7 | 21:23
Six Feet Under
.. en toen viel hij dus.
Klap. Duizend stukken, hele kamer vol scherf-sneeuw.
Stoffer, blik.
Vegen. Niet zelf ook vallen.
Blik met stoffelijke keramieken resten op de vuilniszak, slapen.
Ochtend.
Blijkt mijn vader mijn rotzooi te hebben weggegooid. Voor het eerst, en meteen ongelegen.
Nou heb ik geen afscheid kunnen nemen. En belangrijker: ik heb hem niet nog eens kunnen bekijken.
Dus weet ik niet welk plaatje erop stond. Wat voor blommetje.
En ze hebben wel vier soorten. Geen flauw idee welke ik had. Geen flauw idee welke ik nu moet kopen.
Maar ik mis hem zo.
Mijn mok.
Vorig Archief - Volgend Archief
maandag 31 oktober
zondag 30 oktober
7 | 09:55
Brandmerk
Eens, lang lang geleden, zat ik op dansles.
Bij dansles hoorden gala’s: één in de zomer, één rond kerst.
En dan moest je ‘op chic’.
Ik had een jurk, een lang, frêle gevalletje, wat nog van mijn moeder was geweest. Of mijn oma.
Hij bestond uit twee delen. Eerst kwam er een hele strakke satijnen onderjurk, en daaroverheen kwam de eigenlijke jurk. Het was eigenlijk geen jurk. Het was meer een lange zijïge sjaal.
Zijig.
En daar zat hem het probleem.
Hij was namelijk niet van zij, hij was 100% polyester.
In mijn acryl truien stond al ‘keep away from fire’ - en de keren dat ik per ongeluk in de buurt van een vlam was gekomen stonden me nog helder voor de geest.
In een mum van tijd was mijn manchet, of dat wijd-bloezende voorpand, veranderd in een glad plastic plakkaat.
En zo'n gala.. het was er druk, er waren natuurlijk kaarsen, misschien waxinelichtjes... ik vertrouwde het niet.
Kon ik hem wel aan?
Ik nam de jurk mee naar de amenuensis.
‘U mag best een lapje hebben om uit te proberen’, bood ik gul aan.
Die jurk zou sowieso ingekort moeten worden, een flintertje aan de onderkant zou ik niet missen.
Een lapje was niet nodig, hij zag het zo wel.
Volstrekt onverantwoord.
Bij het minste vonkje zou de jurk vlamvatten. Ik zou wegsmelten. Als een lucifer bij een plastic zakje, zo zou de jurk vloeibaar worden en ineenschrompelen. Mij geheel plastificeren. Als de vergulde vrouw in Goldfinger - maar dan de goedkope, geïndustrialiseerde versie.
Het was een gruwelijk verhaal en ik besloot onmiddellijk de jurk nooit ofte nimmer te dragen. Hoogstens in een geïsoleerde ruimte, met brandkranen en EHBO in de buurt.
Zojuist zette ik de waterketel op het vuur. Mijn arm streek, op een afstand van zeker tien centimerter, langs de vlam.
Er steeg een sterke schoreilucht op en toen ik keek zag ik dat de hele onderarm bedekt was met kleine bruine haarstompjes.
De mens zou standaard geproduceerd moeten worden met een tatouage. Keep away from fire.
Eens, lang lang geleden, zat ik op dansles.
Bij dansles hoorden gala’s: één in de zomer, één rond kerst.
En dan moest je ‘op chic’.
Ik had een jurk, een lang, frêle gevalletje, wat nog van mijn moeder was geweest. Of mijn oma.
Hij bestond uit twee delen. Eerst kwam er een hele strakke satijnen onderjurk, en daaroverheen kwam de eigenlijke jurk. Het was eigenlijk geen jurk. Het was meer een lange zijïge sjaal.
Zijig.
En daar zat hem het probleem.
Hij was namelijk niet van zij, hij was 100% polyester.
In mijn acryl truien stond al ‘keep away from fire’ - en de keren dat ik per ongeluk in de buurt van een vlam was gekomen stonden me nog helder voor de geest.
In een mum van tijd was mijn manchet, of dat wijd-bloezende voorpand, veranderd in een glad plastic plakkaat.
En zo'n gala.. het was er druk, er waren natuurlijk kaarsen, misschien waxinelichtjes... ik vertrouwde het niet.
Kon ik hem wel aan?
Ik nam de jurk mee naar de amenuensis.
‘U mag best een lapje hebben om uit te proberen’, bood ik gul aan.
Die jurk zou sowieso ingekort moeten worden, een flintertje aan de onderkant zou ik niet missen.
Een lapje was niet nodig, hij zag het zo wel.
Volstrekt onverantwoord.
Bij het minste vonkje zou de jurk vlamvatten. Ik zou wegsmelten. Als een lucifer bij een plastic zakje, zo zou de jurk vloeibaar worden en ineenschrompelen. Mij geheel plastificeren. Als de vergulde vrouw in Goldfinger - maar dan de goedkope, geïndustrialiseerde versie.
Het was een gruwelijk verhaal en ik besloot onmiddellijk de jurk nooit ofte nimmer te dragen. Hoogstens in een geïsoleerde ruimte, met brandkranen en EHBO in de buurt.
Zojuist zette ik de waterketel op het vuur. Mijn arm streek, op een afstand van zeker tien centimerter, langs de vlam.
Er steeg een sterke schoreilucht op en toen ik keek zag ik dat de hele onderarm bedekt was met kleine bruine haarstompjes.
De mens zou standaard geproduceerd moeten worden met een tatouage. Keep away from fire.
maandag 24 oktober
7 | 19:32
Typisch
Zeg, één van mijn lezers vindt jou een archetypische schaker..
‘En dat terwijl ik nooit schaak!’
Heb jij überhaupt weleens geschaakt?
‘Jazeker! Een half uur!’
Ik kreeg les van Ron Abram. Die was heel goed in schaken. En die versloeg mij natuurlijk onmiddellijk. Hij zei dat ik geen enkele aanleg had.’
Wie..?
‘Ron Abram. Een klasgenoot van mij.
Dat was mijn rivaal.
We maakten allebei kans om hoofdredacteur van de schoolkrant te worden. En hij was het niet eens met mijn beleid.
Dus het jaar erop richtte hij een eigen krant op. En omdat de school was genoemd naar Hugo Grotius noemde hij de krant HUGO: Het Unieke Grotius Orgaan.
Hij had een vlotte pen. Later is hij hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad geworden.’
Afijn.
Schaken doet mijn vader dus niet.
Mijn vader is een klein mager driftkikkertje met veel vrouwelijke en vooral weinig wiskundige kwaliteiten.
Hij heeft getennist. En hij sloeg loeihard, over de hele lengte van het flat.
Hij heeft me geleerd dat voetballen met de zijkant en niet de punt van je voet moet.
Hij fietst nog elke dag, minstens twee uur.
Zijn lopen is draven. Afgemeten snelle passen.
En hij hoest. Gruwelijke brullen, een vreemde combinatie tussen hoesten, niezen, kokhalzen en blaffen. De hele dag door.
Ook topsport, dat hoesten van hem.
Maar schaken kan hij niet.
Zeg, één van mijn lezers vindt jou een archetypische schaker..
‘En dat terwijl ik nooit schaak!’
Heb jij überhaupt weleens geschaakt?
‘Jazeker! Een half uur!’
Ik kreeg les van Ron Abram. Die was heel goed in schaken. En die versloeg mij natuurlijk onmiddellijk. Hij zei dat ik geen enkele aanleg had.’
Wie..?
‘Ron Abram. Een klasgenoot van mij.
Dat was mijn rivaal.
We maakten allebei kans om hoofdredacteur van de schoolkrant te worden. En hij was het niet eens met mijn beleid.
Dus het jaar erop richtte hij een eigen krant op. En omdat de school was genoemd naar Hugo Grotius noemde hij de krant HUGO: Het Unieke Grotius Orgaan.
Hij had een vlotte pen. Later is hij hoofdredacteur van het Algemeen Dagblad geworden.’
Afijn.
Schaken doet mijn vader dus niet.
Mijn vader is een klein mager driftkikkertje met veel vrouwelijke en vooral weinig wiskundige kwaliteiten.
Hij heeft getennist. En hij sloeg loeihard, over de hele lengte van het flat.
Hij heeft me geleerd dat voetballen met de zijkant en niet de punt van je voet moet.
Hij fietst nog elke dag, minstens twee uur.
Zijn lopen is draven. Afgemeten snelle passen.
En hij hoest. Gruwelijke brullen, een vreemde combinatie tussen hoesten, niezen, kokhalzen en blaffen. De hele dag door.
Ook topsport, dat hoesten van hem.
Maar schaken kan hij niet.
zondag 23 oktober
1 | 17:53
Zoet
'Dat is de duopartner van de zoon van Frau Süß', zei mijn vader, gekluisterd aan Eurosport.
Via-via ken ik nu dus de nieuwe wereldkampioen tafeltennis.
Jottum.
(Elke topsport waarvoor je in je woonkamer kan trainen kan ik niet serieus nemen. Sorry daarvoor. En dan met zijn tweeen voor zo'n tafeltje, breed uithalend en vervolgens heel suf met kippevleugeltjes tegen de romp gedrukt een tik geven - ik vind het een beetje ridicuul. Zoveel zweet voor zo weinig oppervlak..)
'Dat is de duopartner van de zoon van Frau Süß', zei mijn vader, gekluisterd aan Eurosport.
Via-via ken ik nu dus de nieuwe wereldkampioen tafeltennis.
Jottum.
(Elke topsport waarvoor je in je woonkamer kan trainen kan ik niet serieus nemen. Sorry daarvoor. En dan met zijn tweeen voor zo'n tafeltje, breed uithalend en vervolgens heel suf met kippevleugeltjes tegen de romp gedrukt een tik geven - ik vind het een beetje ridicuul. Zoveel zweet voor zo weinig oppervlak..)
8 | 16:45
Feitelijk
Gehoord, op straat (meisje via gsm):
'Ik heb warme wangen'.
Hetgeen zeer matter-of-factly werd verteld.
Geen gegiechel en gebloos - dan zou ik het nog begrijpen. Ik heb telefoongesprekken gehad waarb... nou ja. Never mind.
Maar hiervan vroeg ik me af: wat is het voor gesprek dat je een dergelijke mededeling, op dergelijke toon, doet?
Gehoord, op straat (meisje via gsm):
'Ik heb warme wangen'.
Hetgeen zeer matter-of-factly werd verteld.
Geen gegiechel en gebloos - dan zou ik het nog begrijpen. Ik heb telefoongesprekken gehad waarb... nou ja. Never mind.
Maar hiervan vroeg ik me af: wat is het voor gesprek dat je een dergelijke mededeling, op dergelijke toon, doet?
vrijdag 21 oktober
8 | 17:10
Dipje
Heeft u weleens een bril op straat gevonden, sterkte Jampot? Of één losse schoen?
En u afgevraagd: hoe kan het nou in vredesnaam dat je zoiets kwijtraakt, dat mis je toch onmiddellijk?
Misschien was de eigenaar het gewoon zat. De hele slechtziendheid, die altijd pijnlijke teen.
Enough with it. Krijg de klere. Val dood met je bril en je steunzool, ik wil niet meer.
Nodig of niet.
Dus mocht u een rechter-elleboogkruk vinden, ergens langs een Haags fietspad:
Ja, die is van mij.
Ja, hij wordt gemist.
En nee, ik hoef hem niet terug.
Kutzooi.
Heeft u weleens een bril op straat gevonden, sterkte Jampot? Of één losse schoen?
En u afgevraagd: hoe kan het nou in vredesnaam dat je zoiets kwijtraakt, dat mis je toch onmiddellijk?
Misschien was de eigenaar het gewoon zat. De hele slechtziendheid, die altijd pijnlijke teen.
Enough with it. Krijg de klere. Val dood met je bril en je steunzool, ik wil niet meer.
Nodig of niet.
Dus mocht u een rechter-elleboogkruk vinden, ergens langs een Haags fietspad:
Ja, die is van mij.
Ja, hij wordt gemist.
En nee, ik hoef hem niet terug.
Kutzooi.
donderdag 20 oktober
12 | 16:33
Logies
Een kleine drie weken geleden mailde ik hetvolgende, @denksport.nl :
Ik heb geen antwoord gekregen, maar het laat me niet los.
Ik zit inmiddels met twee puzzelboekjes (ik had de vage hoop dat in de uitgave van oktober eindelijk een handleiding bij dit vage geneuzel zou staan), met een stuk of tien onoplosbare puzzels.
Dus nu aan u de beurt.
Hier staat het complete ding.
Nota bene: ik zit niet te wachten op een oplossing.
Die staat gewoon achterin.
Ik wil het hòe weten.
Een uitleg, stap voor stap, over hoe en wat er dan door te strepen valt.
Een kleine drie weken geleden mailde ik hetvolgende, @denksport.nl :
Geachte Heer, Mevrouw,
Ik schrijf naar aanleiding van de zogenaamde 'speur-logigrammen' in de Logivaria.
Als handreiking staat boven elke puzzel: 'streep in elk vak van een speur-logigram ale onderwerpen op één na weg. De overgebleven
onderwerpen vormen de oplossing'.
Dit is een vage en weinig behulpzame aanwijzing.
In een speur-logigram zijn negen vakken, met drie woorden.
Zijn dit de zgn. 'onderwerpen'?
Hoe moet men dan wegstrepen?
Bijvoorbeeld, uit de Logivaria van mei 2005, pag 55:
1. In het weekeind vindt het ontbijt plaats, twee dagen later kookt hij een eitje.
2. De lunch valt een dag na het roerbakken, maar dan eet hij niet het laatste eitje van de week.
Ik kom dan tot de volgende conclusies:
ontbijt is zaterdag of zondag;
koken is maandag of dinsdag;
lunch is niet op zondag;
ontbijt is niet koken;
zat/zondag is niet koken;
lunch is niet roerbakken;
Allemaal leuk en aardig, maar hoe verwerk ik dat in een 'doorstreep-actie'?
Ik ben over het algemeen vrij goed in logigrammen, maar dit is me iets tè veel een raadsel..
Als u enig licht kunt laten schijnen zou ik bijzonder dankbaar zijn.
Vriendelijke groet,
Puck
Ik heb geen antwoord gekregen, maar het laat me niet los.
Ik zit inmiddels met twee puzzelboekjes (ik had de vage hoop dat in de uitgave van oktober eindelijk een handleiding bij dit vage geneuzel zou staan), met een stuk of tien onoplosbare puzzels.
Dus nu aan u de beurt.
Hier staat het complete ding.
Nota bene: ik zit niet te wachten op een oplossing.
Die staat gewoon achterin.
Ik wil het hòe weten.
Een uitleg, stap voor stap, over hoe en wat er dan door te strepen valt.
woensdag 19 oktober
2 | 20:57
..staat netjes
(Aldus een kleine herfstsnoei in de woesternij die 'Drafts-box' heet.
U begrijpt: de rest van de week geen nieuwe postjes. Dit is voorlopig wel even genoeg.
Ergens deze dagen weer nieuwe brouwsels. Voor straks: goedenacht, slaap zacht.)
(Aldus een kleine herfstsnoei in de woesternij die 'Drafts-box' heet.
Ergens deze dagen weer nieuwe brouwsels. Voor straks: goedenacht, slaap zacht.)
§ | 20:18
Nogmaals gezocht: context Opruiming (31)
De domheid van de mensheid is het geloof in de eigen slimheid.
Wie zijn trots opzij zet kan rekenen op de trots van anderen.
2002
De domheid van de mensheid is het geloof in de eigen slimheid.
Wie zijn trots opzij zet kan rekenen op de trots van anderen.
2002
2 | 10:54
Buurman Opruiming (30)
‘Ik ben homo en ik doe net of ik dat helemal niet ben, alsof ik heel gewoon ben en helemaal niet nichterig maar een beetje nicht moet ik natuurlijk wel blijven want gewoon is ook maar zo gewoon en anders valt het niet op dat ik zo dapper bezig ben mijn Geaardheid te combineren met gewoon zijn het is een voortdurend afwegen combineren sublimeren conserveren - dagtaak hoor ik zou subsidie moeten krijgen.’
2002
‘Ik ben homo en ik doe net of ik dat helemal niet ben, alsof ik heel gewoon ben en helemaal niet nichterig maar een beetje nicht moet ik natuurlijk wel blijven want gewoon is ook maar zo gewoon en anders valt het niet op dat ik zo dapper bezig ben mijn Geaardheid te combineren met gewoon zijn het is een voortdurend afwegen combineren sublimeren conserveren - dagtaak hoor ik zou subsidie moeten krijgen.’
2002
7 | 10:19
Ter inlossing van een belofte Opruiming (29)
En, waaraan dacht u toen u de eerste keer Het dagboek van Anne Frank las..?
2002
En, waaraan dacht u toen u de eerste keer Het dagboek van Anne Frank las..?
2002
dinsdag 18 oktober
4 | 12:12
Aantrekken, afstoten Opruiming (28)
Ik heb met u gemaild.
Ik heb met u gemaild, ik heb mijn leven met u gedeeld, en u het uwe met mij.
Ik heb met u gemaild, en nu niet meer.
Misschien omdat ik me te naakt voelde. Omdat ik met het meedelen heb weggegeven. En meer van mezelf heb weggegeven dan ik missen kon.
Omdat ik het gevoel had te moeten groeien. Het gevoel had van u te moeten groeien, maar me bezwaard voelde omdat ik dat niet deed.
Ik groei niet. Ik sta stil, of ik ga achteruit. Het is nooit anders geweest, misschien zal het nooit anders zijn. En op het moment dat u groeit, veranderd, zie ik mezelf stilstaan. En trek ik me terug.
Ik zag in u mijn redder.
Misschien een moeder, een vader, een broer of zus. Misschien zelfs een potentiele minnaar. Maar altijd mijn redder.
Ik wist dat u mijn redder niet zijn kon, maar ik bleef hopen, bleef wensen.
En ik ging u zien als mens. En als zodanig stelde u teleur. Maakte u zichtbaar dat u nooit mijn redder kon zijn.
Of u viel niet tegen. U was alles wat ik in een redder kon wensen en dromen; maar ik wist dat u die redder nooit zijn zou, en ik moest de verleiding ontsnappen.
Hoe dan ook, ik vluchtte weg van u.
U doet mij niets, u zegt mij niets.
Ik ken u, maar herken u niet.
Eenmaal in u gekropen vind ik blindelings mijn weg; buiten u staand herken ik u niet.
U vind mij eng?
Wees gerust, u bent niet de enige.
Ik vind mij ook eng.
2002
Ik heb met u gemaild.
Ik heb met u gemaild, ik heb mijn leven met u gedeeld, en u het uwe met mij.
Ik heb met u gemaild, en nu niet meer.
Misschien omdat ik me te naakt voelde. Omdat ik met het meedelen heb weggegeven. En meer van mezelf heb weggegeven dan ik missen kon.
Omdat ik het gevoel had te moeten groeien. Het gevoel had van u te moeten groeien, maar me bezwaard voelde omdat ik dat niet deed.
Ik groei niet. Ik sta stil, of ik ga achteruit. Het is nooit anders geweest, misschien zal het nooit anders zijn. En op het moment dat u groeit, veranderd, zie ik mezelf stilstaan. En trek ik me terug.
Ik zag in u mijn redder.
Misschien een moeder, een vader, een broer of zus. Misschien zelfs een potentiele minnaar. Maar altijd mijn redder.
Ik wist dat u mijn redder niet zijn kon, maar ik bleef hopen, bleef wensen.
En ik ging u zien als mens. En als zodanig stelde u teleur. Maakte u zichtbaar dat u nooit mijn redder kon zijn.
Of u viel niet tegen. U was alles wat ik in een redder kon wensen en dromen; maar ik wist dat u die redder nooit zijn zou, en ik moest de verleiding ontsnappen.
Hoe dan ook, ik vluchtte weg van u.
U doet mij niets, u zegt mij niets.
Ik ken u, maar herken u niet.
Eenmaal in u gekropen vind ik blindelings mijn weg; buiten u staand herken ik u niet.
U vind mij eng?
Wees gerust, u bent niet de enige.
Ik vind mij ook eng.
2002
3 | 08:17
Size matters Opruiming (27)
Er is een nieuwe buurtbewoner.
Normaal gesproken gaat dit langs mij heen. Te huur-te koop-verkocht-biljetten wisselen elkaar vrolijk af, zonder dat ik ook maar iets van verandering in de wijkbevolking registreer. Maar dit keer is het anders.
Meneer is ongeveer twee bij twee meter.
Naast hem een gedrocht, vermoedelijk hondachtig, van volstrekt verwaarloosbaar formaat.
Hondenkopers en hun huisgenoten zouden uit esthetisch oogpunt vóór aanschaf op uiterlijk moeten worden gescreend.
2002
Er is een nieuwe buurtbewoner.
Normaal gesproken gaat dit langs mij heen. Te huur-te koop-verkocht-biljetten wisselen elkaar vrolijk af, zonder dat ik ook maar iets van verandering in de wijkbevolking registreer. Maar dit keer is het anders.
Meneer is ongeveer twee bij twee meter.
Naast hem een gedrocht, vermoedelijk hondachtig, van volstrekt verwaarloosbaar formaat.
Hondenkopers en hun huisgenoten zouden uit esthetisch oogpunt vóór aanschaf op uiterlijk moeten worden gescreend.
2002
maandag 17 oktober
2 | 19:11
Handleiding.. [Opruiming (26)]
..voor de beginnende bolletjesslikker:
Bij voorkeur heel doorslikken. Indien dit moeilijk gaat: oplossen in water.
2002
..voor de beginnende bolletjesslikker:
Bij voorkeur heel doorslikken. Indien dit moeilijk gaat: oplossen in water.
2002
1 | 13:50
Benadering [Opruiming (25)]
Stelregel één:
Het gaat er niet om wat je zegt, het gaat erom hoe je het zegt.
Wanneer je met blij gemoed en lachend gelaat zegt regelmatig stemmen in je hoofd te horen, maar daar niet zo mee te zit en het bij tijden zelfs wel gezellig vindt, dan kun je er donder op zeggen dat je met zachte doch dwingende hand richting gesloten afdeling wordt geduwd, met in je knapzakje een herhalingsrecept leponex.
Als je daarentegen met uitgeput gezicht snikt dat het zo'n drukte in je kop is en je je daar zo'n zorgen om maakt, dan zal de hulpverlener sussen: och meneer, mevrouw; het is de vermoeidheid die u parten speelt, dat heeft toch iedereen wel eens. U moet eens een dagje vrij nemen.
2002
Stelregel één:
Het gaat er niet om wat je zegt, het gaat erom hoe je het zegt.
Wanneer je met blij gemoed en lachend gelaat zegt regelmatig stemmen in je hoofd te horen, maar daar niet zo mee te zit en het bij tijden zelfs wel gezellig vindt, dan kun je er donder op zeggen dat je met zachte doch dwingende hand richting gesloten afdeling wordt geduwd, met in je knapzakje een herhalingsrecept leponex.
Als je daarentegen met uitgeput gezicht snikt dat het zo'n drukte in je kop is en je je daar zo'n zorgen om maakt, dan zal de hulpverlener sussen: och meneer, mevrouw; het is de vermoeidheid die u parten speelt, dat heeft toch iedereen wel eens. U moet eens een dagje vrij nemen.
2002
1 | 09:19
Hygrometer [Opruiming (24)]
'Koel en droog bewaren', zeggen de potjes en zakjes met kruiden.
Hoe nu te testen of uw keukenkastje droog is?
Neem een rolletje Lakrisal.
Leg dat geopend in het betreffende kastje of laadje. Kijk hoe lang het duurt voor de kleur is veranderd van #D0C6B0 naar #9E8144.
En ineens is het volkomen duidelijk waarom ons toch nog volle strooibusje uienpoeder niet meer wil strooien.
2002
'Koel en droog bewaren', zeggen de potjes en zakjes met kruiden.
Hoe nu te testen of uw keukenkastje droog is?
Neem een rolletje Lakrisal.
Leg dat geopend in het betreffende kastje of laadje. Kijk hoe lang het duurt voor de kleur is veranderd van #D0C6B0 naar #9E8144.
En ineens is het volkomen duidelijk waarom ons toch nog volle strooibusje uienpoeder niet meer wil strooien.
2002
1 | 06:47
Karikaturaal [Opruiming (23)]
Puck, wat is een sitcom?
Situation comedy
Aha.
Daarmee snap je wat het is...?
Nee, maar het is al iets
[lange uitleg sitcom]
Dus je zou ook een sitcom van ons kunnen maken?
Dat zijn we al..
('filmed before a live studio audience', zogezegd)
2002
Puck, wat is een sitcom?
Situation comedy
Aha.
Daarmee snap je wat het is...?
Nee, maar het is al iets
[lange uitleg sitcom]
Dus je zou ook een sitcom van ons kunnen maken?
Dat zijn we al..
('filmed before a live studio audience', zogezegd)
2002
zondag 16 oktober
7 | 16:40
Logica [Opruiming (22)]
Perfectionisme, zo concludeerden mijn moeder en ik na ampel beraad, diepe analyses en nauwgezette observatie van de flesjes in debadkamer keuken; perfectionisme maakt dik.
Kijk maar, toonde ik haar het potje bebogeen.
Perfectionisme laat je streven naar een immer glad oppervlak. Het zorgt ervoor dat je blijft doorschrapen met mes, lepel en spatel; maar het gladder dan gladde oppervlak zal je nimmer bewerkstelligen.
Tot je de bodem hebt bereikt; dan heb je een pot caramel achter de kiezen en je doel nog immer niet bereikt.
En dáárom maakt perfectionisme dik..
2002
Perfectionisme, zo concludeerden mijn moeder en ik na ampel beraad, diepe analyses en nauwgezette observatie van de flesjes in de
Kijk maar, toonde ik haar het potje bebogeen.
Perfectionisme laat je streven naar een immer glad oppervlak. Het zorgt ervoor dat je blijft doorschrapen met mes, lepel en spatel; maar het gladder dan gladde oppervlak zal je nimmer bewerkstelligen.
Tot je de bodem hebt bereikt; dan heb je een pot caramel achter de kiezen en je doel nog immer niet bereikt.
En dáárom maakt perfectionisme dik..
2002
2 | 10:39
Wisselende contacten [Opruiming (21)]
Het nadeel van af en toe eens vreemdgaan met een andere dan je normale deodorant, is dat je geen flauw idee hebt welke de blauwe vlekken in je T-shirt heeft veroorzaakt.
2002
Het nadeel van af en toe eens vreemdgaan met een andere dan je normale deodorant, is dat je geen flauw idee hebt welke de blauwe vlekken in je T-shirt heeft veroorzaakt.
2002
donderdag 13 oktober
7 | 20:52
Los [Opruiming (20)]
Het is een aanleg, zeggen de verschillende sites. Een verschijnsel.
Geen aandoening of ziekte.
Maar er is wel een syndroom van.
En een patientenvereniging.
Op de site van de patientenvereniging is een apart hoofdstuk 'onbegrip'.
Elkeaandoening aanleg waarbij door de lijders wordt gesproken van 'onbegrip' mijd ik als de pest. Stelletje martelaren. Ga toch optreden bij Idols of naakt door het winkelcentrum lopen. Word je ook niet begrepen, krijg je stukken meer aandacht.
Ken uzelve.
Als iets namelijk irritant is, dan is het het onbegrip over hypermobiliteit.
Lekker los, zegt mijn huisarts.
Wat ben jij ontzettend soepel, kwijlt mijn fysio haast.
Cool he?!, zei ik zelf, mijn hele jeugd, als ik tot afgrijzen van mijn publiek mijn wijsvinger naar achter klapte, tegen de rug van mijn hand aan.
Wist ik veel.
Ik zal een jaar of zeven zijn geweest toen ik voor het eerst bij de huisarts zat voor mijn rug. En mijn enkels.
Wat de aanleiding was weet ik niet meer.
Wat me altijd het meest opvalt, terugdenkend aan mijn kinderjaren, is de schijnbaar aanleidingloze 'ineensheid'. Het jezelf terugvinden op een schoolreisje. Een toneelstuk. Een huisarts. Een themadag van scouting.
Vanaf een bepaalde leeftijd ben je je bewust van voorbereidingen; word je daarin betrokken, of ontvang je signalen van buitenaf. Het zijn niet meer alleen je ouders die de brief van school, hobby, arts krijgen, maar ook jijzelf.
Maar tot een bepaalde leeftijd is iets er zomaar.
Zo ook de huisarts.
Ongetwijfeld hebben mijn ouders enige tijd overlegd en zich zorgen gemaakt over mijn fysieke gesteldheid en hebben ze toen uiteindelijk een afspraak gemaakt met de huisarts. Eerst alleen, toen met mij.
Naar mijn gevoel moest ik ineens komen; ik werd bestudeerd, ik moest heen en weer lopen, en ik kreeg oefeningen. Ik wist niet waarvoor of waarom, ik kreeg alleen maar de dreigende mededeling van mijn moeder dat ik later misschien in een rolstoel zou belanden als ik nu niets deed. Dat was dreigend, maar niet dreigend genoeg. En ergens ook wel aantrekkelijk. De oefeningen waren stom, hadden voor mij te weinig relevantie en logica, en ik deed ze niet. En bleef ook 'netjes' onderuit gezakt op bank en stoel zitten.
Op mijn twaalfde was de orthopeed aan de beurt.
De steunzolen.
Het teenspalkje.
Cesartherapie, waarbij werd geconstateerd dat mijn rechterschouder lager stond dan de ander.
Voor de spiegel staan, linkerschouder laten zakken, rechter iets omhoog. Me schever dan ooit voelen. Behalve die schouder werd er weinig gevonden of gedaan, en na een paar sessies hield ik het voor gezien.
Ik zakte door mijn enkel: enkelbanden gescheurd. Krukken. Na drie dagen scheurde ik de banden van de andere enkel.
Na een paar jaar voelde ik het niet eens meer, als ik weer eens door mijn enkel zakte. Ik kon 'naast mijn voet' gaan staan, de voet tegen mijn kuit geklapt: ik schudde hem wat heen en weer, stond een paar seconden in een poel van pijn - en het was weer goed.
Ik had wel standaard een vochtbult op het enkelgewricht zitten.
Hoge schoenen. Altijd hoge schoenen.
Als ik trappen liep hoorde je een luide kràk bij elke tree. Niet van de trap, maar van mijn knieen, enkels, heupen. Ik bofte dat ik geen wilde puber was: ik zou nooit midden in de nacht onhoorbaar het huis binnen hebben kunnen sluipen.
Als ik langer dan tien minuten liep gingen mijn heupen pijn doen. Schurende pijn, alsof de kom van mijn heup een vijzel was, die langzaam werd uitgebeend.
Af en toe liepen mijn knieen vast, onder het fietsen. Pijn, en een werkelijk niet meer kùnnen bewegen. al fietsend, uitrijdend, schudde ik het been dan wat heen en weer, toen ik een klik voelde of hoorde. Dan kon ik weer gewoon verder.
In 2000 kwam ik bij S. Mijn eerste fysiotherapeut.
Ik kwam er om conditie op te doen, te bewegen onder begeleiding. Omdat ik zo bang werd van mijn hard kloppende hart dat ik het niet aandurfde om op eigen gelegenheid te sporten.
Bij het intakegesprek noemde ik: scoliose, scheve teen, steunzolen, eetstoornis, angsten.
bij het intakegesprek noemde hij, terloops: '..omdat je zo hypermobiel bent...'
Hè watte?
Het was de eerste keer in mijn leven dat het benoemd werd.
Zijn uitleg verklaarde heel, heel veel.
Hypermobiliteit betekent niet dat je lenig bent.
Lenigheid is een spierkwestie. (Hyper)mobiliteit of -laxiteit heeft te maken met gewrichtsbanden.
De banden zijn te lang en/of te soepel.
Het 'bijeen houden van de gewrichten' moet voor een deel worden overgenomen door de spieren. Je spieren zijn dus de hele dag bezig jou overeind te houden.
Oh. Oooh...
Dus dáárom ben ik mijn hele leven al zo moe..
Altijd, vanaf mijn peutertijd: moe.
Een gevoel van teveel zijn: niet vanuit een minderwaardigheidscomplex of zelfhaat, maar het gevoel mezelf te moeten meezeulen. Momenten dat elke stap teveel was. Hoe minder Puck er was, hoe liever. Niet uit een gevoel van te dik zijn, lelijk - dat kwam pas veel later. Gewoon, heel letterlijk: teveel gewicht. Zware armen, zware benen. Niet vooruit te branden.
Bewegen was helemaal nooit leuk.
Komt dat van..?
Ja, zei S.
Wat een openbaring. Wat een.. bevrijding, haast.
Eindelijk begrip, erkenning, een naam.
Het beste wat ik kon doen was zoveel mogelijk spieren opbouwen.
Spiermassa waar 'normale' mensen extra fit en sterk mee zijn, zou er bij mij voor zorgen dat ik eindelijk genoeg kracht zou hebben voor de gewone, alledaagse dingen - zònder moe te zijn.
Hij kreeg gelijk. Nou ja, gedeeltelijk.
Ik ging me vrijer bewegen. Ik had niet meer het voortdurende gevoel dat mijn ledematen slechts ballast waren.
De krachtmeting van gewichtheffen, -duwen en -trekken was heerlijk. Uitlaatklep.
Het stretchen was een probleem: ik kan vanuit boedhahouding voorover klappen, mijn neus tussen mijn knieen op de grond - zonder iets te voelen.
Mijn schouders schieten eerder uit de kom dan dat ik mijn spieren rek. Houdingen waarvan mijn mede-sporters in een jammer-stuip schieten zijn voor mij 'lekker ontspannend'.
Maar afgezien daarvan was het sporten niets dan fijn.
Voor het eerst in mijn leven was bewegen leuk.
Alleen die moeheid. Die is alleen maar erger geworden. En veranderd.
Maar ja. Wist S. (of ik) veel dat ik ook nog MS zou krijgen..
17-03-2004 // 13-10-2005
Het is een aanleg, zeggen de verschillende sites. Een verschijnsel.
Geen aandoening of ziekte.
Maar er is wel een syndroom van.
En een patientenvereniging.
Op de site van de patientenvereniging is een apart hoofdstuk 'onbegrip'.
Elke
Ken uzelve.
Als iets namelijk irritant is, dan is het het onbegrip over hypermobiliteit.
Lekker los, zegt mijn huisarts.
Wat ben jij ontzettend soepel, kwijlt mijn fysio haast.
Cool he?!, zei ik zelf, mijn hele jeugd, als ik tot afgrijzen van mijn publiek mijn wijsvinger naar achter klapte, tegen de rug van mijn hand aan.
Wist ik veel.
Ik zal een jaar of zeven zijn geweest toen ik voor het eerst bij de huisarts zat voor mijn rug. En mijn enkels.
Wat de aanleiding was weet ik niet meer.
Wat me altijd het meest opvalt, terugdenkend aan mijn kinderjaren, is de schijnbaar aanleidingloze 'ineensheid'. Het jezelf terugvinden op een schoolreisje. Een toneelstuk. Een huisarts. Een themadag van scouting.
Vanaf een bepaalde leeftijd ben je je bewust van voorbereidingen; word je daarin betrokken, of ontvang je signalen van buitenaf. Het zijn niet meer alleen je ouders die de brief van school, hobby, arts krijgen, maar ook jijzelf.
Maar tot een bepaalde leeftijd is iets er zomaar.
Zo ook de huisarts.
Ongetwijfeld hebben mijn ouders enige tijd overlegd en zich zorgen gemaakt over mijn fysieke gesteldheid en hebben ze toen uiteindelijk een afspraak gemaakt met de huisarts. Eerst alleen, toen met mij.
Naar mijn gevoel moest ik ineens komen; ik werd bestudeerd, ik moest heen en weer lopen, en ik kreeg oefeningen. Ik wist niet waarvoor of waarom, ik kreeg alleen maar de dreigende mededeling van mijn moeder dat ik later misschien in een rolstoel zou belanden als ik nu niets deed. Dat was dreigend, maar niet dreigend genoeg. En ergens ook wel aantrekkelijk. De oefeningen waren stom, hadden voor mij te weinig relevantie en logica, en ik deed ze niet. En bleef ook 'netjes' onderuit gezakt op bank en stoel zitten.
Op mijn twaalfde was de orthopeed aan de beurt.
De steunzolen.
Het teenspalkje.
Cesartherapie, waarbij werd geconstateerd dat mijn rechterschouder lager stond dan de ander.
Voor de spiegel staan, linkerschouder laten zakken, rechter iets omhoog. Me schever dan ooit voelen. Behalve die schouder werd er weinig gevonden of gedaan, en na een paar sessies hield ik het voor gezien.
Ik zakte door mijn enkel: enkelbanden gescheurd. Krukken. Na drie dagen scheurde ik de banden van de andere enkel.
Na een paar jaar voelde ik het niet eens meer, als ik weer eens door mijn enkel zakte. Ik kon 'naast mijn voet' gaan staan, de voet tegen mijn kuit geklapt: ik schudde hem wat heen en weer, stond een paar seconden in een poel van pijn - en het was weer goed.
Ik had wel standaard een vochtbult op het enkelgewricht zitten.
Hoge schoenen. Altijd hoge schoenen.
Als ik trappen liep hoorde je een luide kràk bij elke tree. Niet van de trap, maar van mijn knieen, enkels, heupen. Ik bofte dat ik geen wilde puber was: ik zou nooit midden in de nacht onhoorbaar het huis binnen hebben kunnen sluipen.
Als ik langer dan tien minuten liep gingen mijn heupen pijn doen. Schurende pijn, alsof de kom van mijn heup een vijzel was, die langzaam werd uitgebeend.
Af en toe liepen mijn knieen vast, onder het fietsen. Pijn, en een werkelijk niet meer kùnnen bewegen. al fietsend, uitrijdend, schudde ik het been dan wat heen en weer, toen ik een klik voelde of hoorde. Dan kon ik weer gewoon verder.
In 2000 kwam ik bij S. Mijn eerste fysiotherapeut.
Ik kwam er om conditie op te doen, te bewegen onder begeleiding. Omdat ik zo bang werd van mijn hard kloppende hart dat ik het niet aandurfde om op eigen gelegenheid te sporten.
Bij het intakegesprek noemde ik: scoliose, scheve teen, steunzolen, eetstoornis, angsten.
bij het intakegesprek noemde hij, terloops: '..omdat je zo hypermobiel bent...'
Hè watte?
Het was de eerste keer in mijn leven dat het benoemd werd.
Zijn uitleg verklaarde heel, heel veel.
Hypermobiliteit betekent niet dat je lenig bent.
Lenigheid is een spierkwestie. (Hyper)mobiliteit of -laxiteit heeft te maken met gewrichtsbanden.
De banden zijn te lang en/of te soepel.
Het 'bijeen houden van de gewrichten' moet voor een deel worden overgenomen door de spieren. Je spieren zijn dus de hele dag bezig jou overeind te houden.
Oh. Oooh...
Dus dáárom ben ik mijn hele leven al zo moe..
Altijd, vanaf mijn peutertijd: moe.
Een gevoel van teveel zijn: niet vanuit een minderwaardigheidscomplex of zelfhaat, maar het gevoel mezelf te moeten meezeulen. Momenten dat elke stap teveel was. Hoe minder Puck er was, hoe liever. Niet uit een gevoel van te dik zijn, lelijk - dat kwam pas veel later. Gewoon, heel letterlijk: teveel gewicht. Zware armen, zware benen. Niet vooruit te branden.
Bewegen was helemaal nooit leuk.
Komt dat van..?
Ja, zei S.
Wat een openbaring. Wat een.. bevrijding, haast.
Eindelijk begrip, erkenning, een naam.
Het beste wat ik kon doen was zoveel mogelijk spieren opbouwen.
Spiermassa waar 'normale' mensen extra fit en sterk mee zijn, zou er bij mij voor zorgen dat ik eindelijk genoeg kracht zou hebben voor de gewone, alledaagse dingen - zònder moe te zijn.
Hij kreeg gelijk. Nou ja, gedeeltelijk.
Ik ging me vrijer bewegen. Ik had niet meer het voortdurende gevoel dat mijn ledematen slechts ballast waren.
De krachtmeting van gewichtheffen, -duwen en -trekken was heerlijk. Uitlaatklep.
Het stretchen was een probleem: ik kan vanuit boedhahouding voorover klappen, mijn neus tussen mijn knieen op de grond - zonder iets te voelen.
Mijn schouders schieten eerder uit de kom dan dat ik mijn spieren rek. Houdingen waarvan mijn mede-sporters in een jammer-stuip schieten zijn voor mij 'lekker ontspannend'.
Maar afgezien daarvan was het sporten niets dan fijn.
Voor het eerst in mijn leven was bewegen leuk.
Alleen die moeheid. Die is alleen maar erger geworden. En veranderd.
Maar ja. Wist S. (of ik) veel dat ik ook nog MS zou krijgen..
17-03-2004 // 13-10-2005
12 | 08:55
Guardian [Opruiming (19)]
Iemand die er is, maar er ook niet is.
Iemand die me vasthoudt als ik dat nodig heb, maar me ook niet vasthoudt.
Die me niet beknelt, me niet in mijn bewegingen belemmert. Die me loslaat zodra ik weer alleen wil of kan - zonder dat ik er zelf om hoef te vragen.
Iemand die achter me staat, zonder dat ik het gevoel heb dat ik word achtervolgd.
Iemand die me kent, door en door, zonder me het gevoel te geven leeggezogen te worden.
Iemand die me veiligheid en warmte geeft, zonder me verslaafd en afhankelijk te maken.
Iemand bij wie ik Ik mag zijn. Zonder verantwoording af te leggen, zonder gene. In al mijn uitersten, in angst en woede, in chagrijn. In vrolijkheid, geluk, ernst en meligheid.
Onvoorwaardelijk.
Zo iemand is geen partner.
Dat moet God zijn.
17-03-2004
Iemand die er is, maar er ook niet is.
Iemand die me vasthoudt als ik dat nodig heb, maar me ook niet vasthoudt.
Die me niet beknelt, me niet in mijn bewegingen belemmert. Die me loslaat zodra ik weer alleen wil of kan - zonder dat ik er zelf om hoef te vragen.
Iemand die achter me staat, zonder dat ik het gevoel heb dat ik word achtervolgd.
Iemand die me kent, door en door, zonder me het gevoel te geven leeggezogen te worden.
Iemand die me veiligheid en warmte geeft, zonder me verslaafd en afhankelijk te maken.
Iemand bij wie ik Ik mag zijn. Zonder verantwoording af te leggen, zonder gene. In al mijn uitersten, in angst en woede, in chagrijn. In vrolijkheid, geluk, ernst en meligheid.
Onvoorwaardelijk.
Zo iemand is geen partner.
Dat moet God zijn.
17-03-2004
dinsdag 11 oktober
6 | 09:53
Onveranderlijk [Opruiming (18)]
Het begon allemaal met Due South, afgelopen donderdag.
Of nee, eigenlijk begon het allemaal in 1991, bij orkestkamp.
Maar dat wist ik vóór gisteren nog niet.
Eigenlijk zijn er twee verhaallijnen.
In mijn radiobode stond gekrabbeld: "after that incident" "changed the law" "very good thing". Een citaat uit Due South.
Inmiddels heb ik de hele aflevering gedownload en die specifieke scene is niet zo vreselijk boeiend.
Waarschijnlijk was het me te doen om enige scenes (en zinnen) ervoor, waarbij een GroteSchurk tegen de hoofdpersoon zegt: 'Message for you from Mister Zuko', en de hoofdpersoon antwoordt: 'I take it this message is not in writing' - hetgeen een heerlijk droge opmerking is, voor iemand wiens laatste uur geslagen is.
Ik zocht op "after that incident" "very good thing" en "due south" en vond niets.
Achteraf had er een 'uh' tussen that en incident moeten staan, maar daar denk ik dan niet aan.
Toen zocht ik op zuko en due south, en vond dit.
Waarin onder andere genoemd wordt: De Crash Test Dummies.
Jeetje! Crash Test Dummies!
Dàt was lang geleden!
Bestonden ze eigenlijk nog?
Verhip. Zowaar. De tijd was niet stil blijven staan: na het creepy Mmmm mmmm mmmm mmmm hadden ze nog massa's andere nummers en platen gemaakt.
Mmmm mmmm mmmm mmmm.. zou die te downloaden zijn..?
Ik zocht en vond, in eMule, maar de bitrate was me niet goed genoeg. (Verwend nest..)
Isohunt. Misschien had een of andere gek het hele album geript en ter download aangeboden.
En ik kwam hier terecht.
Wereld van nostalgie, en een kleine Aha-Erlebnis.
Want als er een 'Billboard Top 100 of 1994' bestond, dan misschien ook.. en dan zou ik eindelijk..
Orkestkamp 1991.
Mijn tweede orkestkamp, maar mijn eerste èchte, geslaagde orkestkamp.
In 1990 was ik ook al meegeweest, maar dat was een drama. Heimwee, ziek, terug naar huis en toch maar weer terug naar het kamp.
1991 was geweldig en verschrikkelijk.
Ik leerde L. kennen, werd verliefd: geen kalverliefde, maar een groot houden-van. Verkeerde jongen, jaren van verdriet, volwassen binnen een maand. Maar dat is een heel ander verhaal.
Het was een week van groots en meeslepend. Ik was net blijven zitten, huilde mijn ogen uit. L. werd verliefd (niet op mij, uiteraard; het drama moet wel volledig zijn); zij beantwoordde zijn liefde niet, ook hij huilde zijn ogen uit, ik troostte en voerde hem dropjes.
We sliepen op een slaapzaal met vijftien man, verspreid over twaalf bedden. De samenstelling van de kamer veranderde elke dag: de kampjes van Viotta, VHJ, en het schoolorkest vielen nogal eens samen, sommige ouders wilden zonodig éérst met het gezin naar de Maladiven - en dus kwamen veel orkestleden halverwege de week, of vertrokken dan juist weer.
De harde kern bleef.
Waaronder A.
A. had een gigantische collectie gigantisch slechte CD's bij zich.
Ik was compleet maagdelijk op muziekgebied. Ik kende geen CD's, geen artiesten, geen liedjes.
Alleen dat vreselijke ding van de Bangles, en een vergelijkbaar jammerding in het Spaans - maar die kende ik ook alleen maar omdat ze al jaren op elk klassefeestje als slownummers werden gedraaid.
Wat A. draaide was nieuw, en wat nieuw is blijft hangen. Jarenlang. In elk geval de herinnering eraan.
Er was één CD in een serie waarvan er de jaren daarop nog verschillende opvolgers zouden komen. de voorganger van Knuffelrock, denk ik.
Ik heb, ook jaren later, Lady in Red herkend. En Wuthering Heights.
Maar het nummer wat we het meest draaiden, wat we na een week allemaal moeiteloos konden meebrullen - dat nummer kwam ik nooit meer tegen. En dat was me steeds meer gaan irriteren.
Hoe heette dat nummer??
Met, inmiddels, de hele 'God Shuffled His Feet' op de achtergrond spitte ik alle Billboard Top 100's van 1980 tot 1990 door.
En toen.
Toen was hij eindelijk daar.
Ik heb hem gedownload.
En gedraaid.
Het gevoel van nostalgie was groot.
En daarmee was het gedaan.
Nothing's Gonna Change My Love For You is een verschrikkelijk nummer. En ik zal, dit keer, heel blij zijn wanneer ik het weer kwijt ben. Als het ooit weer uit mijn hoofd wil.
30-07-2005 // 11-10-2005
Het begon allemaal met Due South, afgelopen donderdag.
Of nee, eigenlijk begon het allemaal in 1991, bij orkestkamp.
Maar dat wist ik vóór gisteren nog niet.
Eigenlijk zijn er twee verhaallijnen.
In mijn radiobode stond gekrabbeld: "after that incident" "changed the law" "very good thing". Een citaat uit Due South.
Inmiddels heb ik de hele aflevering gedownload en die specifieke scene is niet zo vreselijk boeiend.
Waarschijnlijk was het me te doen om enige scenes (en zinnen) ervoor, waarbij een GroteSchurk tegen de hoofdpersoon zegt: 'Message for you from Mister Zuko', en de hoofdpersoon antwoordt: 'I take it this message is not in writing' - hetgeen een heerlijk droge opmerking is, voor iemand wiens laatste uur geslagen is.
Ik zocht op "after that incident" "very good thing" en "due south" en vond niets.
Achteraf had er een 'uh' tussen that en incident moeten staan, maar daar denk ik dan niet aan.
Toen zocht ik op zuko en due south, en vond dit.
Waarin onder andere genoemd wordt: De Crash Test Dummies.
Jeetje! Crash Test Dummies!
Dàt was lang geleden!
Bestonden ze eigenlijk nog?
Verhip. Zowaar. De tijd was niet stil blijven staan: na het creepy Mmmm mmmm mmmm mmmm hadden ze nog massa's andere nummers en platen gemaakt.
Mmmm mmmm mmmm mmmm.. zou die te downloaden zijn..?
Ik zocht en vond, in eMule, maar de bitrate was me niet goed genoeg. (Verwend nest..)
Isohunt. Misschien had een of andere gek het hele album geript en ter download aangeboden.
En ik kwam hier terecht.
Wereld van nostalgie, en een kleine Aha-Erlebnis.
Want als er een 'Billboard Top 100 of 1994' bestond, dan misschien ook.. en dan zou ik eindelijk..
Orkestkamp 1991.
Mijn tweede orkestkamp, maar mijn eerste èchte, geslaagde orkestkamp.
In 1990 was ik ook al meegeweest, maar dat was een drama. Heimwee, ziek, terug naar huis en toch maar weer terug naar het kamp.
1991 was geweldig en verschrikkelijk.
Ik leerde L. kennen, werd verliefd: geen kalverliefde, maar een groot houden-van. Verkeerde jongen, jaren van verdriet, volwassen binnen een maand. Maar dat is een heel ander verhaal.
Het was een week van groots en meeslepend. Ik was net blijven zitten, huilde mijn ogen uit. L. werd verliefd (niet op mij, uiteraard; het drama moet wel volledig zijn); zij beantwoordde zijn liefde niet, ook hij huilde zijn ogen uit, ik troostte en voerde hem dropjes.
We sliepen op een slaapzaal met vijftien man, verspreid over twaalf bedden. De samenstelling van de kamer veranderde elke dag: de kampjes van Viotta, VHJ, en het schoolorkest vielen nogal eens samen, sommige ouders wilden zonodig éérst met het gezin naar de Maladiven - en dus kwamen veel orkestleden halverwege de week, of vertrokken dan juist weer.
De harde kern bleef.
Waaronder A.
A. had een gigantische collectie gigantisch slechte CD's bij zich.
Ik was compleet maagdelijk op muziekgebied. Ik kende geen CD's, geen artiesten, geen liedjes.
Alleen dat vreselijke ding van de Bangles, en een vergelijkbaar jammerding in het Spaans - maar die kende ik ook alleen maar omdat ze al jaren op elk klassefeestje als slownummers werden gedraaid.
Wat A. draaide was nieuw, en wat nieuw is blijft hangen. Jarenlang. In elk geval de herinnering eraan.
Er was één CD in een serie waarvan er de jaren daarop nog verschillende opvolgers zouden komen. de voorganger van Knuffelrock, denk ik.
Ik heb, ook jaren later, Lady in Red herkend. En Wuthering Heights.
Maar het nummer wat we het meest draaiden, wat we na een week allemaal moeiteloos konden meebrullen - dat nummer kwam ik nooit meer tegen. En dat was me steeds meer gaan irriteren.
Hoe heette dat nummer??
Met, inmiddels, de hele 'God Shuffled His Feet' op de achtergrond spitte ik alle Billboard Top 100's van 1980 tot 1990 door.
En toen.
Toen was hij eindelijk daar.
Ik heb hem gedownload.
En gedraaid.
Het gevoel van nostalgie was groot.
En daarmee was het gedaan.
Nothing's Gonna Change My Love For You is een verschrikkelijk nummer. En ik zal, dit keer, heel blij zijn wanneer ik het weer kwijt ben. Als het ooit weer uit mijn hoofd wil.
30-07-2005 // 11-10-2005
zondag 09 oktober
16 | 11:44
Opruiming - intermezzo
Zeg eens, stelletje zwijgzame lapzwansen!
Dat er opruiming bestaat wil niet zeggen dat het afval is hoor!
Het zijn gewoon Logjes, die ik in de loop van weken, maanden, jaren heb geschreven en die ik had willen plaatsen maar daar eenvoudig niet toe ben gekomen, om wat voor reden ook.
En als u zo stil blijft, dan heb ik nog een bestandje met stukjes rond 2002.
Dat zal u leren.
Zeg eens, stelletje zwijgzame lapzwansen!
Dat er opruiming bestaat wil niet zeggen dat het afval is hoor!
Het zijn gewoon Logjes, die ik in de loop van weken, maanden, jaren heb geschreven en die ik had willen plaatsen maar daar eenvoudig niet toe ben gekomen, om wat voor reden ook.
En als u zo stil blijft, dan heb ik nog een bestandje met stukjes rond 2002.
Dat zal u leren.
donderdag 06 oktober
3 | 10:00
Bekend, bemind (+/- on-) [Opruiming (17)]
Ik mailde haar:
‘Ik zat in mijn Gesticht met een meisje, nou ja: vrouw. Geweldig mens, erg dol op.
Ze zei dat ze iets deed met toneel; althans: dat stond me zo bij. Iets achter de schermen.
Dus ik denk: even Googlen, misschien staat ze online.
Blijkt ze te zijn genomineerd voor een Oscar...’
Haar antwoord:
Ik kan daar nog steeds niet over uit.
De mensen die jij ontmoet.
Idioot gewoon.
Ik bedoel mijn actieradius is toch vele malen groter dan die van jou en ik ontmoet nooit 'iemand'.
Tussen de drafts, twee maanden eerder:
‘Het is gewoon niet eerlijk; jij komt nooit de deur uit, en dan ontmoet je toch al die mensen..!’
Aldus de verontwaardigde opmerking van vh-mijn-vrouw.
Ik moest terug, naar het revalidatiecentrum.
Ik had nog een kruk van de fysio, ik wou de verpleging bedanken, al mijn mede-patienten officieel gedag zeggen.
Maar ik zag er ontzettend tegenop.
Tegen de reis.
Ik ben nog steeds doodmoe, alles doet.. nou ja.. ráár. Niet eens uit te leggen; meer dat het lijf heel duidelijk niet normaal functioneert.
En ik zou iedereen onder ogen moeten komen. Zouden ze boos zijn, me laf vinden, me de les gaan lezen? Zou ik eindeloos aan iedereen moeten uitleggen wat er aan de hand is? Mezelf verdedigen, terwijl ik beslist niet alles zou willen vertellen?
Of zouden ze me niet eens meer de moeite waard vinden, me geen blik waardig keuren?
Ik liet twee liften aan me voorbijgaan. Wat in het RevaCentr een uitstel van een goed kwartier betekent.
Maar uiteindelijk moest ik toch echt naar boven.
In de lift keek ik recht in het gezicht van X. Althans, dat dacht ik.
Maar dat kon natuurlijk niet.
BN-ers horen in hun Bekende Setting - daarbuiten lijken ze gewoon niet te passen. Uit hun context gegrepen.
Ik staarde en staarde. Misschien was ik malende.
Zie je wel. Toch te zwaar, zo'n bezoekje.
Ik keek naar mijn moeder - zag zij het ook?
Nee. Het leek er niet op.
Tot ze voor zich uit mompelde: 'drie maagden..'
X. keek haar bevreemd aan.
'U bent toch ook een maagd?'
Ja..
Je zag de vraagtekens op zijn gezicht.
'Nee kijk, wij zijn allebei een maagd, en u ook, dus dan zijn we met drie!'
Logisch. In mijn moeders denkwereld tenminste. In de zijne duidelijk niet.
Onze verdieping, we stapten uit. X in complete verwarring achterlatend.
Een paar minuten later kwam hij terug. Hij had er ook uitgemoeten.
Ik keek mijn moeder beschuldigend aan. Dat moet je niet meer doen hoor, die arme man! Die kan zich al helemaal niet anoniem voortbewegen hier!
Ik deed mijn rondje. Kruk voor de fysio, grote pot drop voor de verpleging.
Iedereen was lief en juichend en aardig. Al mijn zorgen waren voor niets geweest.
D zei: Zoooo! Deserteur! - maar ook dat was zeer gemoedelijk.
Ik ging langs mijn oude kamer, bekeek de naambordjes op de deur. Wie lag er nu?
Eén van de vele druppels die de revalidatie-emmer uiteindelijk deden overlopen was De Kwestie Van De Kamergenoot.
Ik had een kamer gedeeld met Meneer A.
Meneer A. was alles wat ik had durven dromen in een kamergenoot. Hij was stil, rustig. Hij hoefde niet gewassen te worden, was niet 'actief ziek', op geen enkele manier nadrukkelijk aanwezig, in geur of geluid of aanzicht.
Hij snurkte, 's nachts. Maar als ik in mijn handen klapte stopte hij onmiddellijk, zonder wakker te worden.
Onze plastijden gingen gelijk op. Hij moest drie keer per nacht naar de wc, ik ook. Het was een vreemde, zwijgende knusheid.
We wisselden weinig woorden. We knikten elkaar toe. Bij het opstaan: môgge.. Bij het wisselen van therapieen: hoi.. tot later..
Hij zei nooit wat, maar als hij iets zei was het raak. Vanuit het niets zei hij eens aan tafel, over één van de stagaires 'Het Meisje Met Het Ontplofte Haar'.
Nou ja. You had to be there, denk ik. Maar geloof me: het was ráák.
Minder aanwezig dan Meneer A kon niemand zijn, en zelfs hij was af en toe al teveel. Ik kon, op momenten van opperste vermoeidheid, letterlijk ziek worden van het klitteband van zijn schoenen. Het geluid, een fractie van een seconde, knalde mijn hoofd binnen, deed alles loeien en galmen en draaien. Ik had een half uur nodig om ervan bij te komen.
Meneer A zou twee weken vóór mij naar huis mogen, en dan zou ik een nieuwe kamergenoot krijgen. En die kon alleen maar slechter zijn.
Uiteindelijk was ik het, die eerder wegging.
'De Nieuwe Meneer A' lag drie dagen tegenover mijn lege bed.
Toen mijn moeder mijn tas ging ophalen zei ze: het is een wat oudere vrouw. Ze lijkt me heel aardig en rustig.
Mij maakte je niets wijs.
Oudere vrouwen op onze afdeling hebben de neiging tussen het rustige door heel zeurderig te zijn. Of heel spraakzaam. Of 's nachts te kreunen. Of om de haverklap 'onwel te worden'. En sowieso zijn ze stevig verward.
Mannen zijn veel beter. (Zei ik dat werkelijk..?)
Ja, het was goed dat ik weg was.
Ik keek, dus, op het naambordje en zag staan: Mw X.
Potdorie!
Ik had twee weken lang X op mijn kamer kunnen hebben!
Mevrouw X was zijn zuster!
Ik ging naar de tuin, nog even een praatje maken met een afdelings-genoot.
Daar zaten ze: Mevrouw X en X.
Ik rolde erheen, even handje geven.
Dag, ik ben Puck; ik ben degene die ineens weg was.. ik wou me even voorstellen..
Wat een engel van een vrouw.
Aardig, geestig, zeer goed bij de tijd.
Mijn moeder zei dat u rustig en aardig was, flapte ik eruit, en dat wou ik toch even zien..
'Ik ken jou heel anders', zei X tegen zijn zuster.
En toen tegen mij: 'wat heb jij?'.
Tsk.
J, één van de verpleegkundigen, had gezegd dat als mensen aan hem vroegen 'of hij echt X was???', hij altijd zei dat hij er gewoon heel veel op leek.
En dan wel zo indiscreet zijn om een onbekende Puck meteen om haar opname-reden te vragen!
Mevrouw X was geweldig lief en leuk.
Ik had niets te vrezen gehad: met haar had ik gerust op een kamer kunnen liggen.
's Avonds zei ik tegen mijn moeder: kunnen we nog eens terug gaan..?
Ja, ik wil wel graag nog eens op bezoek bij Mevrouw X.
Ja!
En, in koor: "Maar dan wel als X er niet is. Want zo leuk is die in het echt niet."
4-08-2005
Ik mailde haar:
‘Ik zat in mijn Gesticht met een meisje, nou ja: vrouw. Geweldig mens, erg dol op.
Ze zei dat ze iets deed met toneel; althans: dat stond me zo bij. Iets achter de schermen.
Dus ik denk: even Googlen, misschien staat ze online.
Blijkt ze te zijn genomineerd voor een Oscar...’
Haar antwoord:
Ik kan daar nog steeds niet over uit.
De mensen die jij ontmoet.
Idioot gewoon.
Ik bedoel mijn actieradius is toch vele malen groter dan die van jou en ik ontmoet nooit 'iemand'.
Tussen de drafts, twee maanden eerder:
‘Het is gewoon niet eerlijk; jij komt nooit de deur uit, en dan ontmoet je toch al die mensen..!’
Aldus de verontwaardigde opmerking van vh-mijn-vrouw.
Ik moest terug, naar het revalidatiecentrum.
Ik had nog een kruk van de fysio, ik wou de verpleging bedanken, al mijn mede-patienten officieel gedag zeggen.
Maar ik zag er ontzettend tegenop.
Tegen de reis.
Ik ben nog steeds doodmoe, alles doet.. nou ja.. ráár. Niet eens uit te leggen; meer dat het lijf heel duidelijk niet normaal functioneert.
En ik zou iedereen onder ogen moeten komen. Zouden ze boos zijn, me laf vinden, me de les gaan lezen? Zou ik eindeloos aan iedereen moeten uitleggen wat er aan de hand is? Mezelf verdedigen, terwijl ik beslist niet alles zou willen vertellen?
Of zouden ze me niet eens meer de moeite waard vinden, me geen blik waardig keuren?
Ik liet twee liften aan me voorbijgaan. Wat in het RevaCentr een uitstel van een goed kwartier betekent.
Maar uiteindelijk moest ik toch echt naar boven.
In de lift keek ik recht in het gezicht van X. Althans, dat dacht ik.
Maar dat kon natuurlijk niet.
BN-ers horen in hun Bekende Setting - daarbuiten lijken ze gewoon niet te passen. Uit hun context gegrepen.
Ik staarde en staarde. Misschien was ik malende.
Zie je wel. Toch te zwaar, zo'n bezoekje.
Ik keek naar mijn moeder - zag zij het ook?
Nee. Het leek er niet op.
Tot ze voor zich uit mompelde: 'drie maagden..'
X. keek haar bevreemd aan.
'U bent toch ook een maagd?'
Ja..
Je zag de vraagtekens op zijn gezicht.
'Nee kijk, wij zijn allebei een maagd, en u ook, dus dan zijn we met drie!'
Logisch. In mijn moeders denkwereld tenminste. In de zijne duidelijk niet.
Onze verdieping, we stapten uit. X in complete verwarring achterlatend.
Een paar minuten later kwam hij terug. Hij had er ook uitgemoeten.
Ik keek mijn moeder beschuldigend aan. Dat moet je niet meer doen hoor, die arme man! Die kan zich al helemaal niet anoniem voortbewegen hier!
Ik deed mijn rondje. Kruk voor de fysio, grote pot drop voor de verpleging.
Iedereen was lief en juichend en aardig. Al mijn zorgen waren voor niets geweest.
D zei: Zoooo! Deserteur! - maar ook dat was zeer gemoedelijk.
Ik ging langs mijn oude kamer, bekeek de naambordjes op de deur. Wie lag er nu?
Eén van de vele druppels die de revalidatie-emmer uiteindelijk deden overlopen was De Kwestie Van De Kamergenoot.
Ik had een kamer gedeeld met Meneer A.
Meneer A. was alles wat ik had durven dromen in een kamergenoot. Hij was stil, rustig. Hij hoefde niet gewassen te worden, was niet 'actief ziek', op geen enkele manier nadrukkelijk aanwezig, in geur of geluid of aanzicht.
Hij snurkte, 's nachts. Maar als ik in mijn handen klapte stopte hij onmiddellijk, zonder wakker te worden.
Onze plastijden gingen gelijk op. Hij moest drie keer per nacht naar de wc, ik ook. Het was een vreemde, zwijgende knusheid.
We wisselden weinig woorden. We knikten elkaar toe. Bij het opstaan: môgge.. Bij het wisselen van therapieen: hoi.. tot later..
Hij zei nooit wat, maar als hij iets zei was het raak. Vanuit het niets zei hij eens aan tafel, over één van de stagaires 'Het Meisje Met Het Ontplofte Haar'.
Nou ja. You had to be there, denk ik. Maar geloof me: het was ráák.
Minder aanwezig dan Meneer A kon niemand zijn, en zelfs hij was af en toe al teveel. Ik kon, op momenten van opperste vermoeidheid, letterlijk ziek worden van het klitteband van zijn schoenen. Het geluid, een fractie van een seconde, knalde mijn hoofd binnen, deed alles loeien en galmen en draaien. Ik had een half uur nodig om ervan bij te komen.
Meneer A zou twee weken vóór mij naar huis mogen, en dan zou ik een nieuwe kamergenoot krijgen. En die kon alleen maar slechter zijn.
Uiteindelijk was ik het, die eerder wegging.
'De Nieuwe Meneer A' lag drie dagen tegenover mijn lege bed.
Toen mijn moeder mijn tas ging ophalen zei ze: het is een wat oudere vrouw. Ze lijkt me heel aardig en rustig.
Mij maakte je niets wijs.
Oudere vrouwen op onze afdeling hebben de neiging tussen het rustige door heel zeurderig te zijn. Of heel spraakzaam. Of 's nachts te kreunen. Of om de haverklap 'onwel te worden'. En sowieso zijn ze stevig verward.
Mannen zijn veel beter. (Zei ik dat werkelijk..?)
Ja, het was goed dat ik weg was.
Ik keek, dus, op het naambordje en zag staan: Mw X.
Potdorie!
Ik had twee weken lang X op mijn kamer kunnen hebben!
Mevrouw X was zijn zuster!
Ik ging naar de tuin, nog even een praatje maken met een afdelings-genoot.
Daar zaten ze: Mevrouw X en X.
Ik rolde erheen, even handje geven.
Dag, ik ben Puck; ik ben degene die ineens weg was.. ik wou me even voorstellen..
Wat een engel van een vrouw.
Aardig, geestig, zeer goed bij de tijd.
Mijn moeder zei dat u rustig en aardig was, flapte ik eruit, en dat wou ik toch even zien..
'Ik ken jou heel anders', zei X tegen zijn zuster.
En toen tegen mij: 'wat heb jij?'.
Tsk.
J, één van de verpleegkundigen, had gezegd dat als mensen aan hem vroegen 'of hij echt X was???', hij altijd zei dat hij er gewoon heel veel op leek.
En dan wel zo indiscreet zijn om een onbekende Puck meteen om haar opname-reden te vragen!
Mevrouw X was geweldig lief en leuk.
Ik had niets te vrezen gehad: met haar had ik gerust op een kamer kunnen liggen.
's Avonds zei ik tegen mijn moeder: kunnen we nog eens terug gaan..?
Ja, ik wil wel graag nog eens op bezoek bij Mevrouw X.
Ja!
En, in koor: "Maar dan wel als X er niet is. Want zo leuk is die in het echt niet."
4-08-2005
1 | 07:32
Dizzy [Opruiming (16)]
(Note to self)
Compazine
phenergan (promethazine)
metoclopramide
Meclizine
Cyclizine
Dramamine
Piracetam
15-01-2005
(Note to self)
Compazine
phenergan (promethazine)
metoclopramide
Meclizine
Cyclizine
Dramamine
Piracetam
15-01-2005
2 | 07:29
Death row [Opruiming (15)]
(Note to self)
pancuronium bromide
potassium chloride
Pavulon
baributarate
thiopental
barbiturates
pieter admiraal
12-01-2005
(Note to self)
pancuronium bromide
potassium chloride
Pavulon
baributarate
thiopental
barbiturates
pieter admiraal
12-01-2005
woensdag 05 oktober
3 | 07:52
Dàt [Opruiming (14)]
Moe, staat overal. Vermoeidheid.
Ik probeer het te plaatsen, ik ben al moe zolang ik me kan herinneren, ik was als kleuter al moe.
Wat is MS-moe?
Moe, is dat het geraas in mijn hoofd af en toe? Dat ik lig, dekens over mijn hoofd, handen op mijn oren, dat er een trein door mijn hoofd, langs mijn schedel dendert, dat ik het niet kan stoppen en dat elk geluid een extra geluid lijkt, en teveel is?
Is dat het gevoel van krachteloosheid in je benen, ineens niet meer kunnen staan en zeker niet lopen, van de fiets stappen en meteen vallen?
Is dat het draaien, draaien in mijn hoofd, niet eens een draaien van de wereld maar een inwendig draaien, alsof je te vast hebt geslapen en slaapdronken door de gangen walst?
Moe, is dat het gevoel alsof je rug duizelig is, heel autonoom, alsof je ruggegraat een eigen leven leidt en elk moment solo kan flauwvalllen?
Het niet meer uit je woorden kunnen komen, ook niet willen komen omdat je mond opendoen teveel werk lijkt?
Is dàt moe..?
6-1-2005
Moe, staat overal. Vermoeidheid.
Ik probeer het te plaatsen, ik ben al moe zolang ik me kan herinneren, ik was als kleuter al moe.
Wat is MS-moe?
Moe, is dat het geraas in mijn hoofd af en toe? Dat ik lig, dekens over mijn hoofd, handen op mijn oren, dat er een trein door mijn hoofd, langs mijn schedel dendert, dat ik het niet kan stoppen en dat elk geluid een extra geluid lijkt, en teveel is?
Is dat het gevoel van krachteloosheid in je benen, ineens niet meer kunnen staan en zeker niet lopen, van de fiets stappen en meteen vallen?
Is dat het draaien, draaien in mijn hoofd, niet eens een draaien van de wereld maar een inwendig draaien, alsof je te vast hebt geslapen en slaapdronken door de gangen walst?
Moe, is dat het gevoel alsof je rug duizelig is, heel autonoom, alsof je ruggegraat een eigen leven leidt en elk moment solo kan flauwvalllen?
Het niet meer uit je woorden kunnen komen, ook niet willen komen omdat je mond opendoen teveel werk lijkt?
Is dàt moe..?
6-1-2005
dinsdag 04 oktober
§ | 07:44
Met een boek vol zilverwerk [Opruiming (13)]
Als je iets teveel abstraheert verlies je de betekenis, de oorspronkelijke waarde uit het oog.
(Over bijbelinterpretatie)
Misschien haat ik hem wel omdat ik bang voor hem ben. Bang iemand als hem teveel nodig te hebben.
Ik stel me voor dat ik in de kring hoor, hem aanraak net als iedereen, me warm voel worden en geborgen - en vervolgens niet meer zònder kan. En jaloers ben op elk ander aan wie hij aandacht geeft.
(Over Christus)
4-4-2005
Als je iets teveel abstraheert verlies je de betekenis, de oorspronkelijke waarde uit het oog.
(Over bijbelinterpretatie)
Misschien haat ik hem wel omdat ik bang voor hem ben. Bang iemand als hem teveel nodig te hebben.
Ik stel me voor dat ik in de kring hoor, hem aanraak net als iedereen, me warm voel worden en geborgen - en vervolgens niet meer zònder kan. En jaloers ben op elk ander aan wie hij aandacht geeft.
(Over Christus)
4-4-2005
maandag 03 oktober
3 | 12:03
Olivier [Opruiming (12)]
Wat ik wou zeggen is dat ik ook een moeilijk opvoedbaar konijn heb gehad. Die gleed langzaam af naar criminaliteit.
Hij zat de halve dag met wilde, manische ogen naar ons te staren, vanachter het gaas. Hij werd pas rustig als we het hok openzetten en hij kon rondrennen in de gang. We moesten een plankje tegen de opening zetten en wachten tot hij wou drinken en zelf naar binnen liep, want hij viel aan als je hem wou optillen.
Het werd onhoudbaar op een gegeven moment, en we brachten hem naar een dierenwinkel in de buurt.
Een dag later ging ik kijken hoe het ging.
Hij zat heel stil en compleet stoned in een hokje, voor de winkel.
Valium, vermoed ik. Of haldol.
6-4-2004
Wat ik wou zeggen is dat ik ook een moeilijk opvoedbaar konijn heb gehad. Die gleed langzaam af naar criminaliteit.
Hij zat de halve dag met wilde, manische ogen naar ons te staren, vanachter het gaas. Hij werd pas rustig als we het hok openzetten en hij kon rondrennen in de gang. We moesten een plankje tegen de opening zetten en wachten tot hij wou drinken en zelf naar binnen liep, want hij viel aan als je hem wou optillen.
Het werd onhoudbaar op een gegeven moment, en we brachten hem naar een dierenwinkel in de buurt.
Een dag later ging ik kijken hoe het ging.
Hij zat heel stil en compleet stoned in een hokje, voor de winkel.
Valium, vermoed ik. Of haldol.
6-4-2004
zaterdag 01 oktober
§ | 09:35
Gefeliciteerd met uw verlies [Opruiming (11)]
MaPuck, tegen mij: Als ik dood ga mag jij alles, behalve de Encyclopedia Brittanica
PaPuck: Wie krijgt die dan?
MaP: Jij natuurlijk.
PaP: Oh, dan mag ik wel twee planken vrijhouden!
15-9-2005
MaPuck, tegen mij: Als ik dood ga mag jij alles, behalve de Encyclopedia Brittanica
PaPuck: Wie krijgt die dan?
MaP: Jij natuurlijk.
PaP: Oh, dan mag ik wel twee planken vrijhouden!
15-9-2005
1 | 09:31
Vete [Opruiming (10)]
‘Ksssstt... ksssssstttt!!.. GRRRRRRRRRR!!!!! IS HET NOU AFGELOPEN...!!!
Die snèrtbeesten. Wanneer luisteren ze nou eens??’
Dagelijks
‘Heeelp... heeeeelp...!’, piepte ik quasi-wanhopig, mijn bloes over mijn hoofd.
Vergeten de knoopjes los te maken, en halverwege blijven steken.
Mopperend kwam mijn vader redden.
Dat moet je niet doen als je invalide bent!
Dan moet je niet zo stom doen.
Je bent geen duif!
25-07-2005
‘Ik ga de huisarts om een slaapmiddel vragen’
(Grote schrik. Zijn sinistere toon.. u begrijpt.. gezien dit.. - gaat het dan zó slecht met hem..?)
Een slaapmiddel..?
‘Ik wacht tot ze slapen en dan breng ik ze naar een plek waarvandaan ze de weg niet meer terug kunnen vinden’
13-9-2005
‘Ksssstt... ksssssstttt!!.. GRRRRRRRRRR!!!!! IS HET NOU AFGELOPEN...!!!
Die snèrtbeesten. Wanneer luisteren ze nou eens??’
Dagelijks
‘Heeelp... heeeeelp...!’, piepte ik quasi-wanhopig, mijn bloes over mijn hoofd.
Vergeten de knoopjes los te maken, en halverwege blijven steken.
Mopperend kwam mijn vader redden.
Dat moet je niet doen als je invalide bent!
Dan moet je niet zo stom doen.
Je bent geen duif!
25-07-2005
‘Ik ga de huisarts om een slaapmiddel vragen’
(Grote schrik. Zijn sinistere toon.. u begrijpt.. gezien dit.. - gaat het dan zó slecht met hem..?)
Een slaapmiddel..?
‘Ik wacht tot ze slapen en dan breng ik ze naar een plek waarvandaan ze de weg niet meer terug kunnen vinden’
13-9-2005
3 | 09:23
Bij wijze van spreken [Opruiming (9)]
Er kwam een verhaal, over een online testje. En dat verhaaltje behoefde inleiding:
Puck: Ok. Op internet zijn testjes. Geen serieuze testen, maar leuke grappig bedoelde testjes. 'Welk huishoudelijk voorwerp ben je', bijvoorbeeld; of 'Welk personage uit Assepoester'.
MaPuck: Maar zoveel personages had Assepoester toch niet?
(Niet dat ze alles letterlijk neemt..)
15-9-2005
Er kwam een verhaal, over een online testje. En dat verhaaltje behoefde inleiding:
Puck: Ok. Op internet zijn testjes. Geen serieuze testen, maar leuke grappig bedoelde testjes. 'Welk huishoudelijk voorwerp ben je', bijvoorbeeld; of 'Welk personage uit Assepoester'.
MaPuck: Maar zoveel personages had Assepoester toch niet?
(Niet dat ze alles letterlijk neemt..)
15-9-2005