4 | 00:43
Lepels
The Spoon Theory, door Christine Miserandino
Geweldige analogie. Hier gebruikt met betrekking tot lupus, maar zeer goed toepasbaar op MS. Of, zo kan ik me indenken, op elke chronische ziekte.
zondag 29 mei
zondag 15 mei
2 | 15:55
D-epot
Eens werd bij een vitamine D-deficiëntie vastgesteld. 'Zoals het gros van de Nederlanders heeft' - zo wuifde mijn huisarts deze resultaten net zo vlot weer weg.
Maar, zo zei vervolgens de neuroloog: er zijn onderzoeken gedaan die suggereren dat vitamine D een gunstig effect bij MS heeft. Dus dat ik maar vooral supplementen moest slikken, kwaad zou het ook niet kunnen.
Zo gezegd, zo gedaan.
Sindsdien slik ik braaf D3-druppeltjes.
Als ik eraan denk, in elk geval. Ze moeten bij de maaltijd worden ingenomen, maar bij de maaltijd ben ik meestal druk bezig met die maaltijd.
Daarom was ik des te verbaasder toen ik merkte dat mijn flesje al weer bijna leeg was. Maar ja, ik zou hem vast al langer hebben dan ik zelf dacht.
Aangezien ik op bizarre momenten bizar zuinig ben (zo moet ik met enige schaamte zeggen dat ik regelmatig mijn 'lege' tubes tandpasta openknip om het laatste beetje (wat vaak nog best veel is) er ook nog uit te krijgen) - sloopte ik het druppelflesje uit elkaar, vulde het met water, schudde goed en klokte het achterover.
De smaak was ontzagwekkend smerig. Levertraan met gestampte muisjes (ik heb kinderdruppeltjes, die zijn opgeleukt met anijsolie en suiker). Zó sterk, dat ik onmiddellijk begreep: dat flesje was, inderdaad, nog lang niet leeg geweest. Ik moest het verkeerd gezien hebben, het bruine glas en het etiket belemmerden het zicht wat.
Eigenlijk, nu ik wat beter nadacht, terugrekende wanneer ik het flesje had aangeschaft, hoe zelden ik het sindsdien had gebruikt en hoe snel het bijvullen met water was gegaan, eigenlijk was het waarschijnlijk nog praktisch vol geweest. En dan had ik nu een overdosis genomen waarvoor de term 'overdosis' al helemaal niet meer van toepassing was.
Ik zocht online naar symptomen van acute Vitamine D-vergiftiging, en behandeling.
En vond niets.
Alles ging over chronische overdosis.
Ik zou het erop kunnen wagen.
Ik probeerde uit te rekenen hòe veel te veel ik zou hebben geslikt. 25 milliliter delen door de gewone dosis van 4 druppels is.... iets groots. Ongeveer 500 keer de toegestane hoeveelheid.
Als ik het erop zou wagen zou het, mocht het bij nader inzien toch nodig zijn geweest, te laat zijn om mijn maaginhoud nog te lozen.
Het vooruitzicht van maaglediging woog niet echt op tegen het vooruitzicht van dood door vitamine-D-overdosis - maar dat was Verkeerd, als gedachte. Had ik geleerd. Een irrationele fobie mag het niet winnen van onderbouwde en in elk geval meer reële zorgen. Had ik geleerd.
En dus belde ik, in vredesnaam dan maar, de doktersdienst.
De assistente tekende alles aan, ging overleggen met de arts.
Toen ze terugkwam klonk haar stem trillerig.
'Zie je wel: ik ga dood. Of nog erger. Ik wist het wel. Maag leegpompen en wat niet al'.
De reden voor het bibberen van de assistente was onschuldiger:
'Ik heb overlegd met de arts, en hij zegt dat het in principe geen kwaad kan. Maar... eeeh... je hoeft de komende maanden geen vitamine D meer te nemen, en over een paar maanden moet je even bloed laten prikken om te kijken of het gehalte weer goed is'.
Opluchting alom.
Ik barstte in lachen uit, en zij deed mee.
Haar onvaste stem was duidelijk het gevolg van ingehouden schateren geweest..
Eens werd bij een vitamine D-deficiëntie vastgesteld. 'Zoals het gros van de Nederlanders heeft' - zo wuifde mijn huisarts deze resultaten net zo vlot weer weg.
Maar, zo zei vervolgens de neuroloog: er zijn onderzoeken gedaan die suggereren dat vitamine D een gunstig effect bij MS heeft. Dus dat ik maar vooral supplementen moest slikken, kwaad zou het ook niet kunnen.
Zo gezegd, zo gedaan.
Sindsdien slik ik braaf D3-druppeltjes.
Als ik eraan denk, in elk geval. Ze moeten bij de maaltijd worden ingenomen, maar bij de maaltijd ben ik meestal druk bezig met die maaltijd.
Daarom was ik des te verbaasder toen ik merkte dat mijn flesje al weer bijna leeg was. Maar ja, ik zou hem vast al langer hebben dan ik zelf dacht.
Aangezien ik op bizarre momenten bizar zuinig ben (zo moet ik met enige schaamte zeggen dat ik regelmatig mijn 'lege' tubes tandpasta openknip om het laatste beetje (wat vaak nog best veel is) er ook nog uit te krijgen) - sloopte ik het druppelflesje uit elkaar, vulde het met water, schudde goed en klokte het achterover.
De smaak was ontzagwekkend smerig. Levertraan met gestampte muisjes (ik heb kinderdruppeltjes, die zijn opgeleukt met anijsolie en suiker). Zó sterk, dat ik onmiddellijk begreep: dat flesje was, inderdaad, nog lang niet leeg geweest. Ik moest het verkeerd gezien hebben, het bruine glas en het etiket belemmerden het zicht wat.
Eigenlijk, nu ik wat beter nadacht, terugrekende wanneer ik het flesje had aangeschaft, hoe zelden ik het sindsdien had gebruikt en hoe snel het bijvullen met water was gegaan, eigenlijk was het waarschijnlijk nog praktisch vol geweest. En dan had ik nu een overdosis genomen waarvoor de term 'overdosis' al helemaal niet meer van toepassing was.
Ik zocht online naar symptomen van acute Vitamine D-vergiftiging, en behandeling.
En vond niets.
Alles ging over chronische overdosis.
Ik zou het erop kunnen wagen.
Ik probeerde uit te rekenen hòe veel te veel ik zou hebben geslikt. 25 milliliter delen door de gewone dosis van 4 druppels is.... iets groots. Ongeveer 500 keer de toegestane hoeveelheid.
Als ik het erop zou wagen zou het, mocht het bij nader inzien toch nodig zijn geweest, te laat zijn om mijn maaginhoud nog te lozen.
Het vooruitzicht van maaglediging woog niet echt op tegen het vooruitzicht van dood door vitamine-D-overdosis - maar dat was Verkeerd, als gedachte. Had ik geleerd. Een irrationele fobie mag het niet winnen van onderbouwde en in elk geval meer reële zorgen. Had ik geleerd.
En dus belde ik, in vredesnaam dan maar, de doktersdienst.
De assistente tekende alles aan, ging overleggen met de arts.
Toen ze terugkwam klonk haar stem trillerig.
'Zie je wel: ik ga dood. Of nog erger. Ik wist het wel. Maag leegpompen en wat niet al'.
De reden voor het bibberen van de assistente was onschuldiger:
'Ik heb overlegd met de arts, en hij zegt dat het in principe geen kwaad kan. Maar... eeeh... je hoeft de komende maanden geen vitamine D meer te nemen, en over een paar maanden moet je even bloed laten prikken om te kijken of het gehalte weer goed is'.
Opluchting alom.
Ik barstte in lachen uit, en zij deed mee.
Haar onvaste stem was duidelijk het gevolg van ingehouden schateren geweest..