2 | 12:34
Pijnlijk
Na een martelgang van een half uur schuurmachientjes en ijskoud water op ontblote zenuwen, kwam de mondhygieniste met haar evaluatie.
Dat ik niet flosste was juist goed. Flossen, dat was maar achterhaald. Iets met tussenschotjes (ze heten anders, maar ik kan er nu even niet opkomen) die je makkelijk doorzaagt met zo'n flossdraadje, en dat die nooit meer aangroeien. Tandenstokers, dat was veel beter. En daarnaast: het zag er schitterend uit. Echt heel mooi. Ja, mooi en schoon en goed verzorgd, mijn gebit.
Haar herhaling maakte het eigenlijk alleen maar zuurder, dat ik op mijn dertigste geen ongevulde kies meer heb, mijn tanden aan de onderkant stuk voor stuk zijn 'afgekruimeld' en ik bovendien binnenkort op twee kiezen een kroon moet.
Tweede generatie oorlogsgebitje: daar kan je blijkbaar niet tegenop schrobben.
Vorig Archief - Volgend Archief
vrijdag 30 november
woensdag 28 november
3 | 12:20
Het Gesprek
'Ik krijg geen hoogte van hem', bereidde ze in gedachten voor wat ze R. wilde zeggen.
Bij het afscheid had hij haar handen vastgepakt, daarna haar hoofd in zijn handen gehouden, haar voorhoofd gekust.
Ze had niet goed raad geweten. Niet dat ze zich opgelaten voelde, of gegeneerd. Ze keek in zijn ogen, dacht ineens: ik zou nu kunnen huilen. Hoe cliché - maar zelfs dat had niet onecht gevoeld.
Ze wilde hem in zich opnemen, door hem opgenomen worden.
Het praten was geen praten geweest, of: niet alleen. Door woorden uitwisselen van wezens, gevoelens. Door woorden, omdat dat nou eenmaal het enige middel was.
Ik ben verliefd, dacht ze.
Bij wijze van test probeerde ze zich hem naakt voor te stellen, maar daar stopte ze snel mee. Niet omdat het beeld zelf zou tegenstaan, maar omdat ze het respectloos vond.
Nee, het vlees, dat was het niet.
'Ik zet hem op een voetstuk, aanbid zijn geest'.
Maar alleen al bij de gedachte aan alle publicaties, over hem en van hem, zonk de moed haar in de schoenen.
Was dit dan wat men 'charisma' noemde?
Ze stelde zich bij charisma iets heel anders voor. Vuur. Vurige ogen, vurige betogen. Overweldigende, niet te ontkennen of te vermijden aanwezigheid.
Maar deze man had niets vurigs, niets overweldigends ook. Hij was zacht, mild, vriendelijk. Op straat zou je hem zo voorbijlopen. Zijn vuur en zijn persoonlijkheid leek meer te zitten in wat hij losmaakte dan in wat hij zelf uitstraalde.
Dit ging veel dieper, of hoger.
Inhoudelijk was het niet overdreven bijzonder geweest, maar het leek of er in een andere dimensie nog een gesprek was geweest.
Ze kon niet geloven, met heel haar cynische aard, dat ze het zelfs durfde te denken, maar: Kon je een liefdesverhouding heben op spiritueel niveau?
Zielsverwanten, zielsgeliefden. Zielenseks.
'Ben je er vrijdag?', mailde ze R. 'Ik wil even praten.'
Misschien zou hij inhoud kunnen geven aan het gesprek met die ander.
'Ik krijg geen hoogte van hem', bereidde ze in gedachten voor wat ze R. wilde zeggen.
Bij het afscheid had hij haar handen vastgepakt, daarna haar hoofd in zijn handen gehouden, haar voorhoofd gekust.
Ze had niet goed raad geweten. Niet dat ze zich opgelaten voelde, of gegeneerd. Ze keek in zijn ogen, dacht ineens: ik zou nu kunnen huilen. Hoe cliché - maar zelfs dat had niet onecht gevoeld.
Ze wilde hem in zich opnemen, door hem opgenomen worden.
Het praten was geen praten geweest, of: niet alleen. Door woorden uitwisselen van wezens, gevoelens. Door woorden, omdat dat nou eenmaal het enige middel was.
Ik ben verliefd, dacht ze.
Bij wijze van test probeerde ze zich hem naakt voor te stellen, maar daar stopte ze snel mee. Niet omdat het beeld zelf zou tegenstaan, maar omdat ze het respectloos vond.
Nee, het vlees, dat was het niet.
'Ik zet hem op een voetstuk, aanbid zijn geest'.
Maar alleen al bij de gedachte aan alle publicaties, over hem en van hem, zonk de moed haar in de schoenen.
Was dit dan wat men 'charisma' noemde?
Ze stelde zich bij charisma iets heel anders voor. Vuur. Vurige ogen, vurige betogen. Overweldigende, niet te ontkennen of te vermijden aanwezigheid.
Maar deze man had niets vurigs, niets overweldigends ook. Hij was zacht, mild, vriendelijk. Op straat zou je hem zo voorbijlopen. Zijn vuur en zijn persoonlijkheid leek meer te zitten in wat hij losmaakte dan in wat hij zelf uitstraalde.
Dit ging veel dieper, of hoger.
Inhoudelijk was het niet overdreven bijzonder geweest, maar het leek of er in een andere dimensie nog een gesprek was geweest.
Ze kon niet geloven, met heel haar cynische aard, dat ze het zelfs durfde te denken, maar: Kon je een liefdesverhouding heben op spiritueel niveau?
Zielsverwanten, zielsgeliefden. Zielenseks.
'Ben je er vrijdag?', mailde ze R. 'Ik wil even praten.'
Misschien zou hij inhoud kunnen geven aan het gesprek met die ander.
zondag 25 november
3 | 12:57
Knoop
'Als ratten in een kooitje', zo had een psychiater ons eens beschreven.
Rattenkoning, kwam ik het jaren later bij Maarten 't Hart tegen.
'Een kluwen', zei mijn huidige psychiater vanochtend.
Zo was het toen, zo was het toener, zo is het nu nog steeds. En ik, ik moet de jongste en de wijste zijn en ontsnappen. Rouwen om wat niet was en nooit zal zijn, en mijn eigen weg kiezen. Aldus diezelfde ochtendpsych.
Maar hòe.. tsja.
Want: in mijn plaats zou hij hetzelfde doen, hetzelfde voelen, hetzelfde zeggen als ik nu doe.
Dus 'daar hebben we het volgende keer verder over'.
'Als ratten in een kooitje', zo had een psychiater ons eens beschreven.
Rattenkoning, kwam ik het jaren later bij Maarten 't Hart tegen.
'Een kluwen', zei mijn huidige psychiater vanochtend.
Zo was het toen, zo was het toener, zo is het nu nog steeds. En ik, ik moet de jongste en de wijste zijn en ontsnappen. Rouwen om wat niet was en nooit zal zijn, en mijn eigen weg kiezen. Aldus diezelfde ochtendpsych.
Maar hòe.. tsja.
Want: in mijn plaats zou hij hetzelfde doen, hetzelfde voelen, hetzelfde zeggen als ik nu doe.
Dus 'daar hebben we het volgende keer verder over'.
dinsdag 20 november
1 | 20:00
Nuon
"Wij hebben een broze maar montere oude man getroffen"
Aldus de advocaat van 'De duivel in persoon', zojuist op RTL Nieuws.
'k Denk niet dat de overlevenden (en overledenen, for that matter) een zo aandoenlijke benaming op prijs zullen en zouden stellen. Maar aandoenlijk is het.
"Wij hebben een broze maar montere oude man getroffen"
Aldus de advocaat van 'De duivel in persoon', zojuist op RTL Nieuws.
'k Denk niet dat de overlevenden (en overledenen, for that matter) een zo aandoenlijke benaming op prijs zullen en zouden stellen. Maar aandoenlijk is het.
zondag 18 november
1 | 18:20
Scheiding
Het gezin gaf een prachtige illustratie van de grondbeginselen van genetica: de vader had lichtbruine ogen, de moeder had lichtbruine ogen, het zoontje had felblauwe ogen en het dochtertje zwart-bruine ogen. Als er ooit nog twee kinderen komen hebben die hoop ik, om het schema compleet te maken, beide lichtbruine ogen. Bb x Bb = 1 BB : 1 bb : 2 Bb.
Maar ik denk niet dat die twee kinderen er zullen komen. Niet van deze vader en moeder.
Al het overige aan dit gezin was tragiek, een familiedrama in een notendop.
Vader, moeder, zoon en dochter. En au pair.
Op het eerste gezicht leken de rollen netjes verdeeld. Ieder kende zijn plaats: vader en moeder stonden in het middenpad van de tram. Tussen hen in een buggy. Elk van beide hield een handvat vast. Eenheid. Tussen ouders en buggy dwarrelden de blonde, blauw- en bruinogige kindertjes. Aan de overkant van het gangpad leunde tegen de wand een donkere vrouw. Willekeurige toeschouwer, met het gezin had ze niets te maken.
Maar toen, in een paar minuten tijd, veranderde het hele beeld.
De vader liet iets op de grond vallen. Hij bukte zich om het op te rapen. Zijn hand gleed over de stang, kwam op de hand van de donkere vrouw terecht. Ze trok niet terug. Hij stond weer op, liet zijn hand nog even liggen, schoof hem toen iets omhoog. Het was geen vlucht, het was niet eens als om haar hand ademruimte te geven. Nee, die hand had daar heel vertrouwd gelegen. Maar de man was veel langer dan de vrouw; om in de drukke tram niet om te vallen was het gewoon praktischer zijn hand wat hoger te zetten.
De kinderen waren uitgedwarreld en spraken met vader. En met de donkere vrouw. Het jongetje ging bij haar staan, schurkte zich tegen haar benen aan, zijn hoofd tegen haar buik. Haar hand op zijn hoofd. Hij praatte, lachte, richtte zijn blik omhoog. Heel vanzelfsprekend. Wie niets van genetica zou weten, wie kleurenblind was, had een heel ander gezin uitgetekend.
Al wat vader en moeder verbond waren de handvatten van de buggy.
Het gezin gaf een prachtige illustratie van de grondbeginselen van genetica: de vader had lichtbruine ogen, de moeder had lichtbruine ogen, het zoontje had felblauwe ogen en het dochtertje zwart-bruine ogen. Als er ooit nog twee kinderen komen hebben die hoop ik, om het schema compleet te maken, beide lichtbruine ogen. Bb x Bb = 1 BB : 1 bb : 2 Bb.
Maar ik denk niet dat die twee kinderen er zullen komen. Niet van deze vader en moeder.
Al het overige aan dit gezin was tragiek, een familiedrama in een notendop.
Vader, moeder, zoon en dochter. En au pair.
Op het eerste gezicht leken de rollen netjes verdeeld. Ieder kende zijn plaats: vader en moeder stonden in het middenpad van de tram. Tussen hen in een buggy. Elk van beide hield een handvat vast. Eenheid. Tussen ouders en buggy dwarrelden de blonde, blauw- en bruinogige kindertjes. Aan de overkant van het gangpad leunde tegen de wand een donkere vrouw. Willekeurige toeschouwer, met het gezin had ze niets te maken.
Maar toen, in een paar minuten tijd, veranderde het hele beeld.
De vader liet iets op de grond vallen. Hij bukte zich om het op te rapen. Zijn hand gleed over de stang, kwam op de hand van de donkere vrouw terecht. Ze trok niet terug. Hij stond weer op, liet zijn hand nog even liggen, schoof hem toen iets omhoog. Het was geen vlucht, het was niet eens als om haar hand ademruimte te geven. Nee, die hand had daar heel vertrouwd gelegen. Maar de man was veel langer dan de vrouw; om in de drukke tram niet om te vallen was het gewoon praktischer zijn hand wat hoger te zetten.
De kinderen waren uitgedwarreld en spraken met vader. En met de donkere vrouw. Het jongetje ging bij haar staan, schurkte zich tegen haar benen aan, zijn hoofd tegen haar buik. Haar hand op zijn hoofd. Hij praatte, lachte, richtte zijn blik omhoog. Heel vanzelfsprekend. Wie niets van genetica zou weten, wie kleurenblind was, had een heel ander gezin uitgetekend.
Al wat vader en moeder verbond waren de handvatten van de buggy.
vrijdag 16 november
15 | 16:25
Feestvreugde
Zojuist heb ik, voor het eerst in mijn volwassen, straatvrezende leven, alleen boodschappen bij de AH gedaan. En dan niet één losse appel, of tussen de kassa's door voor één Kitkat, maar twee volle zakken weekendboodschappen. The works. Van knolselderij tot brood, via waxinelichtjes en sojamelk, en halverwege terug omdat ik de groentesaus was vergeten. En ook niet in een kleine buurt-AH, maar een heus 5-sterrenfiliaal, een voetbalveld vol gillende kindertjes en ongeduldig botswagende huisvrouwen.
Daarna niet direct naar huis gevlucht, maar zo kalm als wat mijn tas bij de straatnieuwsman gezet om veters bij de schoenmaker te kopen.
Wow. Tering, wat ben ik een held, wat ben ik geweldig!
Met die gedachte kwam ik stralend en euforisch thuis, alwaar ik werd opgewacht door een woedende, nee: furieuze, vuurspuwende moeder. Als dat het allemaal heel fantastisch was, maar dat ik mijn heldendaden maar in mijn eigen tijd moest doen en niet als wij een afspraak hadden.
Welke ontvangst een formidabele domper was.
Zojuist heb ik, voor het eerst in mijn volwassen, straatvrezende leven, alleen boodschappen bij de AH gedaan. En dan niet één losse appel, of tussen de kassa's door voor één Kitkat, maar twee volle zakken weekendboodschappen. The works. Van knolselderij tot brood, via waxinelichtjes en sojamelk, en halverwege terug omdat ik de groentesaus was vergeten. En ook niet in een kleine buurt-AH, maar een heus 5-sterrenfiliaal, een voetbalveld vol gillende kindertjes en ongeduldig botswagende huisvrouwen.
Daarna niet direct naar huis gevlucht, maar zo kalm als wat mijn tas bij de straatnieuwsman gezet om veters bij de schoenmaker te kopen.
Wow. Tering, wat ben ik een held, wat ben ik geweldig!
Met die gedachte kwam ik stralend en euforisch thuis, alwaar ik werd opgewacht door een woedende, nee: furieuze, vuurspuwende moeder. Als dat het allemaal heel fantastisch was, maar dat ik mijn heldendaden maar in mijn eigen tijd moest doen en niet als wij een afspraak hadden.
Welke ontvangst een formidabele domper was.
woensdag 14 november
3 | 19:32
Jargon
Twee dialoogjes, 'gebaseerd op ware gebeurtenissen':
1.
Arts: Bent u bekend met diabetes?
Patient: Ja.
Arts: Bent u bekend met reuma?
Patient: Ja.
Arts: Vanaf welke leeftijd?
Patient: Oooh.... even denken... al heel jong.. een jaar of zes, zeven denk ik? Op de lagere school had ik een vriendinnetje met suikerziekte; ze moest heel vaak naar het ziekenhuis en toen heeft de onderwijzeres over de ziekte verteld. En een oom had reuma...
2.
Arts: Ik lees hier dat u bekend bent met cardiomypopathie?
Patient: Nee
Arts: Niet?? Dat is dan een grove fout, mijn oprechte excuses, ik zal zorgen dat het wordt aangepast. Waarom in uw dossier wordt gezet dat u cardiomyopathie heeft als dat niet zo is.....!
Patient: Oh, maar ik heb die ziekte wel. Maar ik weet niet wat het precies is, ik slik gewoon de medicijnen die de dokter me voorschrijft.
'Bekend met....': het is een onzinnige en voor veel mensen onbegrijpelijke, of in elk geval verwarrende, uitdrukking.
Het erge is: artsen weten dat. Maar blijven het niettemin stug zeggen.
Twee dialoogjes, 'gebaseerd op ware gebeurtenissen':
1.
Arts: Bent u bekend met diabetes?
Patient: Ja.
Arts: Bent u bekend met reuma?
Patient: Ja.
Arts: Vanaf welke leeftijd?
Patient: Oooh.... even denken... al heel jong.. een jaar of zes, zeven denk ik? Op de lagere school had ik een vriendinnetje met suikerziekte; ze moest heel vaak naar het ziekenhuis en toen heeft de onderwijzeres over de ziekte verteld. En een oom had reuma...
2.
Arts: Ik lees hier dat u bekend bent met cardiomypopathie?
Patient: Nee
Arts: Niet?? Dat is dan een grove fout, mijn oprechte excuses, ik zal zorgen dat het wordt aangepast. Waarom in uw dossier wordt gezet dat u cardiomyopathie heeft als dat niet zo is.....!
Patient: Oh, maar ik heb die ziekte wel. Maar ik weet niet wat het precies is, ik slik gewoon de medicijnen die de dokter me voorschrijft.
'Bekend met....': het is een onzinnige en voor veel mensen onbegrijpelijke, of in elk geval verwarrende, uitdrukking.
Het erge is: artsen weten dat. Maar blijven het niettemin stug zeggen.
dinsdag 13 november
1 | 19:41
Licht, donker en sandelhout
Ik droomde van mismaakte kindertes. Gaten in hun monden, gaten in hun kaken, gaten in hun buikjes. Grote abcessen, vervormde schedeltjes. Ik droomde dat de pastor me verkrachtte.
's Middags bij de Divali-viering bleek dezelfde pastor gelukkig net zo lief en aardig als normaal. En was het neefje van de Pandit een schitterende gezonde baby, met ogen als smaragden en een volle bos haar.
(Wil je mijn stip ruiken, vroeg ik mijn moeder. Op de een of andere manier klonk dat heel vreemd, veel dubbelzinniger dan bedoeld..)
Ik droomde van mismaakte kindertes. Gaten in hun monden, gaten in hun kaken, gaten in hun buikjes. Grote abcessen, vervormde schedeltjes. Ik droomde dat de pastor me verkrachtte.
's Middags bij de Divali-viering bleek dezelfde pastor gelukkig net zo lief en aardig als normaal. En was het neefje van de Pandit een schitterende gezonde baby, met ogen als smaragden en een volle bos haar.
(Wil je mijn stip ruiken, vroeg ik mijn moeder. Op de een of andere manier klonk dat heel vreemd, veel dubbelzinniger dan bedoeld..)
maandag 12 november
3 | 12:30
Mens
Zó vaak kwam de laatste week het voorfilmpje van 'Het Blok' op Net5 voorbij, dat ik het mezelf vanochtend in een discussie ineens hoorde zeggen:
Niet 'mens'! Ik ben geen 'mens', ik heet Maartje!
Zó vaak kwam de laatste week het voorfilmpje van 'Het Blok' op Net5 voorbij, dat ik het mezelf vanochtend in een discussie ineens hoorde zeggen:
Niet 'mens'! Ik ben geen 'mens', ik heet Maartje!
woensdag 07 november
3 | 19:50
Wat anders (2)
'De co-assistent komt zo bij je om het infuus te prikken'
Is het dezelfde als vorige keer, vroegen zowel mijn moeder als ik bijna gulzig.
Dat weet ik niet, zei verpleegkundige H. Dit is een zwarte jongen, hij prikt als een engel, hij jast ze er zo in.
'Een zwarte jongen'. Hè, moest ze dat nou zeggen. Ik werd steeds doller op H, deze discriminatoire opmerking deed pijn.
Maar toen ik de jongen zag moest ik mijn eigen reactie terugnemen. Hier was onmogelijk iets anders dan 'zwart' van te maken. Heck, ik had zwarte pieten gezien die bleker waren.
Mooie jongen, heel lang, heel mager, heel zwart. Type kindsoldaat: niet omdat hij ook maar iets agressiefs had - integendeel - maar om de tragiek in zijn ogen, de gevoeligheid. Het feit dat zijn leeftijd onmogelijk te schatten was: hij kon evengoed zeventien als vijfendertig zijn.
Hij rommelde in het karretje met prikgerei.
Uit niets bleek dat hij een prik-held was: alles ging even klungelig en onzeker. Hij leek niets te kunnen vinden, schoof, begeleid door een mompellitanie, alle mogelijke laatjes open, liet dingen vallen en legde gereedschap op het blad dat hij vervolgens weer teruglegde.
Maar toen. Hij zette de naald op mijn arm, duwde lichtjes, trok terug en zie: daar liep bloed uit de infuusnaald! Verdomd! Niets had ik gevoeld, echt helemaal niets. Dit in tegenstelling tot de vijf, zes pijnlijke pogingen die bij eerdere 'sessies' nodig waren geweest, voor het lukte.
Alsof er niets was gebeurd hervatte hij zijn gestuntel, door de ader niet ingedrukt te houden. Een open ader trekt samen en sluit zich en stopt zo op een gegeven moment vanzelf met bloeden; maar dit is een mechanisme dat uiteraard niet werkt als er een naald in zit. Een grote golf bloed stroomde uit mijn arm, over mijn hand, over zijn hand, over het bed. Snel, snel, een dopje. Zoeken. Stroom. Stroom. Stroom. Dopje. Lapjes, deppen, alcohol, schoonmaken.
De rest van de ochtend bleef hij allerliefst. Bij elke patient die hij binnenbracht, begeleidde en onderzocht vroeg hij ook even aan mij: Gaat het goed? Als er iets is kan je me vragen. Echt goed?
Ja, hoor, ècht.
Het ging ook echt goed. Er was overlegd met de neuroloog, de Tysabri mocht doorgaan. Het prikken was een droom geweest, de soep was lekker en de verpleging was lief en grappig. Twee oudgediende zusters die worstelden met de apparaten: Nu dat knopje toch? Oh nee, die andere. Ja, en dan 'menu', en dan die knop - waarom doet hij nou niets??
En zo elk kwartier.
Na anderhalf uur was de boel ingelopen en mocht ik afgekoppeld. Dezelfde lieve klungelige co-assistent.
Hij trok het slangetje van het naaldje af, het slangetje schoot heen en weer en besproeide zijn labjas met bloederig Tysabriwater. Wat direct het spetterende afscheid van mijn bloedstroom was: er moest nog bloed afgenomen worden, maar uit het infuusgat kwam niets. Er werd een nieuw gat geprikt, gewoon in mijn elleboog, en daar kwam ook geen bloed uit. Lage bloeddruk is leuk, maar je kan ook overdrijven.
Waar komt u vandaan?, maakten we - mams en ik en dokter - een afsluitend praatje. Etiopië?
Nee, uit de Sahel.
Hoorde ik u nou net zeggen dat u met uw tweede studie bezig bent?
Ja. Eerst had hij Ruslandkunde gestudeerd, daarna vier jaar geneeskunde in de Oekraine en nu was hij voor zijn co-schappen in Nederland.
Maar natuurlijk. Van de Sahel naar de Oekraine; Ruslandkunde en geneeskunde. Volkomen logische, voorspelare loopbaan.
Ik ben nog nooit zo goed geprikt als door u. Bent u hier over een maand nog? Dan moet ik weer, bent u er dan nog?
Nee, dan niet meer. Maar, zei hij: 'Als u echt graag door mij geprikt wilt worden... ik woon hier vlakbij, dan kunt u bellen en dan kom ik.'
Och schat toch...
'Zal je heel goed op hem passen?' vroeg ik bij het afscheid aan H.
Hoezo?
'Hij bood aan vanuit huis langs te komen om te prikken. Als hij daaraan begint stevent hij recht op een burn-out af..'
Volgende maand weer. En ik hoop maar dat ik hem dan vergeten ben; voor je het weet kan ik mezelf niet beheersen en wil ik hem aan zijn aanbod houden...
'De co-assistent komt zo bij je om het infuus te prikken'
Is het dezelfde als vorige keer, vroegen zowel mijn moeder als ik bijna gulzig.
Dat weet ik niet, zei verpleegkundige H. Dit is een zwarte jongen, hij prikt als een engel, hij jast ze er zo in.
'Een zwarte jongen'. Hè, moest ze dat nou zeggen. Ik werd steeds doller op H, deze discriminatoire opmerking deed pijn.
Maar toen ik de jongen zag moest ik mijn eigen reactie terugnemen. Hier was onmogelijk iets anders dan 'zwart' van te maken. Heck, ik had zwarte pieten gezien die bleker waren.
Mooie jongen, heel lang, heel mager, heel zwart. Type kindsoldaat: niet omdat hij ook maar iets agressiefs had - integendeel - maar om de tragiek in zijn ogen, de gevoeligheid. Het feit dat zijn leeftijd onmogelijk te schatten was: hij kon evengoed zeventien als vijfendertig zijn.
Hij rommelde in het karretje met prikgerei.
Uit niets bleek dat hij een prik-held was: alles ging even klungelig en onzeker. Hij leek niets te kunnen vinden, schoof, begeleid door een mompellitanie, alle mogelijke laatjes open, liet dingen vallen en legde gereedschap op het blad dat hij vervolgens weer teruglegde.
Maar toen. Hij zette de naald op mijn arm, duwde lichtjes, trok terug en zie: daar liep bloed uit de infuusnaald! Verdomd! Niets had ik gevoeld, echt helemaal niets. Dit in tegenstelling tot de vijf, zes pijnlijke pogingen die bij eerdere 'sessies' nodig waren geweest, voor het lukte.
Alsof er niets was gebeurd hervatte hij zijn gestuntel, door de ader niet ingedrukt te houden. Een open ader trekt samen en sluit zich en stopt zo op een gegeven moment vanzelf met bloeden; maar dit is een mechanisme dat uiteraard niet werkt als er een naald in zit. Een grote golf bloed stroomde uit mijn arm, over mijn hand, over zijn hand, over het bed. Snel, snel, een dopje. Zoeken. Stroom. Stroom. Stroom. Dopje. Lapjes, deppen, alcohol, schoonmaken.
De rest van de ochtend bleef hij allerliefst. Bij elke patient die hij binnenbracht, begeleidde en onderzocht vroeg hij ook even aan mij: Gaat het goed? Als er iets is kan je me vragen. Echt goed?
Ja, hoor, ècht.
Het ging ook echt goed. Er was overlegd met de neuroloog, de Tysabri mocht doorgaan. Het prikken was een droom geweest, de soep was lekker en de verpleging was lief en grappig. Twee oudgediende zusters die worstelden met de apparaten: Nu dat knopje toch? Oh nee, die andere. Ja, en dan 'menu', en dan die knop - waarom doet hij nou niets??
En zo elk kwartier.
Na anderhalf uur was de boel ingelopen en mocht ik afgekoppeld. Dezelfde lieve klungelige co-assistent.
Hij trok het slangetje van het naaldje af, het slangetje schoot heen en weer en besproeide zijn labjas met bloederig Tysabriwater. Wat direct het spetterende afscheid van mijn bloedstroom was: er moest nog bloed afgenomen worden, maar uit het infuusgat kwam niets. Er werd een nieuw gat geprikt, gewoon in mijn elleboog, en daar kwam ook geen bloed uit. Lage bloeddruk is leuk, maar je kan ook overdrijven.
Waar komt u vandaan?, maakten we - mams en ik en dokter - een afsluitend praatje. Etiopië?
Nee, uit de Sahel.
Hoorde ik u nou net zeggen dat u met uw tweede studie bezig bent?
Ja. Eerst had hij Ruslandkunde gestudeerd, daarna vier jaar geneeskunde in de Oekraine en nu was hij voor zijn co-schappen in Nederland.
Maar natuurlijk. Van de Sahel naar de Oekraine; Ruslandkunde en geneeskunde. Volkomen logische, voorspelare loopbaan.
Ik ben nog nooit zo goed geprikt als door u. Bent u hier over een maand nog? Dan moet ik weer, bent u er dan nog?
Nee, dan niet meer. Maar, zei hij: 'Als u echt graag door mij geprikt wilt worden... ik woon hier vlakbij, dan kunt u bellen en dan kom ik.'
Och schat toch...
'Zal je heel goed op hem passen?' vroeg ik bij het afscheid aan H.
Hoezo?
'Hij bood aan vanuit huis langs te komen om te prikken. Als hij daaraan begint stevent hij recht op een burn-out af..'
Volgende maand weer. En ik hoop maar dat ik hem dan vergeten ben; voor je het weet kan ik mezelf niet beheersen en wil ik hem aan zijn aanbod houden...
2 | 07:01
Wat anders
PML, PML, PML, blablabla, PML.
Jaja, ik weet het nou wel. Van Tysabri kan je dood gaan. Big deal, what else is new.
Kan één van die opgefokte onderzoekers zich even met iets anders bezighouden en me vertellen of je tijdens een sjoep (die de Tysabri verd* had moeten voorkomen) gewoon naar je volgende Tysabri-gift mag gaan?
Graag vóór kwart voor tien antwoord. Dan komt de taxi, namelijk.
PML, PML, PML, blablabla, PML.
Jaja, ik weet het nou wel. Van Tysabri kan je dood gaan. Big deal, what else is new.
Kan één van die opgefokte onderzoekers zich even met iets anders bezighouden en me vertellen of je tijdens een sjoep (die de Tysabri verd* had moeten voorkomen) gewoon naar je volgende Tysabri-gift mag gaan?
Graag vóór kwart voor tien antwoord. Dan komt de taxi, namelijk.
maandag 05 november
2 | 20:01
Promotie
Beste Dominee Puck, schreef de - mij duidelijk onbekende - organist.
Heh. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen misschien.
En dan nog. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, staat het hele christendom zozeer op zijn kop dat ik me afvraag of er van dominees nog wel sprake is.
('When hell freezes over', zeggen de Engelsen. Maar da's me toch iets te wankel, als voorbeeld van totale onmogelijkheid. Eens had ik een poezieboekje, een poezieboekje dat een opleving had rond mijn zestiende. Je doet vreemde dingen in je puberteit. Zoals op mijn zesde, zevende, achtste al mijn juffen en meesters erin moesten staan, zo legde ik het nu ook onder de neus van mijn leraren latijn, wiskunde, nederlands. En natuurkunde. Socially awkward als nerds nou eenmaal zijn plakte hij bij zijn versje geen zoet glitterplaatje, maar een foto van brandend ijs. Tezamen met de tonnen gefrituurd roomijs die ik kookprogramma's voorbij heb zien komen maakt het dat ik een bevroren hel nog niet zo ongeloofwaardig vind. Nog afgezien van het feit dat de binnenste cirkel van de hel volgens Dante uit ijs bestaat.)
Beste Dominee Puck, schreef de - mij duidelijk onbekende - organist.
Heh. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen misschien.
En dan nog. Als Pasen en Pinksteren op één dag vallen, staat het hele christendom zozeer op zijn kop dat ik me afvraag of er van dominees nog wel sprake is.
('When hell freezes over', zeggen de Engelsen. Maar da's me toch iets te wankel, als voorbeeld van totale onmogelijkheid. Eens had ik een poezieboekje, een poezieboekje dat een opleving had rond mijn zestiende. Je doet vreemde dingen in je puberteit. Zoals op mijn zesde, zevende, achtste al mijn juffen en meesters erin moesten staan, zo legde ik het nu ook onder de neus van mijn leraren latijn, wiskunde, nederlands. En natuurkunde. Socially awkward als nerds nou eenmaal zijn plakte hij bij zijn versje geen zoet glitterplaatje, maar een foto van brandend ijs. Tezamen met de tonnen gefrituurd roomijs die ik kookprogramma's voorbij heb zien komen maakt het dat ik een bevroren hel nog niet zo ongeloofwaardig vind. Nog afgezien van het feit dat de binnenste cirkel van de hel volgens Dante uit ijs bestaat.)
zondag 04 november
8 | 14:06
Kwijt
Wat moet je doen als je vermoedt dat de hulp heeft gestolen?
...
Hoe groot is de kans dat de hulp een dweil steelt, en een boek met de titel 'Het Islam Dilemma'..?
Wat moet je doen als je vermoedt dat de hulp heeft gestolen?
...
Hoe groot is de kans dat de hulp een dweil steelt, en een boek met de titel 'Het Islam Dilemma'..?