regent; ik dwaal over het strand en langs de zee. Spring net niet op tijd weg voor de golven en raak compleet doorweekt.
Ik ga terug naar huis, en maak een tussenstop bij de Biesiklette in Kijkduin.
Heeft meneer misschien een handdoek?
Meneer heet Nap, hij is lief, hij heeft rijstwafels en we worden vrienden.
Ik ben rond die leeftijd nogal wegloperig, en zit om de haverklap bij Nap. Ik krijg rijstwafels en saucijzenbroodjes van de slager en we hebben veel lol.
Af en toe kietelt hij me, tot ik wanhopig en oncontoleerbaar lach, weerloos ben. Op zo'n moment ben ik doodsbang, maar ik bijt op mijn tanden, wring me los. En kom een volgende keer gewoon weer. Nap is lief. En hij heeft rijstwafels en saucijzenbroodjes.
Ik ben een jaar of tien.
Ik moet even telefoneren, in het kamertje van de concierge van de school, Meneer M.
Als ik klaar ben wil ik weglopen.
Blijf nog even praten, zegt hij.
Een andere keer, zeg ik.
Ik voel me niet op mijn gemak, wil naar buiten lopen. Meneer M. loopt voor me uit, vlak voor de deur blijft hij staan, zijn hand op zijn rug, ik vlak achter hem. Hij grijpt met zijn vingers in mijn kruis.
Ik deins achteruit, hij loopt door, ik maak dat ik wegkom.
Het laatste jaar basisschool ontwijk ik hem. Hij doet nooit meer iets, behalve lachen, maar ik ben bang voor hem geworden.
Ik heb het voorval aan mijn ouders verteld, en aan de meester, maar die kunnen ook weinig met één dergelijk incident.
Ik ben twaalf en zit op catechese en het kerkkoor.
De pastoor is in de afgelopen jaren huisvriend geworden, en ik kan het goed met hem vinden. Hij is slim en aardig en excentriek, op een leuke manier. En hij is mijn moeders beste vriend; en ik vind het belangrijk dat mama zich zo bij iemand thuis voelt.
We gaan eens naar zee, met wat kinderen en de pastoor.
We zwemmen, heel ver en diep, hij houdt me vast zodat ik niet zink. Hij maakt een schertsende opmerking over het feit dat ik borsten krijg, ik giechel en voel me ongemakkelijk.
Zou de gelegenheid zich ooit weer voordoen, dan zou ik niet meer met hem gaan zwemmen. Gelukkig doet die gelegenheid zich niet meer voor, en ik kan met een gerust hart zeggen dat het gewoon één vervelend moment was, een misplaatste opmerking, nooit raar bedoeld.
Ik ben dertien, veertien, vijftien tot en met achttien en ik ga drie keer per week naar de buren om televisie te kijken.
Ik zit op de grond in de voorkamer bij de kleine tv; ik heb een eigen program en eigen voorkeuren en ik heb de alleenheerschappij over het toestel gekregen. Fijn, rustig.
Af en toe komen oma of opa vragen of het leuk is, om mij iets lekkers te brengen of om even iets uit de voorkamer te pakken.
Opeens komt opa achter me staan, bukt, legt volkomen onverwacht zijn handen op mijn borsten, knijpt, staat weer op en loopt door.
Ik schrik me te pletter, reageer hoegenaamd niet, blijf naar hen toe komen maar neem mijn maatregelen. Ik ga voortaan goed in elkaar zitten, met mijn handen onder mijn kin en mijn armen voor mijn borst gedrukt.
Als hetzelfde later gebeurt bij de afscheidsknuffel, bij de voordeur, houd ik vanaf dat moment ook bij die knuffel mijn armen stijf voor mijn borst. En als opa, bij datzelfde afscheid, me een paar keer op de mond probeert te zoenen wend ik voortaan mijn hoofd meteen af.
Hij is opa.
Ik wil blijven komen, en er is niets gebeurd.
Ik ben veertien en word hopeloos verliefd op L.
Hij is niet verliefd op mij, maar we klikken goed op vriendschappelijk gebied. Ik ben zijn soulmate en vertrouwenspersoon; hij vertelt me zijn geheimen, vertelt me over al zijn verliefdheden en liefdesverdriet. Huilt bij me uit.
We praten en praten, over alles.
Ik ga van hem houden, een veel te gecompliceerde en zware liefde voor die leeftijd.
Hij heeft driftbuien. Plots opvlammende drift waarin hij mij trapt, bij de keel grijpt, op me in slaat.
Maar ik vergeef hem. Want ik hou van hem. En ik weet wat drift is, ik begrijp en heb lief en slik.
Al zijn grote liefdes zijn kleine meisjes, tere popjes. Elfjes.
Ik voel me lomp en niet-voldoen; het elfjes-meisje wordt mijn ideaal, voorgoed en ongeneeslijk. Ik wil ook een elfje zijn, kwetsbaar uiterlijk maar stoer gedrag. Jongensmeisje dat bescherming oproept in plaats van verlangen.
Ik ben vijftien en ik zit om de haverklap bij de fietsenmaker.
De fietsenmaker ken ik vanaf mijn geboorte, en hij is een beetje mijn tweede vader geworden.
Hij is door omstandigheden fietsenmaker geworden, maar hij is slim en wijs en lief. Ik zit er graag; hij is een rustpunt, zowel in de schelle dorpse buurt als in mijn leven.
Ik zit op een krukje, mag af en toe wat helpen, praat wat, drink thee en chocolademelk, luister naar de felle, ongenuanceerde gesprekken van de regelmatig in de winkel verzamelde dorpsgenoten. We wisselen blikken van verstandhouding uit; allebei luisteren we meer dan dat we iets zeggen, allebei hebben we zo onze eigen mening over al het verbale geweld.
Wij zijn gelijk, het is daar fijn.
Minder fijn is de beladen sfeer als we alleen zijn. Zijn kietelen, zijn toenadering zoeken.
Ik wil geknuffeld worden, mijn vader knuffelt nooit, ik mis knuffels, meer dan wat ook; maar ik heb niet meer het kinderlijke lichaam voor knuffels.
Ik balanceer voortdurend op het randje van ongemak en verlangen; verlangen naar vaderliefde, ongemak om het zo duidelijk andere karakter van zijn knuffels.
Ik wou dat ik geen borsten had, geen heupen, geen vrouwelijk lichaam. Ik kan er niets mee, ik ben er niet aan toe, mijn hart wil zoiets anders dan mijn lichaam suggereert.
Intermezzo
Ik ben zestien en heb mijn eerste vriendje, D.
Ik heb hem bij de fietsenmaker leren kennen en hij lijkt me een goed object om wat op te experimenteren.
Kom op zeg, ik ben zestien. Mag ik.
Hij is mooi gebouwd en ook nog een watje, en volstrekt ongevaarlijk.
Hij vindt zichzelf te oud voor me, en doet niets anders dan zichzelf daaraan herinneren. Elk van onze fysieke handelingen lijkt tegen zijn geweten in te gaan, wat hem nog veiliger maakt. Stop is stop.
Er is geen zinnig woord met de jongen te voeren.
Zijn humor is zouteloos, de gespreksonderwerpen oppervlakkig.
Hij heeft de pest aan BBC-engels, waarvoor ik juist helemaal plat ga. Hij vindt het alleen maar overdreven bekakt.
Zijn zoenen smaken vies, of je een asbak uitlikt, zijn aanrakingen zijn, hoe veilig ook, doodeng. Rillingen over mijn rug, hoe voorzichtig en lief hij ook is.
Er staat niets tegenover op geestelijk gebied. Ik wacht tot ik mijn beugel heb, om nog even te testen of men met zoveel metaalwerk nog steeds kan zoenen, en daarna verbreek ik het contact.
Ik ben zestien, zeventien tot en met negentien, drieëntwintig.
We hebben een nieuwe buurman beneden, K. Een Twentse boer, een enorme man met een grote grommende herdershond en een vervaarlijk uiterlijk. Hij is agressief, lomp. En bij tijden verrassend teder en lief.
Hij vindt mij leuk, hij lacht naar me, maakt dubbelzinnige opmerkingen, ik vind hem doodeng maar houd hem liever te vriend. Ik dien hem nooit van repliek; lach integendeel vriendelijk doch afstandelijk (vind ikzelf) en blijf hem zoveel mogelijk uit de buurt.
Als ik er eens langsmoet, om een bos bloemen voor mijn verjaardag in ontvangst te nemen, gaat hij voor de deur staan, zodat ik er niet meer uitkan. Hij staat dicht op me, vraagt of ik al een vriendje heb, praat dwingend en op zachte hypnotiserende toon.
Als hij me uiteindelijk uitlaat legt hij zijn hand op mijn billen.
Ik ben negentien en ik krijg anorexia.
Al jaren heb ik een moeizame relatie met voedsel en mijn lichaam, en na een stevige buikgriep in de zomer van '97 besluit ik, met meer doorzettingsvermogen dan voorgaande jaren, dat mijn verloren gewicht er dit keer af zal blijven.
Het lukt, er gaat meer en meer af tot ik een fors ondergewicht heb.
Ik ontdek, langzaam maar zeker, dat ik niets liever wil dan fysiek niet meer aanwezig zijn, of in elk geval niet als vrouw herkenbaar.
Ik wil dat elfje zijn, meer dan ooit. En met afvallen zal dat lukken. Ik kan misschien niet korter worden, maar elke ongewenste welving kan ik wegvasten. En dan zal geen man meer naar me verlangen, me begeren, met zijn ogen uitkleden en aanranden.
Ik wil geen mannen, ik wil geen sex, ik wil knuffels en een vader, en de enige manier waarop ik dat zal bereiken is door af te vallen en onvrouwelijk te worden.
En het werkt.
Dat is misschien nog het ergste: als al je argumenten voor het ontwikkelen van een dodelijke aandoening bevestigd worden.
Mijn eigen vader blijkt bezorgd.
De buurman van beneden kijkt me niet langer gulzig aan, slechts met zorg.
Ik ben zesentwintig en hij die ik hoogacht begint ineens dubbelzinnige opmerkingen te maken.
Ik probeer ze te negeren, ik acht hem immers hoog en hij is belangrijk voor me. Ik heb goede, diepe gesprekken met hem, ik wil dat niet kwijtraken maar neem me voor dat ik me nooit meer met hem alleen in één ruimte zal bevinden. Ik zal weer moeten balanceren: ik moet zo onafwezig mogelijk aanwezig zijn. Me voeden aan zijn kennis zonder zelf opgemerkt te worden.
Ik ben zesentwintig en ik krijg een valentijnskaart.
Valentijn suggereert verliefdheid, ik ben gevleid maar doodsbang.
Ik wil geen verliefdheid, ik wil nog steeds die vader en ook niet meer dan dat. Mannen moeten wegblijven met hun man-zijn en bevestiging van mijn vrouw-zijn.
Ik ben zesentwintig en één van de bewoners van het bejaardentehuis waar ik werk wil graag eens met me praten.
Hij is 83, spreekt van humanisme en filosofie, zijn kleindochter op mijn oude school, alles klinkt veilig maar al wat ik denk is: voor iemand van 83 is hij nog verdacht sterk en vitaal, nooit zal ik afspreken op zijn kamer - alleen in de gemeenschappelijke
ruimte.
Ik ben zesentwintig en banger dan ooit voor mannen.
Ik denk na over eventuele nare ervaringen die de oorsprong kunnen zijn van deze angst, maar vind mezelf overdreven. Zovelen die naardere, gruwelijker dingen hebben meegemaakt.
Onverklaarbaar.
Maar ik schrik van elke mogelijk flirterige opmerking. Bang voor implicaties en consequenties.
En bang voor mezelf: bang dat ik ooit weer veel meer zal pikken dan goed voor me is, alleen om dat te verkrijgen wat ik op dat moment het meest ontbeer.
[Of: waarom het, voor het eigen welzijn, af en toe beter is dromen door te prikken.]
Introductie:
Ik ben zes jaar en we hebben thuis geen televisie.
Ik mag bij de buren televisie kijken: Fabeltjeskrant en Sesamstraat, en reclame. Ik ben gek op reclame, en vooral op de eendjes van Loekie.
De buren zijn twee oudere mensen, die mij door de jaren heen gaan beschouwen als hun kleinkind.
Ze behandelen me niet anders dan hun 'echte' kleinkinderen; ik mag opa en oma zeggen, ik mag mee naar het strand als ze met de andere kleinkinderen gaan, ze trekken hen niet voor boven mij of andersom.
Oma gaat het eerst dood; mijn ouders hebben het stille vermoeden dat opa zonder haar nooit zal overleven, maar hij redt zich wonderwel.
Hij vindt het fijn als ik gewoon blijf komen, ook al is oma er niet meer, en dat doe ik.
Ik heb een opa, ik heb tv, en ik krijg elke avond als ik er kom een blaadje met wat fruit, sap en dropjes. Wat wil een mens nog meer.
Voor een verjaardag (zijn tachtigste? Ik weet het niet meer) heeft hij van zijn kinderen twee goudvissen in een kommetje gekregen. Da's leuk; en Puck kan wel helpen met het schoonmaken van de kom. V1 en V2, noemt hij ze.
Met de jaren gaat opa's gezondheid achteruit.
Hij loopt moeilijk, is vaak duizelig. Valt regelmatig.
Op een dag, ik ben denk ik achttien, hoor ik dat hij in het ziekenhuis ligt. Van daaruit gaat hij door naar een verpleegtehuis om aan te sterken, daarna voeren zijn kinderen hem af naar een verzorgingstehuis in het Gooi.
Ik heb hem nooit weer gezien; hij sterft een paar jaar later.
Ik ben acht en ik ga in mijn eentje naar Kijkduin.
Het stormt en regent; ik dwaal over het strand en langs de zee. Spring net niet op tijd weg voor de golven en raak compleet doorweekt.
Ik ga terug naar huis, en maak een tussenstop bij de Biesiklette in Kijkduin.
Heeft meneer misschien een handdoek?
Meneer heet Nap, hij is lief, hij heeft rijstwafels en we worden vrienden.
Ik ben rond die leeftijd nogal wegloperig, en zit om de haverklap bij Nap. Ik krijg rijstwafels en saucijzenbroodjes van de slager en we hebben veel lol.
Af en toe kietelt hij me, tot ik wanhopig en oncontoleerbaar lach, weerloos ben. Op zo'n moment ben ik doodsbang, maar ik bijt op mijn tanden, wring me los. En kom een volgende keer gewoon weer. Nap is lief. En hij heeft rijstwafels en saucijzenbroodjes.
Ik ben een jaar of tien.
Ik moet even telefoneren, in het kamertje van de concierge van de school, Meneer M.
Als ik klaar ben wil ik weglopen.
Blijf nog even praten, zegt hij.
Een andere keer, zeg ik.
Ik voel me niet op mijn gemak, wil naar buiten lopen. Meneer M. loopt voor me uit, vlak voor de deur blijft hij staan, zijn hand op zijn rug, ik vlak achter hem. Hij grijpt met zijn vingers in mijn kruis.
Ik deins achteruit, hij loopt door, ik maak dat ik wegkom.
Het laatste jaar basisschool ontwijk ik hem. Hij doet nooit meer iets, behalve lachen, maar ik ben bang voor hem geworden.
Ik heb het voorval aan mijn ouders verteld, en aan de meester, maar die kunnen ook weinig met één dergelijk incident.
Ik ben twaalf en zit op catechese en het kerkkoor.
De pastoor is in de afgelopen jaren huisvriend geworden, en ik kan het goed met hem vinden. Hij is slim en aardig en excentriek, op een leuke manier. En hij is mijn moeders beste vriend; en ik vind het belangrijk dat mama zich zo bij iemand thuis voelt.
We gaan eens naar zee, met wat kinderen en de pastoor.
We zwemmen, heel ver en diep, hij houdt me vast zodat ik niet zink. Hij maakt een schertsende opmerking over het feit dat ik borsten krijg, ik giechel en voel me ongemakkelijk.
Zou de gelegenheid zich ooit weer voordoen, dan zou ik niet meer met hem gaan zwemmen. Gelukkig doet die gelegenheid zich niet meer voor, en ik kan met een gerust hart zeggen dat het gewoon één vervelend moment was, een misplaatste opmerking, nooit raar bedoeld.
Ik ben dertien, veertien, vijftien tot en met achttien en ik ga drie keer per week naar de buren om televisie te kijken.
Ik zit op de grond in de voorkamer bij de kleine tv; ik heb een eigen program en eigen voorkeuren en ik heb de alleenheerschappij over het toestel gekregen. Fijn, rustig.
Af en toe komen oma of opa vragen of het leuk is, om mij iets lekkers te brengen of om even iets uit de voorkamer te pakken.
Opeens komt opa achter me staan, bukt, legt volkomen onverwacht zijn handen op mijn borsten, knijpt, staat weer op en loopt door.
Ik schrik me te pletter, reageer hoegenaamd niet, blijf naar hen toe komen maar neem mijn maatregelen. Ik ga voortaan goed in elkaar zitten, met mijn handen onder mijn kin en mijn armen voor mijn borst gedrukt.
Als hetzelfde later gebeurt bij de afscheidsknuffel, bij de voordeur, houd ik vanaf dat moment ook bij die knuffel mijn armen stijf voor mijn borst. En als opa, bij datzelfde afscheid, me een paar keer op de mond probeert te zoenen wend ik voortaan mijn hoofd meteen af.
Hij is opa.
Ik wil blijven komen, en er is niets gebeurd.
Ik ben veertien en word hopeloos verliefd op L.
Hij is niet verliefd op mij, maar we klikken goed op vriendschappelijk gebied. Ik ben zijn soulmate en vertrouwenspersoon; hij vertelt me zijn geheimen, vertelt me over al zijn verliefdheden en liefdesverdriet. Huilt bij me uit.
We praten en praten, over alles.
Ik ga van hem houden, een veel te gecompliceerde en zware liefde voor die leeftijd.
Hij heeft driftbuien. Plots opvlammende drift waarin hij mij trapt, bij de keel grijpt, op me in slaat.
Maar ik vergeef hem. Want ik hou van hem. En ik weet wat drift is, ik begrijp en heb lief en slik.
Al zijn grote liefdes zijn kleine meisjes, tere popjes. Elfjes.
Ik voel me lomp en niet-voldoen; het elfjes-meisje wordt mijn ideaal, voorgoed en ongeneeslijk. Ik wil ook een elfje zijn, kwetsbaar uiterlijk maar stoer gedrag. Jongensmeisje dat bescherming oproept in plaats van verlangen.
Ik ben vijftien en ik zit om de haverklap bij de fietsenmaker.
De fietsenmaker ken ik vanaf mijn geboorte, en hij is een beetje mijn tweede vader geworden.
Hij is door omstandigheden fietsenmaker geworden, maar hij is slim en wijs en lief. Ik zit er graag; hij is een rustpunt, zowel in de schelle dorpse buurt als in mijn leven.
Ik zit op een krukje, mag af en toe wat helpen, praat wat, drink thee en chocolademelk, luister naar de felle, ongenuanceerde gesprekken van de regelmatig in de winkel verzamelde dorpsgenoten. We wisselen blikken van verstandhouding uit; allebei luisteren we meer dan dat we iets zeggen, allebei hebben we zo onze eigen mening over al het verbale geweld.
Wij zijn gelijk, het is daar fijn.
Minder fijn is de beladen sfeer als we alleen zijn. Zijn kietelen, zijn toenadering zoeken.
Ik wil geknuffeld worden, mijn vader knuffelt nooit, ik mis knuffels, meer dan wat ook; maar ik heb niet meer het kinderlijke lichaam voor knuffels.
Ik balanceer voortdurend op het randje van ongemak en verlangen; verlangen naar vaderliefde, ongemak om het zo duidelijk andere karakter van zijn knuffels.
Ik wou dat ik geen borsten had, geen heupen, geen vrouwelijk lichaam. Ik kan er niets mee, ik ben er niet aan toe, mijn hart wil zoiets anders dan mijn lichaam suggereert.
Intermezzo
Ik ben zestien en heb mijn eerste vriendje, D.
Ik heb hem bij de fietsenmaker leren kennen en hij lijkt me een goed object om wat op te experimenteren.
Kom op zeg, ik ben zestien. Mag ik.
Hij is mooi gebouwd en ook nog een watje, en volstrekt ongevaarlijk.
Hij vindt zichzelf te oud voor me, en doet niets anders dan zichzelf daaraan herinneren. Elk van onze fysieke handelingen lijkt tegen zijn geweten in te gaan, wat hem nog veiliger maakt. Stop is stop.
Er is geen zinnig woord met de jongen te voeren.
Zijn humor is zouteloos, de gespreksonderwerpen oppervlakkig.
Hij heeft de pest aan BBC-engels, waarvoor ik juist helemaal plat ga. Hij vindt het alleen maar overdreven bekakt.
Zijn zoenen smaken vies, of je een asbak uitlikt, zijn aanrakingen zijn, hoe veilig ook, doodeng. Rillingen over mijn rug, hoe voorzichtig en lief hij ook is.
Er staat niets tegenover op geestelijk gebied. Ik wacht tot ik mijn beugel heb, om nog even te testen of men met zoveel metaalwerk nog steeds kan zoenen, en daarna verbreek ik het contact.
Ik ben zestien, zeventien tot en met negentien, drieëntwintig.
We hebben een nieuwe buurman beneden, K. Een Twentse boer, een enorme man met een grote grommende herdershond en een vervaarlijk uiterlijk. Hij is agressief, lomp. En bij tijden verrassend teder en lief.
Hij vindt mij leuk, hij lacht naar me, maakt dubbelzinnige opmerkingen, ik vind hem doodeng maar houd hem liever te vriend. Ik dien hem nooit van repliek; lach integendeel vriendelijk doch afstandelijk (vind ikzelf) en blijf hem zoveel mogelijk uit de buurt.
Als ik er eens langsmoet, om een bos bloemen voor mijn verjaardag in ontvangst te nemen, gaat hij voor de deur staan, zodat ik er niet meer uitkan. Hij staat dicht op me, vraagt of ik al een vriendje heb, praat dwingend en op zachte hypnotiserende toon.
Als hij me uiteindelijk uitlaat legt hij zijn hand op mijn billen.
Ik ben negentien en ik krijg anorexia.
Al jaren heb ik een moeizame relatie met voedsel en mijn lichaam, en na een stevige buikgriep in de zomer van '97 besluit ik, met meer doorzettingsvermogen dan voorgaande jaren, dat mijn verloren gewicht er dit keer af zal blijven.
Het lukt, er gaat meer en meer af tot ik een fors ondergewicht heb.
Ik ontdek, langzaam maar zeker, dat ik niets liever wil dan fysiek niet meer aanwezig zijn, of in elk geval niet als vrouw herkenbaar.
Ik wil dat elfje zijn, meer dan ooit. En met afvallen zal dat lukken. Ik kan misschien niet korter worden, maar elke ongewenste welving kan ik wegvasten. En dan zal geen man meer naar me verlangen, me begeren, met zijn ogen uitkleden en aanranden.
Ik wil geen mannen, ik wil geen sex, ik wil knuffels en een vader, en de enige manier waarop ik dat zal bereiken is door af te vallen en onvrouwelijk te worden.
En het werkt.
Dat is misschien nog het ergste: als al je argumenten voor het ontwikkelen van een dodelijke aandoening bevestigd worden.
Mijn eigen vader blijkt bezorgd.
De buurman van beneden kijkt me niet langer gulzig aan, slechts met zorg.
Ik ben zesentwintig en hij die ik hoogacht begint ineens dubbelzinnige opmerkingen te maken.
Ik probeer ze te negeren, ik acht hem immers hoog en hij is belangrijk voor me. Ik heb goede, diepe gesprekken met hem, ik wil dat niet kwijtraken maar neem me voor dat ik me nooit meer met hem alleen in één ruimte zal bevinden. Ik zal weer moeten balanceren: ik moet zo onafwezig mogelijk aanwezig zijn. Me voeden aan zijn kennis zonder zelf opgemerkt te worden.
Ik ben zesentwintig en ik krijg een valentijnskaart.
Valentijn suggereert verliefdheid, ik ben gevleid maar doodsbang.
Ik wil geen verliefdheid, ik wil nog steeds die vader en ook niet meer dan dat. Mannen moeten wegblijven met hun man-zijn en bevestiging van mijn vrouw-zijn.
Ik ben zesentwintig en één van de bewoners van het bejaardentehuis waar ik werk wil graag eens met me praten.
Hij is 83, spreekt van humanisme en filosofie, zijn kleindochter op mijn oude school, alles klinkt veilig maar al wat ik denk is: voor iemand van 83 is hij nog verdacht sterk en vitaal, nooit zal ik afspreken op zijn kamer - alleen in de gemeenschappelijke
ruimte.
Ik ben zesentwintig en banger dan ooit voor mannen.
Ik denk na over eventuele nare ervaringen die de oorsprong kunnen zijn van deze angst, maar vind mezelf overdreven. Zovelen die naardere, gruwelijker dingen hebben meegemaakt.
Onverklaarbaar.
Maar ik schrik van elke mogelijk flirterige opmerking. Bang voor implicaties en consequenties.
En bang voor mezelf: bang dat ik ooit weer veel meer zal pikken dan goed voor me is, alleen om dat te verkrijgen wat ik op dat moment het meest ontbeer.
[Of: waarom het, voor het eigen welzijn, af en toe beter is dromen door te prikken.]
7 | 05:18
Through hell and back
In wezen is elke nachtmerrie een achtervolgingsdroom.
Men wordt achtervolgd door zichzelf, door de droom; en het ontwaken is een welkome ontsnapping.
Nachtmerries hebben een haast in zich; de haast van het opgejaagd zijn, machteloos staan, overspoeld raken, grip proberen te krijgen.
Een nachtmerrie is in wezen niet meer dan gebundelde angst, vormgegeven in een surrealistisch verhaaltje.
Niet alle enge dromen zijn nachtmerries, zo is mij vannacht gebleken. Niet elke enge droom heeft die nachtmerrie-achtige sfeer van louter onheil.
Ik had ruzie, knallende ruzie, met mijn moeder. Op een marktplein.
Ik werd misbruikt, ik was ziek, ik had problemen met mijn lief. En midden in een warenhuis kreeg ik een miskraam, maar werd me door de bewaking verboden gebruik te maken van het toilet, of zelfs maar mijn gezicht en handen te wassen.
Het was een afschuwelijke droom.
Maar het was geen nachtmerrie.
Het was gewoon de gruwelijkheid van het leven zelf.
In wezen is elke nachtmerrie een achtervolgingsdroom.
Men wordt achtervolgd door zichzelf, door de droom; en het ontwaken is een welkome ontsnapping.
Nachtmerries hebben een haast in zich; de haast van het opgejaagd zijn, machteloos staan, overspoeld raken, grip proberen te krijgen.
Een nachtmerrie is in wezen niet meer dan gebundelde angst, vormgegeven in een surrealistisch verhaaltje.
Niet alle enge dromen zijn nachtmerries, zo is mij vannacht gebleken. Niet elke enge droom heeft die nachtmerrie-achtige sfeer van louter onheil.
Ik had ruzie, knallende ruzie, met mijn moeder. Op een marktplein.
Ik werd misbruikt, ik was ziek, ik had problemen met mijn lief. En midden in een warenhuis kreeg ik een miskraam, maar werd me door de bewaking verboden gebruik te maken van het toilet, of zelfs maar mijn gezicht en handen te wassen.
Het was een afschuwelijke droom.
Maar het was geen nachtmerrie.
Het was gewoon de gruwelijkheid van het leven zelf.
maandag 16 februari
7 | 12:59
Gevallen vrouw
Zacht en rustig schaatsten mijn ogen door het stukje heen.
Dat ging lekker.
Soepeltjes van zin tot zin, kleine flauwe bochtjes, maar alles logisch en goed te volgen. Mooi landschap, fijn glad ijs.
Tot plots: een gat. Zo'n onzichtbaar, onvoorspelbaar, klein doch geniepig gat, waarin de punt van een schaats blijft haken en jou plat op je bek doet vallen.
...ik was zeventien. En het woord trouwen was ongeveer net zo relevant als schoon ondergoed bij een auto-ongeluk.
Dat heeft Miesepies me al eerder geflikt.
Metaforen, bedoeld ter verduidelijking, waarover ik struikel en die de zo logische verhaallijn juist verwarren.
Eerder schreef hij het stukje 'Flard'.
Helemaal onderaan gebruikt hij de vergelijking van het cartoonfiguurtje dat rent en rent, en stopt met rennen als hij de afgrond beneden zich ziet.
Een vergelijking die me in dit verband volkomen van mijn stuk bracht.
Zonder dat was het duidelijk:
het stukske was zo teer geschreven. Zo zacht, en liefdevol naar de hoofdpersoon toe. Die, op het eind, stopte met rennen; in mijn gedachten stopte met weglopen, met vluchten, maar eindelijk losliet.
Mooi, zo'n soort van totale overgave, 'at last', het toch maar stoppen met rennen voor het onbekende of beangstigende.
Zònder die vergelijking dan.
Want de rennende cartoon gaat feitelijk zijn eigen ondergang tegemoet, door te stoppen met rennen. En door die vergelijking kreeg het geheel ineens een heel onheilspellende draai.
Ik dacht: 'stoppen met rennen', dat is toch een redelijk bekend begrip in relatieland. Als het gaat om verbintenissen enzo. Waarom dan die vergelijking met de cartoon en het vallen? Daar moet iets achter zitten; dat zal een bewuste keuze zijn. Gaat ze ten onder aan deze relatie, die zo veelbelovend leek? Wordt ze misschien zelfs misbruikt?
Verwarring alom.
En dan nu dit weer.
U moeten weten: mijn moeder zit vol leuke verhaaltjes uit den ouden doosch, opgedeeld in categorieën.
Eén daarvan heeft als thema "ongelukken".
Toen mijn moeder een klein meisje was had ze om de haverklap een ongeluk. Geen kleine dingetjes zoals een geschaafde knie of buil op het hoofd, maar stevige, ernstige ongelukken.
Zo schommelde ze eens uiterst vredig op de schommel die in de keukendeur was bevestigd.
Een plotse windvlaag maakte een abrupt einde aan deze dromerigheid: de keukendeur woei dicht, de keukendeur was helaas van glas en mijn moeder schommelde door. Bijna exit beentjes.
Of er was die stok, die tussen de spaken van haar fietsje kwam, waardoor zij (8 jaar oud) over het stuur klapte. Tanden eruit, wenkbrauw weg, kin weg, ontwrichte kaak.
In de loop der jaren talloze gebroken armen en benen, sneden, wonden.
En dan was er mijn grootmoeder.
Mijn grootmoeder was arts, maar had goddank gekozen voor een carriere als Moeder en Vrouw.
Zij had een tic en dat was dat men op een EHBO schoon diende te verschijnen.
Dus elke keer dat mijn moeder zichzelf op het randje van de dood had gebracht, werd zij in bad gestopt.
Gebroken armpje eventueel op een krukje náást het bad, maar schoon moest ze. Daarna werd zij in een schone pyjama gehesen en afgevoerd naar het ziekenhuis.
U begrijpt: na deze verhalencyclus is voor mij schoon ondergoed bij een ongeluk eigenlijk nog relevanter dan eerste hulp.
En nu vraag ik me al dagen af: wanneer en hoe heeft toch het noodlottig einde plaatsgevonden, van Miesepies' jeugdige huwelijk..?
Zacht en rustig schaatsten mijn ogen door het stukje heen.
Dat ging lekker.
Soepeltjes van zin tot zin, kleine flauwe bochtjes, maar alles logisch en goed te volgen. Mooi landschap, fijn glad ijs.
Tot plots: een gat. Zo'n onzichtbaar, onvoorspelbaar, klein doch geniepig gat, waarin de punt van een schaats blijft haken en jou plat op je bek doet vallen.
...ik was zeventien. En het woord trouwen was ongeveer net zo relevant als schoon ondergoed bij een auto-ongeluk.
Dat heeft Miesepies me al eerder geflikt.
Metaforen, bedoeld ter verduidelijking, waarover ik struikel en die de zo logische verhaallijn juist verwarren.
Eerder schreef hij het stukje 'Flard'.
Helemaal onderaan gebruikt hij de vergelijking van het cartoonfiguurtje dat rent en rent, en stopt met rennen als hij de afgrond beneden zich ziet.
Een vergelijking die me in dit verband volkomen van mijn stuk bracht.
Zonder dat was het duidelijk:
het stukske was zo teer geschreven. Zo zacht, en liefdevol naar de hoofdpersoon toe. Die, op het eind, stopte met rennen; in mijn gedachten stopte met weglopen, met vluchten, maar eindelijk losliet.
Mooi, zo'n soort van totale overgave, 'at last', het toch maar stoppen met rennen voor het onbekende of beangstigende.
Zònder die vergelijking dan.
Want de rennende cartoon gaat feitelijk zijn eigen ondergang tegemoet, door te stoppen met rennen. En door die vergelijking kreeg het geheel ineens een heel onheilspellende draai.
Ik dacht: 'stoppen met rennen', dat is toch een redelijk bekend begrip in relatieland. Als het gaat om verbintenissen enzo. Waarom dan die vergelijking met de cartoon en het vallen? Daar moet iets achter zitten; dat zal een bewuste keuze zijn. Gaat ze ten onder aan deze relatie, die zo veelbelovend leek? Wordt ze misschien zelfs misbruikt?
Verwarring alom.
En dan nu dit weer.
U moeten weten: mijn moeder zit vol leuke verhaaltjes uit den ouden doosch, opgedeeld in categorieën.
Eén daarvan heeft als thema "ongelukken".
Toen mijn moeder een klein meisje was had ze om de haverklap een ongeluk. Geen kleine dingetjes zoals een geschaafde knie of buil op het hoofd, maar stevige, ernstige ongelukken.
Zo schommelde ze eens uiterst vredig op de schommel die in de keukendeur was bevestigd.
Een plotse windvlaag maakte een abrupt einde aan deze dromerigheid: de keukendeur woei dicht, de keukendeur was helaas van glas en mijn moeder schommelde door. Bijna exit beentjes.
Of er was die stok, die tussen de spaken van haar fietsje kwam, waardoor zij (8 jaar oud) over het stuur klapte. Tanden eruit, wenkbrauw weg, kin weg, ontwrichte kaak.
In de loop der jaren talloze gebroken armen en benen, sneden, wonden.
En dan was er mijn grootmoeder.
Mijn grootmoeder was arts, maar had goddank gekozen voor een carriere als Moeder en Vrouw.
Zij had een tic en dat was dat men op een EHBO schoon diende te verschijnen.
Dus elke keer dat mijn moeder zichzelf op het randje van de dood had gebracht, werd zij in bad gestopt.
Gebroken armpje eventueel op een krukje náást het bad, maar schoon moest ze. Daarna werd zij in een schone pyjama gehesen en afgevoerd naar het ziekenhuis.
U begrijpt: na deze verhalencyclus is voor mij schoon ondergoed bij een ongeluk eigenlijk nog relevanter dan eerste hulp.
En nu vraag ik me al dagen af: wanneer en hoe heeft toch het noodlottig einde plaatsgevonden, van Miesepies' jeugdige huwelijk..?
5 | 09:00
Mevrouw mijn Vader (2)
"...en dan zijn we vanavond vroeg thuis.."
Beteuterd gezicht als reactie op deze toch geruststellend bedoelde mededeling.
"Maar.. dan kook ik dus niet voor mezelf..?"
Teleurgesteld.
Even iets rechtzetten.
Wij, mijn moeder en ik, zijn al dagen, wéken, elke avond weg, naar mams' huis om te klussen.
Elke avond komt mijn vader alleen thuis, in een stil en donker huis.
Om zes uur, na een fietstocht van drie kwartier; waarna hij zelf moet gaan koken.
Maar van hem geen klacht van "en ik werk de hele dag en ik ben laat thuis en dan moet ik nog eens uren in de keuken staan".
Integendeel: hij heeft in tijden niet zo genoten.
Mijn vader is de man die 40 jaar voor zichzelf had gezorgd voor hij mijn moeder leerde kennen.
De man die mij heeft onderwezen over wassen, koken en kooktechnieken.
Die mijn moeder bestraffend toespreekt als ze ham heeft gekocht als toch duidelijk de salami daar-en-daar in de aanbieding is.
Hij is de man die zijn eigen was wil doen, omdat hij niemand ermee vertrouwt. Eens in de twee weken zijn ondergoed en hemden: Driehoek-zeep op onderbroeken, kragen en manchetten, dan alles heel zorgvuldig in de wasmachine (60°, kort centrifugeren); vervolgens op (zijn eigen!) hangertjes en uiteindelijk alles weer netjes opgevouwen en terug de kast in. Alles zelf, alles in de hand.
Hij is de man die shopt. Uren wegblijft als hij op zaterdag boodschappen doet.
Zelf boodschappen wil doen, want mijn moeder haalt toch maar het verkeerde. En elk product heeft immers een voorkeurswinkel en voorkeursmerk.
De man die voor zichzelf groenteprakjes voor op brood maakt, met ui en tomaat en paprika en kruiden, zachtjes gestoofd en geurend door het hele portiek.
Rabarber- en appelmoes.
De pannen en puddingvormen van zijn moeder heeft hij bewaard, de grote koekenpan van zijn grootmoeder wordt gekoesterd.
Het melkpannetje - 'van thuis...' - houdt hij angstvallig in zijn werkkamer gescheiden van ons, de barbaren.
Hij is de man die koekjes koopt, zijn eigen chocola, iets lekkers voor bij de thee, waar mijn moeder niet om maalt en zeker niet aan denkt.
En die nooit, nóóit iets doet in huis, die met zijn thee consequent de oorzaak is van de eeuwig bruin aangeslagen gootsteen maar die die nooit eens zelf schoonmaakt. Totdat hij een keer andijvie maakt (die in de gootsteen moet worden gewassen) en, met een gebelgde blik onze kant op, heel hooghartig enkel het benodigde stuk gootsteen schoonschuurt.
Gebelgd, daar is hij goed in.
Net als nuffig.
En klagelijk.
U hoeft zich geen zorgen te maken over mijn vader.
Hij heeft wat last van zijn cyclus, maar hij kan prima voor zichzelf zorgen.
"...en dan zijn we vanavond vroeg thuis.."
Beteuterd gezicht als reactie op deze toch geruststellend bedoelde mededeling.
"Maar.. dan kook ik dus niet voor mezelf..?"
Teleurgesteld.
Even iets rechtzetten.
Wij, mijn moeder en ik, zijn al dagen, wéken, elke avond weg, naar mams' huis om te klussen.
Elke avond komt mijn vader alleen thuis, in een stil en donker huis.
Om zes uur, na een fietstocht van drie kwartier; waarna hij zelf moet gaan koken.
Maar van hem geen klacht van "en ik werk de hele dag en ik ben laat thuis en dan moet ik nog eens uren in de keuken staan".
Integendeel: hij heeft in tijden niet zo genoten.
Mijn vader is de man die 40 jaar voor zichzelf had gezorgd voor hij mijn moeder leerde kennen.
De man die mij heeft onderwezen over wassen, koken en kooktechnieken.
Die mijn moeder bestraffend toespreekt als ze ham heeft gekocht als toch duidelijk de salami daar-en-daar in de aanbieding is.
Hij is de man die zijn eigen was wil doen, omdat hij niemand ermee vertrouwt. Eens in de twee weken zijn ondergoed en hemden: Driehoek-zeep op onderbroeken, kragen en manchetten, dan alles heel zorgvuldig in de wasmachine (60°, kort centrifugeren); vervolgens op (zijn eigen!) hangertjes en uiteindelijk alles weer netjes opgevouwen en terug de kast in. Alles zelf, alles in de hand.
Hij is de man die shopt. Uren wegblijft als hij op zaterdag boodschappen doet.
Zelf boodschappen wil doen, want mijn moeder haalt toch maar het verkeerde. En elk product heeft immers een voorkeurswinkel en voorkeursmerk.
De man die voor zichzelf groenteprakjes voor op brood maakt, met ui en tomaat en paprika en kruiden, zachtjes gestoofd en geurend door het hele portiek.
Rabarber- en appelmoes.
De pannen en puddingvormen van zijn moeder heeft hij bewaard, de grote koekenpan van zijn grootmoeder wordt gekoesterd.
Het melkpannetje - 'van thuis...' - houdt hij angstvallig in zijn werkkamer gescheiden van ons, de barbaren.
Hij is de man die koekjes koopt, zijn eigen chocola, iets lekkers voor bij de thee, waar mijn moeder niet om maalt en zeker niet aan denkt.
En die nooit, nóóit iets doet in huis, die met zijn thee consequent de oorzaak is van de eeuwig bruin aangeslagen gootsteen maar die die nooit eens zelf schoonmaakt. Totdat hij een keer andijvie maakt (die in de gootsteen moet worden gewassen) en, met een gebelgde blik onze kant op, heel hooghartig enkel het benodigde stuk gootsteen schoonschuurt.
Gebelgd, daar is hij goed in.
Net als nuffig.
En klagelijk.
U hoeft zich geen zorgen te maken over mijn vader.
Hij heeft wat last van zijn cyclus, maar hij kan prima voor zichzelf zorgen.
zondag 15 februari
10 | 15:12
Roze wolk (2)
U ook een fijne Valentijnsdag gehad?
Kaartjes gekregen, bossen bloemen, juwelen, huwelijksaanzoek?
Ik wel hoor.
Kaartjes, dat is.
En òf ik kaartjes heb gekregen.
Sterker nog: de eerste anonieme, niet-partnergerelateerde Valentijnskaart in mijn hele leven. Een unicum, een primeur!
Van een V.
En ik ken geen V.
Nou ja, misschien ook wel, misschien 1 of 2, maar die bent u toch niet?
Ik ben alle reacties van de laatste tijd doorgelopen, maar (afgezien van die 1 of 2 die u vast niet bent) geen V te vinden.
Of het moet natuurlijk VactieReactie zijn. Of Voethaspel. Vike. Vylani. Vajadebij. Of misschien toch Venk.
Maar dat lijkt me toch stug.
Niettemin: hartelijk dank!
En ik zou het erg leuk vinden als u uzelf zou onthullen.
(en ja: ik heb heus wel goed gelezen. Ik weet dat V de verkeerde letter is. Maar ik heb heus nog wel enige discretie, ik log niet àlles...)
(oh, en voor wie geen genoeg kon krijgen van mijn mooie roze lay: zie hier)
U ook een fijne Valentijnsdag gehad?
Kaartjes gekregen, bossen bloemen, juwelen, huwelijksaanzoek?
Ik wel hoor.
Kaartjes, dat is.
En òf ik kaartjes heb gekregen.
Sterker nog: de eerste anonieme, niet-partnergerelateerde Valentijnskaart in mijn hele leven. Een unicum, een primeur!
Van een V.
En ik ken geen V.
Nou ja, misschien ook wel, misschien 1 of 2, maar die bent u toch niet?
Ik ben alle reacties van de laatste tijd doorgelopen, maar (afgezien van die 1 of 2 die u vast niet bent) geen V te vinden.
Of het moet natuurlijk VactieReactie zijn. Of Voethaspel. Vike. Vylani. Vajadebij. Of misschien toch Venk.
Maar dat lijkt me toch stug.
Niettemin: hartelijk dank!
En ik zou het erg leuk vinden als u uzelf zou onthullen.
(en ja: ik heb heus wel goed gelezen. Ik weet dat V de verkeerde letter is. Maar ik heb heus nog wel enige discretie, ik log niet àlles...)
(oh, en voor wie geen genoeg kon krijgen van mijn mooie roze lay: zie hier)
zaterdag 14 februari
vrijdag 13 februari
8 | 16:53
Spoed (2)
Duizelig strompelde ik de spreekkamer uit, een geur van verbrand vlees achter me latend.
De huisarts was me vergeten.
Of in elk geval: hij was zijn grootse plannen met me vergeten.
Het viel hem blijkbaar ook niet op dat het in de wachtkamer wel èrg stil was; dat dat misschien betekende dat hij zich volgens het rooster langere tijd met mij bezig moest houden.
Hij bekeek mijn buik, was fronsend over de pleisterplek maar tevreden over mijn wrek (ik weiger het een wrat te noemen). Hij knikte, het zag er al met al goed uit, ok.
Klaar.
Pardon?
Maar u zou het ding weghalen! Dat had u gezegd! En die twee in mijn nek ook!
Ik ben elke keer weer verbaasd over mijn eigen stupiditeit. Dat enthousiaste herinneren: alsof mij ijs beloofd was en ik me er ernstig op had verheugd.
Oh ja, dat is waar ook. Kom maar weer terug.
Die op mijn buik kon hij niets aan doen, die was te klein, daar zou hij geen grip op hebben.
Een opmerking zo sinister dat ik gewaarschuwd had moeten zijn.
Wat ik niet was, natuurlijk. Ik was braaf en klauterde terug op de behandeltafel.
‘Erhmm...’, vroeg ik eerst nog voorzichtig; ‘Ik weet niet of u straks pleisters wilt gaan plakken, maar die van vorige keer, dat ging dus niet zo goed..’
Ik heb deze, wees hij trots naar zijn verbandwagen.
‘Zijn dat dezelfde als vorige keer?’
Ze zijn huidvriendelijk, bracht hij koppig.
‘Zijn het dezelfde als vorige keer?’
....ja....
‘Juist. Dat doen we dan maar niet he. Ik heb andere bij me, die wil ik dan liever.’
[mompel mompel, van zijn kant]
We konden twee dingen doen. Hij kon me verdoven, dat waren twee prikjes en dat zou ik evenveel voelen als de behandeling zelf (dat bleek een vuile leugen), of hij kon maar gewoon beginnen.
Mezelf en verdovingen kennende ging ik voor het gewoon beginnen. Dappere dodo.
Bevriezen, had hij gezegd.
Als dat bevriezen was, dan is het met die ijskap aan de noordpool snel gedaan.
Je reinste electrocutie.
Het knetterde, het sneed, het brandde, het stonk. Het stak mijn hele nek door.
Dames, weet u die leuke kleine zenuwtjes bij je wenkbrauw, die je zo lekker voelt bij epileren?
Die zitten ook in je nek.
Nog sterker: ik denk zelfs dat God het in eerste instantie een heel praktisch idee vond om vooral moeders met kleine kinderen ogen in de nek te geven, maar dat de wenkbrauwen en het plukken ervan in die regio op zulke bezwaren stuitte, dat hij het plan moest laten varen.
Ergens was het klaar.
Ik zat wat zwalkend op de behandeltafel, wist niet meer zo goed hoe eraf te komen.
Huisarts zag in mij ineens een spoedgeval en werd aandoenlijk lief.
Legde een vriendelijke hand op mijn schouder, vroeg of het wel ging, was oprecht verbaasd over mijn lamgeslagen uiterlijk, hielp me van de tafel af, terug de spreekkamer in.
Hij opende mijn pleisterdoosje met een (on)behendigheid als van een zakenman die voor het eerst een nieuwe zak in de stofzuiger probeert te doen.
Zuinigheid hoeft gelukkig niet bij andermans spullen, dus knipte hij niet twee losse pleistertjes, maar beplakte mijn hele nek met één enorme strip.
Ik mocht nog blijven zitten.
Rustig aan, even bijkomen tot het ging.
En ik mocht straks alles doen wat ik wou. Alles! Douchen en sporten en haarwassen, zoveel ik maar wou.
Verfkrabben en klussen toch niet, vroeg ik hoopvol.
Ook!
Zo sprak hij blij.
Daar ging mijn vrije middag.
Duizelig strompelde ik de spreekkamer uit, een geur van verbrand vlees achter me latend.
De rest van de dag was gelukkig een oase van rust en vrede. Geen stress, een dag zo fijn als ik nooit eerder had. Zalig dobberen op golven van ontspanning.
(hoort u de ironie..?)
Mijn nek is nu een slagveld.
Het lijkt of mijn twee wrekjes niet zijn weggebrand, maar platgesmolten.
Kleine kratertjes met lavarand. Onooglijker dan het ooit was.
Ik put dan maar kracht uit het feit dat men er na een facelift ook uitziet of men net onder een tram vandaan is geplukt, want als dit zo blijft kan ik alsnog onder het mes.
Wederom: ik had gewaarschuwd moeten zijn.
Dokter was ongeschoren, zag er vaag en dromerig uit. Verliefd en wazig.
De laatste keer dat ik een man in die staat zag stapte ik bij hem achter op de fiets. Een uur later lag ik bij de EHBO met een gat in mijn hoofd en een gescheurde nekspier.
Duizelig strompelde ik de spreekkamer uit, een geur van verbrand vlees achter me latend.
De huisarts was me vergeten.
Of in elk geval: hij was zijn grootse plannen met me vergeten.
Het viel hem blijkbaar ook niet op dat het in de wachtkamer wel èrg stil was; dat dat misschien betekende dat hij zich volgens het rooster langere tijd met mij bezig moest houden.
Hij bekeek mijn buik, was fronsend over de pleisterplek maar tevreden over mijn wrek (ik weiger het een wrat te noemen). Hij knikte, het zag er al met al goed uit, ok.
Klaar.
Pardon?
Maar u zou het ding weghalen! Dat had u gezegd! En die twee in mijn nek ook!
Ik ben elke keer weer verbaasd over mijn eigen stupiditeit. Dat enthousiaste herinneren: alsof mij ijs beloofd was en ik me er ernstig op had verheugd.
Oh ja, dat is waar ook. Kom maar weer terug.
Die op mijn buik kon hij niets aan doen, die was te klein, daar zou hij geen grip op hebben.
Een opmerking zo sinister dat ik gewaarschuwd had moeten zijn.
Wat ik niet was, natuurlijk. Ik was braaf en klauterde terug op de behandeltafel.
‘Erhmm...’, vroeg ik eerst nog voorzichtig; ‘Ik weet niet of u straks pleisters wilt gaan plakken, maar die van vorige keer, dat ging dus niet zo goed..’
Ik heb deze, wees hij trots naar zijn verbandwagen.
‘Zijn dat dezelfde als vorige keer?’
Ze zijn huidvriendelijk, bracht hij koppig.
‘Zijn het dezelfde als vorige keer?’
....ja....
‘Juist. Dat doen we dan maar niet he. Ik heb andere bij me, die wil ik dan liever.’
[mompel mompel, van zijn kant]
We konden twee dingen doen. Hij kon me verdoven, dat waren twee prikjes en dat zou ik evenveel voelen als de behandeling zelf (dat bleek een vuile leugen), of hij kon maar gewoon beginnen.
Mezelf en verdovingen kennende ging ik voor het gewoon beginnen. Dappere dodo.
Bevriezen, had hij gezegd.
Als dat bevriezen was, dan is het met die ijskap aan de noordpool snel gedaan.
Je reinste electrocutie.
Het knetterde, het sneed, het brandde, het stonk. Het stak mijn hele nek door.
Dames, weet u die leuke kleine zenuwtjes bij je wenkbrauw, die je zo lekker voelt bij epileren?
Die zitten ook in je nek.
Nog sterker: ik denk zelfs dat God het in eerste instantie een heel praktisch idee vond om vooral moeders met kleine kinderen ogen in de nek te geven, maar dat de wenkbrauwen en het plukken ervan in die regio op zulke bezwaren stuitte, dat hij het plan moest laten varen.
Ergens was het klaar.
Ik zat wat zwalkend op de behandeltafel, wist niet meer zo goed hoe eraf te komen.
Huisarts zag in mij ineens een spoedgeval en werd aandoenlijk lief.
Legde een vriendelijke hand op mijn schouder, vroeg of het wel ging, was oprecht verbaasd over mijn lamgeslagen uiterlijk, hielp me van de tafel af, terug de spreekkamer in.
Hij opende mijn pleisterdoosje met een (on)behendigheid als van een zakenman die voor het eerst een nieuwe zak in de stofzuiger probeert te doen.
Zuinigheid hoeft gelukkig niet bij andermans spullen, dus knipte hij niet twee losse pleistertjes, maar beplakte mijn hele nek met één enorme strip.
Ik mocht nog blijven zitten.
Rustig aan, even bijkomen tot het ging.
En ik mocht straks alles doen wat ik wou. Alles! Douchen en sporten en haarwassen, zoveel ik maar wou.
Verfkrabben en klussen toch niet, vroeg ik hoopvol.
Ook!
Zo sprak hij blij.
Daar ging mijn vrije middag.
Duizelig strompelde ik de spreekkamer uit, een geur van verbrand vlees achter me latend.
De rest van de dag was gelukkig een oase van rust en vrede. Geen stress, een dag zo fijn als ik nooit eerder had. Zalig dobberen op golven van ontspanning.
(hoort u de ironie..?)
Mijn nek is nu een slagveld.
Het lijkt of mijn twee wrekjes niet zijn weggebrand, maar platgesmolten.
Kleine kratertjes met lavarand. Onooglijker dan het ooit was.
Ik put dan maar kracht uit het feit dat men er na een facelift ook uitziet of men net onder een tram vandaan is geplukt, want als dit zo blijft kan ik alsnog onder het mes.
Wederom: ik had gewaarschuwd moeten zijn.
Dokter was ongeschoren, zag er vaag en dromerig uit. Verliefd en wazig.
De laatste keer dat ik een man in die staat zag stapte ik bij hem achter op de fiets. Een uur later lag ik bij de EHBO met een gat in mijn hoofd en een gescheurde nekspier.
donderdag 12 februari
6 | 14:30
Later
"Hoe voelde dat later.. toen je te uitputting weer iets te boven was?"
Aldus vroeg Majadebij.
Niet zoveel, eigenlijk.
Voornamelijk verbazing.
En ik kan met recht zeggen dat ik met mijn inzicht werkelijk geen donder ben opgeschoten.
"Hoe voelde dat later.. toen je te uitputting weer iets te boven was?"
Aldus vroeg Majadebij.
Niet zoveel, eigenlijk.
Voornamelijk verbazing.
En ik kan met recht zeggen dat ik met mijn inzicht werkelijk geen donder ben opgeschoten.
7 | 11:18
Uit een gebroken ei kan geen kip geboren worden
"Mevrouw, wij kunnen u geen uitkering geven als u niet kunt bewijzen dat u in uw nieuwe woning woont"
"Maar mijnheer, ik kan in de nieuwe woning niet wonen zolang ik geen geld heb om het kluswerk af te maken en het huis in te richten"
"Mevrouw, wij komen maandag om 12:00u langs om te kijken of u in uw huis woont"
Sociale dienst.
Sociaal als altijd.
"Mevrouw, wij kunnen u geen uitkering geven als u niet kunt bewijzen dat u in uw nieuwe woning woont"
"Maar mijnheer, ik kan in de nieuwe woning niet wonen zolang ik geen geld heb om het kluswerk af te maken en het huis in te richten"
"Mevrouw, wij komen maandag om 12:00u langs om te kijken of u in uw huis woont"
Sociale dienst.
Sociaal als altijd.
3 | 08:43
Vlekjes
In het kader van Goed Voor Mijn Lichaam Zorgen:
niet vergeten eigen pleisters mee te nemen.
Het twee-en-een-halve week geleden door huisarts-lief opgeplakte exemplaar haalde ik er na een uur af.
Het contacteczeem zit er nog steeds.
In het kader van Goed Voor Mijn Lichaam Zorgen:
niet vergeten eigen pleisters mee te nemen.
Het twee-en-een-halve week geleden door huisarts-lief opgeplakte exemplaar haalde ik er na een uur af.
Het contacteczeem zit er nog steeds.
woensdag 11 februari
6 | 18:08
Oer
Vandaag ben ik bang geweest.
Een vreemde opmerking, voor iemand met een angststoornis.
'What else is new'.
Deze angst was nieuw.
Mijn oom en tante zijn een dagje geweest, om te helpen met verfbranden.
Mijn oom en tante zijn stoer: die durven wel op trapjes te staan en boven hun hoofd te werken. Dus speciaal voor al het hooggelegen hout waren zij ingeschakeld.
Na drie gebarsten ruiten weigerden zij helaas nog in de buurt van glas te branden.
Flauw.
Ik heb veel meer om glas heengebrand dan zij, en ik heb tot nu toe nog maar 1 gebarsten ruit. En dat was omdat ik loeihard uitschoot met de krabber, niet door de brander zelf.
Iets doen O&T niet goed, maar goed: ze weigerden dus.
Ons achterlatend met een bovenlicht in de keuken. Een bovenlicht in de slaapkamer. Een bovenlicht in de huiskamer. En twee ramen boven voor- en keukendeur.
En zo kwam het dat ik vanmiddag een tafel de gang op zeulde.
De tafel die ik eerst had gebruikt voor woon- en slaapkamer.
De tafel waarop ik me veilig en stabiel voelde.
Ik stond op de tafel, in de gang.
Voor me was een gat. Naast me was een gat. Achter me was een gat.
Voor en naast me zaten deuropeningen; de deuren zwerven ergens door het huis.
Boven de deuropening naast me: muur. Mijn enige houvast.
Boven de deuropening voor me: raam. Louter omgeven door wat hout. Geen muur, alleen maar méér gat.
Kent u dat gevoel van stokkende adem, hart in de keel, tintelende huid - op het moment dat bijvoorbeeld een auto rakelings langs u heen scheert?
Dat.
En dan duizend keer erger.
Puur fysiek, puur reflexmatig. Geen gedachten, geen gevoel. Geen enkele cognitieve therapie op los te laten.
Elke keer weer, dat ik ergens in een gat keek, zakte de grond onder mijn voeten weg. Knal. Mijn lichaam greep zichzelf vast, als was dat de laatste redding.
Geen angst voor de angst, geen anticiperen, geen hyperventilatie. Geen stroom van gedachten over al wat zou kunnen gebeuren en aan het gebeuren was. Geen zichzelf voortsleurende paniek. Alleen, in grote golven, elke keer die duizelingwekkende angst die mijn hele lichaam overnam en elk normaal functioneren en redeneren volledig lamlegde. Angst die ik niet eens meer kan terughalen, me niet meer voor de geest kan halen.
Een uur heb ik gedaan over het beetje houtwerk.
Na dat uur zakte ik volkomen uitgeput, bezweet, slap en trillerig op mijn tafel neer.
Geen glas gesprongen.
En ineens wezenlijk begrip voor het onderscheid in soorten angst, dat in de boekjes wordt gemaakt.
Vandaag ben ik bang geweest.
Een vreemde opmerking, voor iemand met een angststoornis.
'What else is new'.
Deze angst was nieuw.
Mijn oom en tante zijn een dagje geweest, om te helpen met verfbranden.
Mijn oom en tante zijn stoer: die durven wel op trapjes te staan en boven hun hoofd te werken. Dus speciaal voor al het hooggelegen hout waren zij ingeschakeld.
Na drie gebarsten ruiten weigerden zij helaas nog in de buurt van glas te branden.
Flauw.
Ik heb veel meer om glas heengebrand dan zij, en ik heb tot nu toe nog maar 1 gebarsten ruit. En dat was omdat ik loeihard uitschoot met de krabber, niet door de brander zelf.
Iets doen O&T niet goed, maar goed: ze weigerden dus.
Ons achterlatend met een bovenlicht in de keuken. Een bovenlicht in de slaapkamer. Een bovenlicht in de huiskamer. En twee ramen boven voor- en keukendeur.
En zo kwam het dat ik vanmiddag een tafel de gang op zeulde.
De tafel die ik eerst had gebruikt voor woon- en slaapkamer.
De tafel waarop ik me veilig en stabiel voelde.
Ik stond op de tafel, in de gang.
Voor me was een gat. Naast me was een gat. Achter me was een gat.
Voor en naast me zaten deuropeningen; de deuren zwerven ergens door het huis.
Boven de deuropening naast me: muur. Mijn enige houvast.
Boven de deuropening voor me: raam. Louter omgeven door wat hout. Geen muur, alleen maar méér gat.
Kent u dat gevoel van stokkende adem, hart in de keel, tintelende huid - op het moment dat bijvoorbeeld een auto rakelings langs u heen scheert?
Dat.
En dan duizend keer erger.
Puur fysiek, puur reflexmatig. Geen gedachten, geen gevoel. Geen enkele cognitieve therapie op los te laten.
Elke keer weer, dat ik ergens in een gat keek, zakte de grond onder mijn voeten weg. Knal. Mijn lichaam greep zichzelf vast, als was dat de laatste redding.
Geen angst voor de angst, geen anticiperen, geen hyperventilatie. Geen stroom van gedachten over al wat zou kunnen gebeuren en aan het gebeuren was. Geen zichzelf voortsleurende paniek. Alleen, in grote golven, elke keer die duizelingwekkende angst die mijn hele lichaam overnam en elk normaal functioneren en redeneren volledig lamlegde. Angst die ik niet eens meer kan terughalen, me niet meer voor de geest kan halen.
Een uur heb ik gedaan over het beetje houtwerk.
Na dat uur zakte ik volkomen uitgeput, bezweet, slap en trillerig op mijn tafel neer.
Geen glas gesprongen.
En ineens wezenlijk begrip voor het onderscheid in soorten angst, dat in de boekjes wordt gemaakt.
3 | 13:11
Undo Last Action
Steeds meer ben ik vóór de invoering van Ctrl-Z in het dagelijks leven.
Niet alleen voor wat betreft de grote beslissingen in het leven. Verkeerde keuzes, opmerkingen die beter niet gemaakt hadden kunnen worden.
Uit de grote fouten in het leven is meestal nog wel een les te trekken.
Nee, veel liever nog pleit ik voor de mogelijkheid van Ctrl-Z in alle kleine, dagelijkse handelingen. Onnozele zaken, uit welk mislukken geen enkel voordeel is te halen.
Zoals bijvoorbeeld dat polyester T-shirt, met in elke kunststof vezel een eigen wil en een eigen weg. Dat je na veel moeizaam heen en weer draperen eindelijk min of meer opgevouwen hebt gekregen.
Tot je het omdraait. Waarbij je hele kunstwerk in één beweging in elkaar dondert.
Weer een kwartier van je leven kwijt.
Steeds meer ben ik vóór de invoering van Ctrl-Z in het dagelijks leven.
Niet alleen voor wat betreft de grote beslissingen in het leven. Verkeerde keuzes, opmerkingen die beter niet gemaakt hadden kunnen worden.
Uit de grote fouten in het leven is meestal nog wel een les te trekken.
Nee, veel liever nog pleit ik voor de mogelijkheid van Ctrl-Z in alle kleine, dagelijkse handelingen. Onnozele zaken, uit welk mislukken geen enkel voordeel is te halen.
Zoals bijvoorbeeld dat polyester T-shirt, met in elke kunststof vezel een eigen wil en een eigen weg. Dat je na veel moeizaam heen en weer draperen eindelijk min of meer opgevouwen hebt gekregen.
Tot je het omdraait. Waarbij je hele kunstwerk in één beweging in elkaar dondert.
Weer een kwartier van je leven kwijt.
dinsdag 10 februari
18 | 19:50
Significant
Statistiek is een vreemd ding.
Het is onderdeel van een exacte wetenschap, het moet een kwantitatieve afspiegeling zijn van "de Waarheid", maar wat mij betreft is er weinig vager, ongrijpbaarder en onbetrouwbaarder dan statistiek.
Niet alleen is het slechts een weergave van dat wat kan worden genoteerd (en daarmee dus alles buitensluitend wat ongezien is gebleven, maar wellicht wel relevant is), het is ook nog eens onderhevig aan censuur.
Heeft u bij biologie, natuurkunde of scheikunde weleens proefjes moeten doen? Resultaten van meetonderzoek in tabellen en grafieken moeten verwerken?
Dan kent u vast wel dit beeld:
U trekt een lijn, globaal, tussen de punten door, u stelt een formule op bij de getekende lijn en voilà: u heeft een verband ontdekt èn beschreven tussen x en y.
Weer een verschijnsel verklaard in cijfers en letters.
Punten A en B - die mochten helaas niet meedoen.
Zeer spijtig, maar die wijken teveel af. Conclusie: die waarnemingen kunnen nooit kloppen.
Ik stel me zo voor dat iets dergelijks ook op grotere schaal gebeurt.
Na langdurig waarnemen en onderzoek worden statistieken opgesteld. Met betrekking tot mens, dier, natuur, verkeer, noem maar op.
Aan de hand van die statistieken worden grafieken opgesteld, en daaruit worden conclusies getrokken.
En daar gaat het mis.
Want wat gebeurt er met die ene meneer A of mevrouw B die daar zo buiten de lijn bengelt?
Bestaan die? Of zijn ze slechts een meetfout?
Hoe groot is de kans dat die mensen verkeerd zijn waargenomen?
Hoe groot is de kans dat ze wel degelijk bestaan, en onderdeel zijn van een minderheid?
In de wiskunde is daarvoor het begrip significantieniveau. Heel kort door de bocht komt dat neer op: 'Als een bepaald percentage resultaten zus of zoveel afwijkt van de hypothetische waarde, dan is dat geen toeval meer en moet de hypothese verworpen worden. Tot aan dat percentage mag men de hypothese aanhouden (en doen we net alsof die resultaten er niet waren).'
Beetje eng.
Vooral als één afzonderlijke mens beweert een zwevende A of B te zijn; dan wordt hij of zij vergeleken met statistieken en vervolgens wat meewarig benaderd.
Och, u zult het u wel verbeelden.
Och, stelt u toch niet aan.
Zeg, wie denkt u eigenlijk dat u bent, dat u zozeer van de middenmaat af zou wijken? Zo bijzonder is u niet hoor.
Bent u een bijsluiterlezer?
Ik wel.
Zodra ik een bijsluiter in handen krijg breken me de daarin beschreven rode vlekken al uit.
Suggestibel, heet dat. Gevoelig voor suggestie.
De beschreven bijwerkingen heeft men aan de hand van dubbelblind onderzoek bepaald.
Eén groep kreeg een echt exemplaar van het medicijn, één groep een placebo. Komt een bepaalde bijwerking significant vaker voor bij de 'echte' groep, dan mag men het als gevolg van de pil zien, en niet als ingebeelde klacht.
Er blijken namelijk mensen te zijn die zo zenuwachtig worden van het meedoen aan een onderzoek, dat ze spontaan flauwvallen. Stuipen krijgen. Diarree, verstopping, last van maagzuur. Ook al hebben ze een absoluut neutraal pilletje geslikt. Pas als bij de echte groep dergelijke verschijnselen significant vaker voorkomen mag men de conclusie trekken dat het een bijwerking is.
Allemaal goed en wel.
Tot een verschijnsel überhaupt niet wordt waargenomen.
De testgroepen moeten een zekere grootte hebben om een helder beeld te krijgen. Geneesmiddelen testen op een man of tien, twintig levert geen betrouwbaar resultaat op.
Maar wat nou als de testgroep groot genoeg is, maar A net buiten de boot valt?
Bestaat A dan niet?
Bestaan de bijwerkingen die A ondervindt dan ook niet?
Ik slik medicijnen. Seroquel.
Een antipsychoticum, dat in zeer lage doseringen aan borderline-patiënten wordt gegeven, tegen angst en paniek.
Zeer laag - dwz: ongeveer één-tiende van de normale dosering. Waar een schizofreen misschien per keer 250 mg krijgt toegediend, slik ik een pilletje van 25 mg.
Een bijna homeopathische dosis, schertste mijn psychiater; en de kans dat ik er ook maar enige bijwerking van zou hebben was gering. En, zeker in mijn geval, waarschijnlijk puur suggestie.
Het feit dat ik exact een halfuur na het innemen van mijn pil in slaap val wijt hij ook aan deze sensibiliteit. Onmogelijk, dat zo weinig geneesmiddel dat effect zou kunnen hebben. Dat heeft hij nog nooit gehoord, en gezien mijn angst voor medicijnen is het logisch aan te nemen dat.. etc.
"Maar de tandarts dan?"
De eerste keer dat ik bij de tandarts werd verdoofd voelde ik mijn gezicht wegtrekken, nog terwijl de tandarts injecteerde. Mijn hele gezicht werd dof en gevoelloos. Ik werd misselijk. Ik kreeg hartkloppingen. Mijn hals en schouders werden gevoelloos. Mijn vingers gingen tintelen, daarna mijn voeten, toen viel ik flauw.
Nog twee dagen lang tintelden mijn lippen, oren, handen en voeten. Mijn neus en vingertoppen waren blauw.
Suggestie, zei ik toen.
De volgende keer, nu bij een andere tandarts, gebeurde hetzelfde. Deze tandarts lette iets beter op, zag mijn huid grauw en blauwig worden en schrok zich te pletter. Ze zag mijn lippen slap hangen op een plek waar volgens de wetten van bloedstroomrichting onmogelijk verdoving had kunnen komen.
Voortaan kreeg ik een andere injecteervloeistof, en gebruikte zij een andere injecteertechniek.
Suggestie, fluisterde een streng stemmetje diep in me.
Suggestie, zei ook de psychiater.
Evenals het feit dat ik op 2 paracetamol anderhalve dag pijnloos ben.
Handig, maar wel suggestie.
Het vervelende is: er valt niet echt dubbelblind te testen, bij een afzonderlijk individu.
Je kan iemand de ene dag een placebo geven en de andere dag een echt middel. Maar, als ik vanuit mezelf spreek: ik zou weten dat ik werd getest. En alleen daarvan al zou ik zo nerveus worden dat ik elke bestaande bijwerking - en een paar extra - zou ontwikkelen. Ongeacht de echtheid van het medicijn.
De enige manier om nog enige objectiviteit en afstand te bewaren is door jezelf te vergeten.
Door het medicijn te vergeten.
Heel letterlijk.
Een aantal keer is het nu gebeurd, dat ik mijn medicijnen vergat in te nemen. Een aantal - maar vaak genoeg om er voorzichtige conclusies uit te trekken.
Het is opvallend - in al zijn frustrerendheid - dat ik nog nooit niet in slaap ben gevallen na het innemen van mijn medicatie.
En het is opvallend hoe gruwelijk wakker ik was, het aantal keren dat ik ze naderhand bleek te zijn vergeten.
Manisch wakker, hysterisch wakker, ontembaar wakker. Wakker tot een uur of twaalf 's avonds, na een actieve dag van zeventien uur.
Er is, wat mij betreft, een direct verband tussen mijn slaap en mijn medicatie, maar volgens mijn psychiater is dat onmogelijk.
Hij heeft het nog nooit gezien, nog nooit gehoord, er nog nooit over gelezen. En hij kan het weten, want hij is een pionier.
Statistisch gezien schijn ik niet te bestaan. Mijn naam is A, en ik ben een puntje dat ver buiten de lijn van de grafiek valt. En, therefore, verwaarloosbaar.
De ervaring leert anders.
En hoezeer ik ook gehecht ben aan statistiek, aan getalletjes en tabellen en waarschijnlijkheid: ik kies voortaan voor mezelf.
Het is mijn lijf. Ik ken mijn lijf. En vanaf nu ben *ik* degene die beslist of iets goed voor me is of niet.
Statistiek is een vreemd ding.
Het is onderdeel van een exacte wetenschap, het moet een kwantitatieve afspiegeling zijn van "de Waarheid", maar wat mij betreft is er weinig vager, ongrijpbaarder en onbetrouwbaarder dan statistiek.
Niet alleen is het slechts een weergave van dat wat kan worden genoteerd (en daarmee dus alles buitensluitend wat ongezien is gebleven, maar wellicht wel relevant is), het is ook nog eens onderhevig aan censuur.
Heeft u bij biologie, natuurkunde of scheikunde weleens proefjes moeten doen? Resultaten van meetonderzoek in tabellen en grafieken moeten verwerken?
Dan kent u vast wel dit beeld:
U trekt een lijn, globaal, tussen de punten door, u stelt een formule op bij de getekende lijn en voilà: u heeft een verband ontdekt èn beschreven tussen x en y.
Weer een verschijnsel verklaard in cijfers en letters.
Punten A en B - die mochten helaas niet meedoen.
Zeer spijtig, maar die wijken teveel af. Conclusie: die waarnemingen kunnen nooit kloppen.
Ik stel me zo voor dat iets dergelijks ook op grotere schaal gebeurt.
Na langdurig waarnemen en onderzoek worden statistieken opgesteld. Met betrekking tot mens, dier, natuur, verkeer, noem maar op.
Aan de hand van die statistieken worden grafieken opgesteld, en daaruit worden conclusies getrokken.
En daar gaat het mis.
Want wat gebeurt er met die ene meneer A of mevrouw B die daar zo buiten de lijn bengelt?
Bestaan die? Of zijn ze slechts een meetfout?
Hoe groot is de kans dat die mensen verkeerd zijn waargenomen?
Hoe groot is de kans dat ze wel degelijk bestaan, en onderdeel zijn van een minderheid?
In de wiskunde is daarvoor het begrip significantieniveau. Heel kort door de bocht komt dat neer op: 'Als een bepaald percentage resultaten zus of zoveel afwijkt van de hypothetische waarde, dan is dat geen toeval meer en moet de hypothese verworpen worden. Tot aan dat percentage mag men de hypothese aanhouden (en doen we net alsof die resultaten er niet waren).'
Beetje eng.
Vooral als één afzonderlijke mens beweert een zwevende A of B te zijn; dan wordt hij of zij vergeleken met statistieken en vervolgens wat meewarig benaderd.
Och, u zult het u wel verbeelden.
Och, stelt u toch niet aan.
Zeg, wie denkt u eigenlijk dat u bent, dat u zozeer van de middenmaat af zou wijken? Zo bijzonder is u niet hoor.
Bent u een bijsluiterlezer?
Ik wel.
Zodra ik een bijsluiter in handen krijg breken me de daarin beschreven rode vlekken al uit.
Suggestibel, heet dat. Gevoelig voor suggestie.
De beschreven bijwerkingen heeft men aan de hand van dubbelblind onderzoek bepaald.
Eén groep kreeg een echt exemplaar van het medicijn, één groep een placebo. Komt een bepaalde bijwerking significant vaker voor bij de 'echte' groep, dan mag men het als gevolg van de pil zien, en niet als ingebeelde klacht.
Er blijken namelijk mensen te zijn die zo zenuwachtig worden van het meedoen aan een onderzoek, dat ze spontaan flauwvallen. Stuipen krijgen. Diarree, verstopping, last van maagzuur. Ook al hebben ze een absoluut neutraal pilletje geslikt. Pas als bij de echte groep dergelijke verschijnselen significant vaker voorkomen mag men de conclusie trekken dat het een bijwerking is.
Allemaal goed en wel.
Tot een verschijnsel überhaupt niet wordt waargenomen.
De testgroepen moeten een zekere grootte hebben om een helder beeld te krijgen. Geneesmiddelen testen op een man of tien, twintig levert geen betrouwbaar resultaat op.
Maar wat nou als de testgroep groot genoeg is, maar A net buiten de boot valt?
Bestaat A dan niet?
Bestaan de bijwerkingen die A ondervindt dan ook niet?
Ik slik medicijnen. Seroquel.
Een antipsychoticum, dat in zeer lage doseringen aan borderline-patiënten wordt gegeven, tegen angst en paniek.
Zeer laag - dwz: ongeveer één-tiende van de normale dosering. Waar een schizofreen misschien per keer 250 mg krijgt toegediend, slik ik een pilletje van 25 mg.
Een bijna homeopathische dosis, schertste mijn psychiater; en de kans dat ik er ook maar enige bijwerking van zou hebben was gering. En, zeker in mijn geval, waarschijnlijk puur suggestie.
Het feit dat ik exact een halfuur na het innemen van mijn pil in slaap val wijt hij ook aan deze sensibiliteit. Onmogelijk, dat zo weinig geneesmiddel dat effect zou kunnen hebben. Dat heeft hij nog nooit gehoord, en gezien mijn angst voor medicijnen is het logisch aan te nemen dat.. etc.
"Maar de tandarts dan?"
De eerste keer dat ik bij de tandarts werd verdoofd voelde ik mijn gezicht wegtrekken, nog terwijl de tandarts injecteerde. Mijn hele gezicht werd dof en gevoelloos. Ik werd misselijk. Ik kreeg hartkloppingen. Mijn hals en schouders werden gevoelloos. Mijn vingers gingen tintelen, daarna mijn voeten, toen viel ik flauw.
Nog twee dagen lang tintelden mijn lippen, oren, handen en voeten. Mijn neus en vingertoppen waren blauw.
Suggestie, zei ik toen.
De volgende keer, nu bij een andere tandarts, gebeurde hetzelfde. Deze tandarts lette iets beter op, zag mijn huid grauw en blauwig worden en schrok zich te pletter. Ze zag mijn lippen slap hangen op een plek waar volgens de wetten van bloedstroomrichting onmogelijk verdoving had kunnen komen.
Voortaan kreeg ik een andere injecteervloeistof, en gebruikte zij een andere injecteertechniek.
Suggestie, fluisterde een streng stemmetje diep in me.
Suggestie, zei ook de psychiater.
Evenals het feit dat ik op 2 paracetamol anderhalve dag pijnloos ben.
Handig, maar wel suggestie.
Het vervelende is: er valt niet echt dubbelblind te testen, bij een afzonderlijk individu.
Je kan iemand de ene dag een placebo geven en de andere dag een echt middel. Maar, als ik vanuit mezelf spreek: ik zou weten dat ik werd getest. En alleen daarvan al zou ik zo nerveus worden dat ik elke bestaande bijwerking - en een paar extra - zou ontwikkelen. Ongeacht de echtheid van het medicijn.
De enige manier om nog enige objectiviteit en afstand te bewaren is door jezelf te vergeten.
Door het medicijn te vergeten.
Heel letterlijk.
Een aantal keer is het nu gebeurd, dat ik mijn medicijnen vergat in te nemen. Een aantal - maar vaak genoeg om er voorzichtige conclusies uit te trekken.
Het is opvallend - in al zijn frustrerendheid - dat ik nog nooit niet in slaap ben gevallen na het innemen van mijn medicatie.
En het is opvallend hoe gruwelijk wakker ik was, het aantal keren dat ik ze naderhand bleek te zijn vergeten.
Manisch wakker, hysterisch wakker, ontembaar wakker. Wakker tot een uur of twaalf 's avonds, na een actieve dag van zeventien uur.
Er is, wat mij betreft, een direct verband tussen mijn slaap en mijn medicatie, maar volgens mijn psychiater is dat onmogelijk.
Hij heeft het nog nooit gezien, nog nooit gehoord, er nog nooit over gelezen. En hij kan het weten, want hij is een pionier.
Statistisch gezien schijn ik niet te bestaan. Mijn naam is A, en ik ben een puntje dat ver buiten de lijn van de grafiek valt. En, therefore, verwaarloosbaar.
De ervaring leert anders.
En hoezeer ik ook gehecht ben aan statistiek, aan getalletjes en tabellen en waarschijnlijkheid: ik kies voortaan voor mezelf.
Het is mijn lijf. Ik ken mijn lijf. En vanaf nu ben *ik* degene die beslist of iets goed voor me is of niet.
maandag 09 februari
21 | 11:46
Jodendom (2)
Goed, aangezien niemand van u praktizerend Jood blijkt, dan maar aan de gojim gevraagd:
Het bestaan van Jezus wordt eigenlijk door niemand in twijfel getrokken. Van zijn leven en werk is ook buiten het Nieuwe Testament vermelding gemaakt. Door niet-christelijke schrijvers als Plinius, Tacitus en Josephus Flavius, in geschriften met een eerder geschiedkundige dan theologische inslag.
Ook godsdiensten als islam en jodendom erkennen de persoon Jezus, als historisch figuur.
Wat ze niet erkennen is zijn status als Messias, als Zoon van God. Hij is hoogstens een profeet.
Wat ik me nu afvraag: bovenstaande is mij bekend.
Maar Jezus heeft onder het Joodse volk op zijn minst voor enige beroering gezorgd.
Wat was in zijn tijd, en de toch revolutionair te noemen periode vlak na zijn dood, de visiie van de Joodse wijsgeren, rabbijnen en andere hooggeplaatsten?
Hoe hebben zij hem beschreven, hoe zagen ze hem op het moment zelf en wat was hun visie op de reacties van het volk?
En als u geen antwoord weet: heeft iemand dan misschien een mailadres van een rabbijn ofzo..?
Goed, aangezien niemand van u praktizerend Jood blijkt, dan maar aan de gojim gevraagd:
Het bestaan van Jezus wordt eigenlijk door niemand in twijfel getrokken. Van zijn leven en werk is ook buiten het Nieuwe Testament vermelding gemaakt. Door niet-christelijke schrijvers als Plinius, Tacitus en Josephus Flavius, in geschriften met een eerder geschiedkundige dan theologische inslag.
Ook godsdiensten als islam en jodendom erkennen de persoon Jezus, als historisch figuur.
Wat ze niet erkennen is zijn status als Messias, als Zoon van God. Hij is hoogstens een profeet.
Wat ik me nu afvraag: bovenstaande is mij bekend.
Maar Jezus heeft onder het Joodse volk op zijn minst voor enige beroering gezorgd.
Wat was in zijn tijd, en de toch revolutionair te noemen periode vlak na zijn dood, de visiie van de Joodse wijsgeren, rabbijnen en andere hooggeplaatsten?
Hoe hebben zij hem beschreven, hoe zagen ze hem op het moment zelf en wat was hun visie op de reacties van het volk?
En als u geen antwoord weet: heeft iemand dan misschien een mailadres van een rabbijn ofzo..?
zondag 08 februari
§ | 18:28
Exponentieel
Daar zaten we, boven op het flat, met verwarde blik en dito haardos.
We stelden vast dat alle weerpersonen hadden gelogen. Dit was geen windkracht 10, dit was minstens windkracht 100.
We klauterden voorzichtig naar beneden en besloten dat we wel één keertje verstek konden laten gaan.
En terwijl de wind om het huis giert rusten we onze kapotgekluste handen en zetten ons neer voor een kalm avondje tv.
Daar zaten we, boven op het flat, met verwarde blik en dito haardos.
We stelden vast dat alle weerpersonen hadden gelogen. Dit was geen windkracht 10, dit was minstens windkracht 100.
We klauterden voorzichtig naar beneden en besloten dat we wel één keertje verstek konden laten gaan.
En terwijl de wind om het huis giert rusten we onze kapotgekluste handen en zetten ons neer voor een kalm avondje tv.
7 | 12:00
Hypochondrie en handelsgeest
‘Weet je wat dit is?’
Ik hield mijn moeder een gelig sliertje voor.
Ja, dat zat in je soep.
‘Ja, maar weet je wat het is?’
Nee.
‘Plastic. En weet je wat dat doet?’
Dat zamelt zich op in je darmen en dan word je heel ziek en ga je dood.
‘Nee. Je vindt het terug in je mond, je stuurt het op naar Unox en dan krijg je 3 pakjes cup a soup gratis.’
Ik denk tegenwoordig heel anders..
‘Weet je wat dit is?’
Ik hield mijn moeder een gelig sliertje voor.
Ja, dat zat in je soep.
‘Ja, maar weet je wat het is?’
Nee.
‘Plastic. En weet je wat dat doet?’
Dat zamelt zich op in je darmen en dan word je heel ziek en ga je dood.
‘Nee. Je vindt het terug in je mond, je stuurt het op naar Unox en dan krijg je 3 pakjes cup a soup gratis.’
Ik denk tegenwoordig heel anders..
zaterdag 07 februari
6 | 20:33
Loos
Mam, ik heb een vraag. Het is heel ingewikkeld. Kannie?
- Jawel...
Het gaat over Jezus.
- Puck, voor alles is een tijd en een plaats. Maar ik geloof niet dat dit het moment voor Jezus is.
Jawel, het is juist nu zeer relevant! Jezus werd ook genageld.
De bewoner vóór mijn moeder had een spijkerfetish.
Althans: zo vertelde ons zijn houtwerk.
Overal zaten spijkers. En schroeven. En haakjes.
Onderaan deurposten, waar echt helemaal niets op te hangen of bevestigen valt, zaten spijkers.
Willekeurig op de grond zaten spijkers.
In plinten, aan de binnenkant van raamwerk: schroeven. Scheefgedraaid en verroest, bij voorkeur.
Buiten op de vensterbank stonden twee plantenbakken. Toen we ze dachten te kunnen optillen bleken ze vast te zitten. Aan de onderkant: met zijn tweeën op één lange lat. En aan de muur. De totaal weggeroeste schroefkoppen diep in de aarde.
We moesten de bakken leegscheppen, ze vervolgens losbreken van de muur om uiteindelijk de schroeven met een klauwhamer uit het steen te kunnen trekken. Uitschroeven was uitgesloten.
Op de keukendeur vonden we een stuk spaanplaat, netjes vastgetimmerd met een spijkertje of veertig. Precies over het ventilatierooster heen. Beetje vreemd, dat moest er maar gewoon uit.
Na enig wrikwerk kwam niet de achterkant van het rooster vrij, maar een enorm gat in de deur (waarvan aan de andere kant niets te zien was geweest). Alsof een beverfamilie er een stevige beet in had gezet.
Methode Pieterse, noemen we sindsdien de gewoonte om kwalijke zaken nonchalant weg te timmeren.
De vorige bewoner heette Pieterse.
En dan was er nog de vloer.
De volledige oppervlakte van alle kamers en het halletje is bedekt met hardboard. Vermoedelijk om de boel - oorspronkelijk houten planken - te egaliseren en klaar te maken voor tapijt of andere bekleding; maar het geheel was zo smerig en lag bovendien zo onpraktisch tegen de plinten dat we besloten het eraf te halen. Te beginnen bij de toekomstige slaapkamer.
Vier bij vier meter; elke tien centimeter een spijkertje. Rekent u zelf maar na.
Dus daar zaten we: beetje sjorren aan het hardboard, oud en vermolmd hardboard van de spijkertjes af, en vervolgens op de knieen over de planken vloer met een nijptang.
Leuk afwisselend werk, maar een beetje Jezus was wat mij betreft toch welkom.
Weken lang speculeren we al over die planken vloer. Hoe die eruit zal zien. Wat dáár weer onder zal zitten.
De electricien speculeerde mee, en sprak over een kruipruimte. Dat zou handig zijn, mijmerde hij. Maar hij zou het nooit te weten komen, want dan moest hij de vloer slopen en dat mocht hij niet van zijn baas.
Maar als u hem heeft: veel plezier ermee.
Niks plezier.
Mijn moeder had goed geluisterd naar vriend Stoethaspel, en haar zenuwen nog veel beter.
Stoet had tevreden het woord 'lijken' laten vallen, en in gedachten zag mijn moeder die lijken al liggen. Erg plat, maar erg aanwezig. En een kruipruimte met nog meer lijken zag ze al helemaal niet zitten.
Ik wel.
Ik had wel zin in kruipruimte; het leek me, net als de electricien, een bijzonder handig principe en daarbij: de zenuwen van mijn moeder maken de avontuurlijke geest in mijn wakker.
En zo waren wij al weken goed voorbereid op het ergste. Zij vol angst en beven, ik vol verwachting.
Goed voorbereid en immer klaar voor het moment suprème - tot Jezus kwam.
Want net op het moment dat ik 's mans naam in de conversatie dropte, schoten mèt een plakkaat hardboard twee grote vloerplanken los. Een enorm, zeer duister en diep, gat prijsgevend.
Moeder totaal in paniek. Ik stiekem ook, natuurlijk. Die avontuurlijke geest is wel iets wat je standby moet hebben, dat laat zich niet zomaar oproepen.
Maar ik bleef cool en nonchalant. Tuurlijk. En ik scheen met onze mooie Blokker-reuzezaklamp (toen maar 5,95!) in het gat.
...
Nu verwacht u een hoogtepunt, een wending, iets geweldigs.
Dat was er eigenlijk niet.
Dat is het ellendige van non-functionele angst: dat bouwt zich op en op en op - tot het allemaal weer heel saai wegloopt.
Er was niets te zien.
Ja: rotzooi. Heel veel troep en stof en afval. Een los stuk afvoer. Losse stukken cement.
Maar verder niks. Geen lijk. Geen dooie beesten. Geen geheime kistjes met dagboeken en juwelen.
Alleen maar vies en saai.
Mijn hoop is nu gevestigd op de voorkamer.
Daar zit een hoek, en die ruikt. Naar parfum. Bij vlagen, heel sterk, zoete bedwelmende parfumlucht.
Ik vermoed de geest van een diva, een lijk dat zich nog elke nacht opmaakt en uitdost.
Ik verheug me nu al.
Mam, ik heb een vraag. Het is heel ingewikkeld. Kannie?
- Jawel...
Het gaat over Jezus.
- Puck, voor alles is een tijd en een plaats. Maar ik geloof niet dat dit het moment voor Jezus is.
Jawel, het is juist nu zeer relevant! Jezus werd ook genageld.
De bewoner vóór mijn moeder had een spijkerfetish.
Althans: zo vertelde ons zijn houtwerk.
Overal zaten spijkers. En schroeven. En haakjes.
Onderaan deurposten, waar echt helemaal niets op te hangen of bevestigen valt, zaten spijkers.
Willekeurig op de grond zaten spijkers.
In plinten, aan de binnenkant van raamwerk: schroeven. Scheefgedraaid en verroest, bij voorkeur.
Buiten op de vensterbank stonden twee plantenbakken. Toen we ze dachten te kunnen optillen bleken ze vast te zitten. Aan de onderkant: met zijn tweeën op één lange lat. En aan de muur. De totaal weggeroeste schroefkoppen diep in de aarde.
We moesten de bakken leegscheppen, ze vervolgens losbreken van de muur om uiteindelijk de schroeven met een klauwhamer uit het steen te kunnen trekken. Uitschroeven was uitgesloten.
Op de keukendeur vonden we een stuk spaanplaat, netjes vastgetimmerd met een spijkertje of veertig. Precies over het ventilatierooster heen. Beetje vreemd, dat moest er maar gewoon uit.
Na enig wrikwerk kwam niet de achterkant van het rooster vrij, maar een enorm gat in de deur (waarvan aan de andere kant niets te zien was geweest). Alsof een beverfamilie er een stevige beet in had gezet.
Methode Pieterse, noemen we sindsdien de gewoonte om kwalijke zaken nonchalant weg te timmeren.
De vorige bewoner heette Pieterse.
En dan was er nog de vloer.
De volledige oppervlakte van alle kamers en het halletje is bedekt met hardboard. Vermoedelijk om de boel - oorspronkelijk houten planken - te egaliseren en klaar te maken voor tapijt of andere bekleding; maar het geheel was zo smerig en lag bovendien zo onpraktisch tegen de plinten dat we besloten het eraf te halen. Te beginnen bij de toekomstige slaapkamer.
Vier bij vier meter; elke tien centimeter een spijkertje. Rekent u zelf maar na.
Dus daar zaten we: beetje sjorren aan het hardboard, oud en vermolmd hardboard van de spijkertjes af, en vervolgens op de knieen over de planken vloer met een nijptang.
Leuk afwisselend werk, maar een beetje Jezus was wat mij betreft toch welkom.
Weken lang speculeren we al over die planken vloer. Hoe die eruit zal zien. Wat dáár weer onder zal zitten.
De electricien speculeerde mee, en sprak over een kruipruimte. Dat zou handig zijn, mijmerde hij. Maar hij zou het nooit te weten komen, want dan moest hij de vloer slopen en dat mocht hij niet van zijn baas.
Maar als u hem heeft: veel plezier ermee.
Niks plezier.
Mijn moeder had goed geluisterd naar vriend Stoethaspel, en haar zenuwen nog veel beter.
Stoet had tevreden het woord 'lijken' laten vallen, en in gedachten zag mijn moeder die lijken al liggen. Erg plat, maar erg aanwezig. En een kruipruimte met nog meer lijken zag ze al helemaal niet zitten.
Ik wel.
Ik had wel zin in kruipruimte; het leek me, net als de electricien, een bijzonder handig principe en daarbij: de zenuwen van mijn moeder maken de avontuurlijke geest in mijn wakker.
En zo waren wij al weken goed voorbereid op het ergste. Zij vol angst en beven, ik vol verwachting.
Goed voorbereid en immer klaar voor het moment suprème - tot Jezus kwam.
Want net op het moment dat ik 's mans naam in de conversatie dropte, schoten mèt een plakkaat hardboard twee grote vloerplanken los. Een enorm, zeer duister en diep, gat prijsgevend.
Moeder totaal in paniek. Ik stiekem ook, natuurlijk. Die avontuurlijke geest is wel iets wat je standby moet hebben, dat laat zich niet zomaar oproepen.
Maar ik bleef cool en nonchalant. Tuurlijk. En ik scheen met onze mooie Blokker-reuzezaklamp (toen maar 5,95!) in het gat.
...
Nu verwacht u een hoogtepunt, een wending, iets geweldigs.
Dat was er eigenlijk niet.
Dat is het ellendige van non-functionele angst: dat bouwt zich op en op en op - tot het allemaal weer heel saai wegloopt.
Er was niets te zien.
Ja: rotzooi. Heel veel troep en stof en afval. Een los stuk afvoer. Losse stukken cement.
Maar verder niks. Geen lijk. Geen dooie beesten. Geen geheime kistjes met dagboeken en juwelen.
Alleen maar vies en saai.
Mijn hoop is nu gevestigd op de voorkamer.
Daar zit een hoek, en die ruikt. Naar parfum. Bij vlagen, heel sterk, zoete bedwelmende parfumlucht.
Ik vermoed de geest van een diva, een lijk dat zich nog elke nacht opmaakt en uitdost.
Ik verheug me nu al.
vrijdag 06 februari
6 | 15:49
Jodendom
In verband met een vraagstuk van theologische aard vroeg ik mij af:
Is er onder u iemand die praktizerend Jood is?
In verband met een vraagstuk van theologische aard vroeg ik mij af:
Is er onder u iemand die praktizerend Jood is?
5 | 12:00
Droef
Steeds meer krijg ik het gevoel dat zowel verliefdheid als liefdesverdriet een chemisch proces is, niet noodzakelijkerwijs afhankelijk van de aanwezigheid van een object van liefde of verdriet.
Niet alleen heb ik bij tijd en wijlen een gevoel van euforie, totale verliefdheid en aanbidding, zonder duidelijk aanwijsbare aanleiding of richting, maar ik kan ook, op gelijke wispelturige wijze, een gevoel van melancholie, weemoed en pijn voelen.
Koppelde ik dat vroeger aan al mijn zinloze verliefdheden, het me al vanaf mijn zesde hevig afgewezen voelen door mijn Vlammen: de laatste jaren is er maar één Ware, en zij is nog steeds bij mij.
Mijn toch zo duidelijk als liefdesverdriet herkenbare staat van zijn komt uit het niets, zonder oorzaak.
Vreemd.
Steeds meer krijg ik het gevoel dat zowel verliefdheid als liefdesverdriet een chemisch proces is, niet noodzakelijkerwijs afhankelijk van de aanwezigheid van een object van liefde of verdriet.
Niet alleen heb ik bij tijd en wijlen een gevoel van euforie, totale verliefdheid en aanbidding, zonder duidelijk aanwijsbare aanleiding of richting, maar ik kan ook, op gelijke wispelturige wijze, een gevoel van melancholie, weemoed en pijn voelen.
Koppelde ik dat vroeger aan al mijn zinloze verliefdheden, het me al vanaf mijn zesde hevig afgewezen voelen door mijn Vlammen: de laatste jaren is er maar één Ware, en zij is nog steeds bij mij.
Mijn toch zo duidelijk als liefdesverdriet herkenbare staat van zijn komt uit het niets, zonder oorzaak.
Vreemd.
3 | 06:58
Patroon
“Vreemd, dat ze nu nog niet online is.
Zou ze wel echt wakker zijn?
Ik heb toch lang genoeg gebeld. Ze nam niet op, maar ze zal toch wel wakker zijn geworden?
En dat terwijl ik eindelijk zelf wakker èn op tijd was. Sinds dagen. Speciaal op gelet, heel nauwkeurig en o zo trots. ”
Domme ik.
Voor de zoveelste keer dat ik "er speciaal op let, heel nauwkeurig en o zo trots". Voor de zoveelste keer ook dat, juist op die 'speciale nauwkeurige dagen', zij niet opneemt. Of een stuk minder trots is dan ik.
Ik zou een patroon moeten zien.
Of er toch in elk geval eindelijk van zijn doordrongen dat vrijdag haar vrije dag is, en ze dan liever niet om halfzes uit bed wordt gebeld..
Sorry schat.
Lekker geslapen..?
“Vreemd, dat ze nu nog niet online is.
Zou ze wel echt wakker zijn?
Ik heb toch lang genoeg gebeld. Ze nam niet op, maar ze zal toch wel wakker zijn geworden?
En dat terwijl ik eindelijk zelf wakker èn op tijd was. Sinds dagen. Speciaal op gelet, heel nauwkeurig en o zo trots. ”
Domme ik.
Voor de zoveelste keer dat ik "er speciaal op let, heel nauwkeurig en o zo trots". Voor de zoveelste keer ook dat, juist op die 'speciale nauwkeurige dagen', zij niet opneemt. Of een stuk minder trots is dan ik.
Ik zou een patroon moeten zien.
Of er toch in elk geval eindelijk van zijn doordrongen dat vrijdag haar vrije dag is, en ze dan liever niet om halfzes uit bed wordt gebeld..
Sorry schat.
Lekker geslapen..?
donderdag 05 februari
9 | 20:07
Selfsupporting
Stil en kouwelijk zat hij aan tafel.
"Nou heb ik nog niet gegeten...", zei hij op kwijnende toon.
Maar de erwtensoep dan?
"Die kreeg ik niet open. En toen heb ik de klantenservice van Unox gebeld, maar die gingen om vijf uur dicht. Waarom zetten ze dan ook geen handleiding op die dingen?!"
Maar waarom heb je dan niet even op het mobiel gebeld?
"Ik was het nummer kwijt."
Mijn vader gaat het nooit redden, als mijn moeder straks weg is.
Stil en kouwelijk zat hij aan tafel.
"Nou heb ik nog niet gegeten...", zei hij op kwijnende toon.
Maar de erwtensoep dan?
"Die kreeg ik niet open. En toen heb ik de klantenservice van Unox gebeld, maar die gingen om vijf uur dicht. Waarom zetten ze dan ook geen handleiding op die dingen?!"
Maar waarom heb je dan niet even op het mobiel gebeld?
"Ik was het nummer kwijt."
Mijn vader gaat het nooit redden, als mijn moeder straks weg is.
5 | 06:46
Murphy. Again.
Nee dit. Dit is echt verslapen.
Om met 4W&1F te spreken: fuckety-fuck-fuck!
En wat is dat voor bizars, dat juist op een dag als vandaag letterlijk àlles op is??
En dan niet gewoon helemaal op-op, van het soort: heel hard schelden en daarna aan een zeer sober ontbijt gaan; maar een tussen-op. Op van het soort: nieuw zakje, nieuw pakje, nieuw stripje, nieuwe pot. Hang- en sluitwerk verwijderen, busjes bijvullen. Tijdrovend op (waar de eerste variant eerder tijdbesparend is).
En dan kan ik straks het spoor van achtergelaten verpakkingsmateriaal gaan opruimen.
Nee dit. Dit is echt verslapen.
Om met 4W&1F te spreken: fuckety-fuck-fuck!
En wat is dat voor bizars, dat juist op een dag als vandaag letterlijk àlles op is??
En dan niet gewoon helemaal op-op, van het soort: heel hard schelden en daarna aan een zeer sober ontbijt gaan; maar een tussen-op. Op van het soort: nieuw zakje, nieuw pakje, nieuw stripje, nieuwe pot. Hang- en sluitwerk verwijderen, busjes bijvullen. Tijdrovend op (waar de eerste variant eerder tijdbesparend is).
En dan kan ik straks het spoor van achtergelaten verpakkingsmateriaal gaan opruimen.
woensdag 04 februari
7 | 05:26
Woelig
Ik wachtte op de slaap, maar de slaap kwam niet.
Pil of niet: om halfelf was ik voorbij slaap en hij wenste ook niet terug te keren. Al wat er kwam waren gedachten. Pieker-gedachten.
De wijze, mij nietszeggende kreten uit yogakringen indachtig besloot ik "mijn hoofd leeg te maken".
Nietszeggend is geen goede basis voor effectief handelen, zo blijkt: als mijn hoofd in theorie al een fractie van een gruzelement van een seconde leeg was, dan werd die leegte ras gevuld met asielzoekende nieuwe gedachten.
Mijn hoofd heeft een ondeugdelijk vreemdelingenbeleid, en al spoedig bleek Jan en Alleman zich gevestigd te hebben. Om vervolgens een heuse stammenoorlog te ontketenen.
Kortom: ik draaide door, en niet zuinig ook.
Hoog tijd om hulptroepen in te schakelen.
Ik besloot mijn dominee te bellen. Die zou raad weten.
Lijntjes met God blijken geen garantie voor een evenwichtige geest. Of juist wel: de klanten van een reformwinkel zijn immers voor het grootste deel helemaal niet gezond en bloeiend, maar integendeel behept met een keur aan allergieën en overgevoeligheden.
Hoe dan ook: mijn dominee blijkt net zo'n neurotisch wrak als ik. Maar gezellig was het wel.
Om tien voor halftwaalf hingen we op (dit was een veel ingewikkelder proces; er kwamen moeders (de zijne! Ha!) en dubbelgesprek en mislukte wachtstand in voor, maar dat verhaal mag u met genoemde trefwoorden zelf afmaken), waarna ik zieker werd dan ik in tijden ben geweest. Zomaar. Al mijn darmen - en ik weet nu, tot op elke pijnlijke centimeter, dat die inderdaad meters lang zijn - krampten samen. Compleet nonfunctionele krampen. Kramp om de kramp alleen. Mijn ingewanden hebben de Zengedachte in elk geval wèl te pakken.
Ik belde vriendin-lief wakker, hetgeen maar nauwelijks lukte. Hoe flauw. Terwijl ik toch altijd wakkerword als zij.. oh nee. Die zin kan ik beter niet afmaken.
Even snel als zij was begonnen (zo bedenk ik me achteraf, gezien de tijdsspanne) vertrok mijn dodelijke ziekte weer, waarna ik om kwart over twaalf in slaap sukkelde.
Al met al een woelige avond.
Korte nachten wekken het best, zo is mij in het verleden al vaker opgevallen. Niks comateuze toestand.
De wekker ging, en ik schoot omhoog.
Een korte blik op mijn horloge leerde me dat het zes uur was, dat ik mijn wekker verkeerd moest hebben gezet, dat ik haast had, HAAST, snel wassen aankleden eten NSEL!!
Ik struikelde over mijn eigen letters.
Een wat langere blik op mijn horloge leerde me dat het helemaal geen zes uur was geweest, maar vijf uur. Dat ik a l l e t i j d v a n d e w e r e l d h a d.
Veel te veel tijd, eigenlijk.
Nu dan.
Eerst maar eens rustig ontbijten. En dan wachten tot ik compleet knockout ga. Want ergens heb ik het gevoel dat de kans daarop groot is.
Ik wachtte op de slaap, maar de slaap kwam niet.
Pil of niet: om halfelf was ik voorbij slaap en hij wenste ook niet terug te keren. Al wat er kwam waren gedachten. Pieker-gedachten.
De wijze, mij nietszeggende kreten uit yogakringen indachtig besloot ik "mijn hoofd leeg te maken".
Nietszeggend is geen goede basis voor effectief handelen, zo blijkt: als mijn hoofd in theorie al een fractie van een gruzelement van een seconde leeg was, dan werd die leegte ras gevuld met asielzoekende nieuwe gedachten.
Mijn hoofd heeft een ondeugdelijk vreemdelingenbeleid, en al spoedig bleek Jan en Alleman zich gevestigd te hebben. Om vervolgens een heuse stammenoorlog te ontketenen.
Kortom: ik draaide door, en niet zuinig ook.
Hoog tijd om hulptroepen in te schakelen.
Ik besloot mijn dominee te bellen. Die zou raad weten.
Lijntjes met God blijken geen garantie voor een evenwichtige geest. Of juist wel: de klanten van een reformwinkel zijn immers voor het grootste deel helemaal niet gezond en bloeiend, maar integendeel behept met een keur aan allergieën en overgevoeligheden.
Hoe dan ook: mijn dominee blijkt net zo'n neurotisch wrak als ik. Maar gezellig was het wel.
Om tien voor halftwaalf hingen we op (dit was een veel ingewikkelder proces; er kwamen moeders (de zijne! Ha!) en dubbelgesprek en mislukte wachtstand in voor, maar dat verhaal mag u met genoemde trefwoorden zelf afmaken), waarna ik zieker werd dan ik in tijden ben geweest. Zomaar. Al mijn darmen - en ik weet nu, tot op elke pijnlijke centimeter, dat die inderdaad meters lang zijn - krampten samen. Compleet nonfunctionele krampen. Kramp om de kramp alleen. Mijn ingewanden hebben de Zengedachte in elk geval wèl te pakken.
Ik belde vriendin-lief wakker, hetgeen maar nauwelijks lukte. Hoe flauw. Terwijl ik toch altijd wakkerword als zij.. oh nee. Die zin kan ik beter niet afmaken.
Even snel als zij was begonnen (zo bedenk ik me achteraf, gezien de tijdsspanne) vertrok mijn dodelijke ziekte weer, waarna ik om kwart over twaalf in slaap sukkelde.
Al met al een woelige avond.
Korte nachten wekken het best, zo is mij in het verleden al vaker opgevallen. Niks comateuze toestand.
De wekker ging, en ik schoot omhoog.
Een korte blik op mijn horloge leerde me dat het zes uur was, dat ik mijn wekker verkeerd moest hebben gezet, dat ik haast had, HAAST, snel wassen aankleden eten NSEL!!
Ik struikelde over mijn eigen letters.
Een wat langere blik op mijn horloge leerde me dat het helemaal geen zes uur was geweest, maar vijf uur. Dat ik a l l e t i j d v a n d e w e r e l d h a d.
Veel te veel tijd, eigenlijk.
Nu dan.
Eerst maar eens rustig ontbijten. En dan wachten tot ik compleet knockout ga. Want ergens heb ik het gevoel dat de kans daarop groot is.
dinsdag 03 februari
20 | 12:16
Hop hop
Eerst was ik er.
Toen ging ik weg.
Net was ik er heel even.
Maar nu ga ik weer weg.
Straks kom ik weer thuis.
Dan blijf ik een tijdje, en daarna ga ik weer weg.
Heel veel later kom ik thuis en blijf ik.
En u, wat doet u zoal vandaag?
Eerst was ik er.
Toen ging ik weg.
Net was ik er heel even.
Maar nu ga ik weer weg.
Straks kom ik weer thuis.
Dan blijf ik een tijdje, en daarna ga ik weer weg.
Heel veel later kom ik thuis en blijf ik.
En u, wat doet u zoal vandaag?
maandag 02 februari
3 | 20:24
Senuwe
B O E M
"Pap!", riep ik van onder de douche; "mijn raam is zojuist losgeschoten en tegen de buitenmuur aangeknald. Kan jij hem alsjeblieft even redden?"
"Neeee!! Niet doen! Ik ga wel! Hij valt uit het raam! Hij mag het niet doen, ik ga! Hij is klein en breekbaar, hij valt en hij gaat kapot. Ik ga al!"
Mijn moeder blijft gelukkig heel cool en nuchter onder alle veranderingen van de laatste tijd..
B O E M
"Pap!", riep ik van onder de douche; "mijn raam is zojuist losgeschoten en tegen de buitenmuur aangeknald. Kan jij hem alsjeblieft even redden?"
"Neeee!! Niet doen! Ik ga wel! Hij valt uit het raam! Hij mag het niet doen, ik ga! Hij is klein en breekbaar, hij valt en hij gaat kapot. Ik ga al!"
Mijn moeder blijft gelukkig heel cool en nuchter onder alle veranderingen van de laatste tijd..
5 | 16:15
Vraag en Antwoord
U zocht en zult vinden:
calorieen mentos
Ongeveer 385 per 100 gram
maandverband doorgelekt vannacht
Ik zal wel simplistisch denken, maar is het niet handiger even te douchen en je bed te verschonen dan te gaan googlen..?
hoe stop je natte dromen
Wakker worden
waarom seroquel gebruiken
Geen idee. Dat vraag ik me al maanden af. Je slaapt er in elk geval lekker op.
wanneer spreekt men van een kledingtrend
Zodra je denkt: 'mijn hemel, dat kan ècht niet' - maar wel heel Bekend Nederland er ineens in ziet lopen.
gedichten dwangmatig gedrag
Alstublieft:
Graag tot ziens.
U zocht en zult vinden:
calorieen mentos
Ongeveer 385 per 100 gram
maandverband doorgelekt vannacht
Ik zal wel simplistisch denken, maar is het niet handiger even te douchen en je bed te verschonen dan te gaan googlen..?
hoe stop je natte dromen
Wakker worden
waarom seroquel gebruiken
Geen idee. Dat vraag ik me al maanden af. Je slaapt er in elk geval lekker op.
wanneer spreekt men van een kledingtrend
Zodra je denkt: 'mijn hemel, dat kan ècht niet' - maar wel heel Bekend Nederland er ineens in ziet lopen.
gedichten dwangmatig gedrag
Alstublieft:
"Liefde"Tot zover.
wassen wassen wassen wassen
wassen wassen schrobben boenen
zemen dweilen
wassen wassen
ik zou zo graag
wassen wassen wassen wassen
soda omo dreft robijn
wassen wassen schuren soppen
zo graag alleen
hele dagen wassen wassen
handen voeten deuren ramen
alleen met jou zijn
uren dagen wassen wassen
met jou zijn zonder
weken maanden wassen wassen
zonder dwang alleen maar zijn
nooit meer rein en kaal en kil
maar ik moet.
Graag tot ziens.
4 | 05:53
Waar voor je geld
Kluscadeautjes:
Naast een zeurende oogontsteking, een overbelaste rechterschouder, talloze kleine brand-, en snij- en schaafwonden, twee kapotte knieschijven en twee pijnlijke voet-ballen (?), word ik vanochtend wakker met een volkomen verstijfde, pijnlijke, onbruikbare rechterhand.
Het GAK kan trots op me zijn: ik haal het meeste uit mijn - toch al 100% - arbeidsongeschiktheid.
Kluscadeautjes:
Naast een zeurende oogontsteking, een overbelaste rechterschouder, talloze kleine brand-, en snij- en schaafwonden, twee kapotte knieschijven en twee pijnlijke voet-ballen (?), word ik vanochtend wakker met een volkomen verstijfde, pijnlijke, onbruikbare rechterhand.
Het GAK kan trots op me zijn: ik haal het meeste uit mijn - toch al 100% - arbeidsongeschiktheid.