Vorig Archief - Volgend Archief

zondag 30 april
4 | 19:17 Old habits...

‘Iris HIERRRRR...!!’

Ik denk dat hij zijn hele leven honden heeft gehad. Opa fokker, vader fokker, hij fokker.
Misschien had hij zelfs een hond als kinderjuf.
En op een dag was er, heel ineens: een dochter.
Hoe moet je daar nou mee omgaan....?
2 | 12:42 Wie niet weg is is gezien

Helemaal hip deze lente, onder zestig-plussers: sterven en wandelen.

Nooit zag ik zoveel rouwstoeten. Ik begon me al af te vragen of het plaatselijk crematorium er alleen voor de show was.
En nooit zag ik zoveel troepen blije bejaarden met heuptasje, bergschoenen en korte broek; de wandelkaart in een plastic mapje om de nek.
vrijdag 28 april
2 | 12:28 Wijdvermaard

'In Wenen weten ze ook dat ik verkouden ben'.

Wat ongelofelijk indrukwekkend klinkt. Als je niet zou weten dat mijn vader gewoon een contract met een Weens veilinghuis heeft en nu door  ziekte wat verlaat is met zijn werk.
woensdag 26 april
2 | 17:49 Zoet

Een hempje... een broekje... een handdoek.... nog een broekje...  een hempje...
Zes.... zeven.... zooo.....


Papa doet de was.
8 | 13:40 Oh neem mij niet kwalijk alstublieft...

Slecht


maandag 24 april
3 | 07:12 Slechts

Met enige trots kan ik u meedelen dat ik sinds enige dagen weer gevoel heb in mijn onderbeen.
Nu de rest van mijn been nog. En mijn romp. Ik mis mijn romp.

Maar ach, we zijn pas drie weken bezig, ik moet niet zo ongeduldig zijn.. en gelukkig is het alleen links, dus wat klaag ik eigenlijk..
2 | 00:18 Misdadig

'We find the defendant...'
Executive Producer
Dick Wolf


Wel godv...!

Ik houd mezelf wakker, speciaal voor Close To Home. Ik laat me verleiden tot Law & Order, trek mijn ogen open, schud mijn hoofd heen en weer om maar niet in slaap te vallen. Koud water in mijn nek.
Ga rechtop zitten, liggend slaat de slaap genadeloos toe.
Maar het is te spannend, ik wil, ik moet het zien.
Ik knikkebol met de twijfels van de detectives mee.
Heeft hij wel.. heeft hij niet... liegt ze nou toch..?
Ze deugen geen van beiden, wat zal er gebeuren, hoe is de ontknoping?

En dan flikken ze me dit!!

Dit is de laatste keer dat ik voor een tv-programma opblijf.

(En ik ben niet de enige die dit een snertstreek vond)
zaterdag 22 april
3 | 21:54 Reactie

Wat is dat, dat mensen ineens beginnen te rijmen als ze me iets willen zeggen?
Lok ik dat uit? Trekt mijn gezelschap een beerput van lyriek open?
Wat is er mis met gewoon helder proza?

Dat Jelle me gedichten stuurt is al erg genoeg. Dat was schrikken, maar het had me eigenlijk niet moeten verbazen. Kunstenaar, musicus, vlinder. Hij kan niet anders.
Maar als ik, in al mijn onschuld, een dominee op leeftijd een compliment maak; mijn respect betuig, dan verwacht ik geen dankwoord in A-A-B-B terug.

Naar. Heel naar.

Ik zeg geen woord meer.
woensdag 19 april
4 | 20:30 Zuiver

'Waar doet u uw meeste boodschappen?', vroeg de enquete-juf.
'Bij het reformhuis', antwoordde ik.

Ik doe mijn meeste boodschappen bij Albert Heijn, maar ik haat Albert Heijn.
Te arrogant, te massaal, de opdringerig met hun 'Gezond product!!'-terreur.
Maar ze zijn gewoon het dichtst bij, en hun koffiecorner is, toegegeven, best leuk.
Niet dat hun opzet werkt. De bedoeling is natuurlijk dat je de koffie proeft en, dolenthousiast geworden over de fijne smaak van de KoffieVanDeMaand, onmiddellijk vijf pakken aanschaft.
Ik drink alleen bij AH koffie. Thuis nooit.
Bij het reformhuis koop ik ook veel, maar beslist niet alles of zelfs maar het meest. Te duur, te ver weg.
Maar reformhuizen moeten meer aandacht en lof krijgen. Die verdienen het om in enquetes genoemd te worden.

'Heb je veel pijn?', vroeg de mevrouw van de bloemen.
'Nee hoor', zei ik.

Ik heb ontzettend veel pijn. Soms heel erg, meestal niet; maar wel doorlopend, elke dag, al bijna een jaar. Hoe ontspannener ik ben hoe erger de pijn.
Maar ik wil niet het misverstand in stand houden dat MS een pijnlijke ziekte zou zijn.
Pijn direct door MS is zeldzaam. Het kan samengaan met exacerbaties (schubs) of andere vaak tijdelijke klachten: een oogzenuwontsteking kan loeiveel pijn doen; gevoelsstoornissen kunnen zich uiten als 'schaafwonden', waarbij de huid pijn doet bij elke aanraking; het zogenaamde teken van lHermitte - een electrische sensatie bij het buigen van het hoofd - kan zo heftig zijn dat het pijnlijk is; hetzelfde geldt voor spasmen.
Pijn kan als secundaire klacht ontstaan, bijvoorbeeld rugpijn doordat de spieren verslapt zijn, vergroeiingen door een lang verkeerd lopen.
Maar pijn primair door de MS is ongewoon.
Dat ik nou toevallig chronisch pijn heb, tsja. Lucky me. Laten mensen dat niet als standaard gaan zien.

'Wat ga je straks koken?', vroeg Jelle. 'Of nee, wacht: broccoli en rijst!'
'Niet. Worteltjes en boekweit.'

Ik at wel degelijk rijst en broccoli.
Maar: ik at broccoli omdat dat nou eenmaal het makkelijkst is, op de dagen dat hij langskomt. Daar hoef ik alleen het 'kapje' af te snijden, dan in het stoommandje en een kwartier wachten.
Ik wil niet dat hij denkt dat ik altijd, elke dag, broccoli en rijst eet. Dwangmatig en nooit anders.

Ik ben geen pathologische leugenaar: ik ben een principiële leugenaar.
Ik lieg ter bescherming van de grijstinten.
maandag 17 april
2 | 14:43 F.A.Q.

In het liturgieboekje staat, met grote kwaaie letters en drie strepen eronder: 'TOMATENVRAAG!!'

'Niet waar...!', fluisterde ze terug.

'Wel waar', gromde ik.

Maar krabbelde er toch nog maar het antwoord op haar vraag onder: 'Ik neem over wat ik krijg'

Ze stelt vragen. De hele dag, elke dag. Ik antwoord, en ze vergeet het antwoord.
Het zijn meestal triviale vragen. Vragen over alledaagse dingen. Een kinderlijk vragen, dromerig dobberend.
Zo schijnt ze als kind al geweest te zijn: dwalend langs de boekenkast, haar vragen stellend aan haar ouders. Tot ze er horendol van werden.
En zo lijkt het nog steeds. Het nadenkende, met een vingertje langs de ruggen van de boeken. Waarom...? Waarom...? Waarom...?
Tegenwoordig ben ik het, die er horendol van wordt.

'Ik moet rozemarijn hebben'
'Wat doe je eigenlijk met die rozemarijn? Hoe gebruik je het?'
Onmiddellijk ben ik op mijn hoede.
'Waarom wil je dat weten?'
'Gewoon, ik ben nieuwsgierig. Ik vind het interessant. Ik doe nooit iets met kruiden, ik heb je dat nooit geleerd. Ik vraag me af wat je ermee doet.'
'Ja, best. Maar kan het je echt wat schelen?'
Nee. Eigenlijk niet.

Het zijn praatjes voor de vaak, overpeinzingen die door haar hoofd lijken te wandelen en te vluchtig zijn om het antwoord te laten beklijven. Het is een verbaal vlooien. Communiceren in klanken. Een vraag-en-antwoordspelletje dat slechts in dienst staat van het contact maken.
'aaaaai..'. 'hallo..'
Ik heb geen zin meer om antwoord te geven.
De antwoorden die ze wel wil vergeet ze toch. Voor de antwoorden die ze eigenlijk niet zo belangrijk vindt wil ik geen moeite meer doen. Ik wil niet elke keer persoonlijke antwoorden moeten geven, het gevoel hebben iets wezenlijks van mezelf te delen, als ze het uiteindelijk gewoon weer vergeet.

Dus toen ze voor de zoveelste keer vroeg, midden onder de dienst: 'waarom staat er soms een hoofdletter en soms weer niet? Bedenk je het zelf?', werd ik humeurig.

Tomatenvraag!!!

'Waar zijn de tomaten het beste? Op de markt of bij de C1000 of bij Albert Heijn?'

Na vijf jaar was ik die vraag zat.
Zoek het zelf maar uit, je luistert toch niet als ik het zeg.

'Welke peren zijn het lekkerst?'

'Dat is net zo'n vraag als over de tomaten. Ik geef er geen antwoord meer op.'

En zo was de term 'Tomatenvraag' geboren.

Ik ga ze nog eens voor haar bundelen.
Op alfabet, per onderwerp.

Met als afsluiter: Mama de weg is daar al begonnen kan je dan tenminste dóórrijden in plaats van afwachtend midden op de weg te blijven staan tot er op een gegeven moment een auto komt die niet voor je stopt??!!
Al mijn hele leven. Altijd dezelfde weg.
Het is geen overbezorgdheid meer.
Het is gewoon zo ontzettend vermoeiend om haar elke keer bijna platgereden te zien worden.
vrijdag 14 april
6 | 14:00 Het oneindige verhaal

Mijn moeder begeeft zich sinds kort online, in de bieb.
Met één vinger springt ze over het toetsenbord. Geen lichte huppelsprongetjes, maar zware moeizame bonken.
Voorovergeleund, bijna in de monitor. Verward haar, panische blik in de ogen, rode vlekken in de nek.
Een digitale kruistocht.
Maar internetten doet ze.

Vanochtend vroeg ze: 'Kan je mij nog eens uitleggen hoe dat moet met astrodienst? En dit keer schrijf ik het op.'
Om te besluiten met de onsterfelijke woorden: 'Ik heb dat internet ook helemaal opgeschreven'.

Ik wou vragen: 'heb je het al helemaal uit dan?' - maar iets zei ze me dat ze daar de grap niet van zou begrijpen.
dinsdag 11 april
2 | 17:24 Bemoedigend

'Zet 'm op hè!', zei hij aan het eind van het telefoongesprek.

Sven is lief.

(Hij noemde het een inhaalslag, deze schub-explosie. Ja, want laten we vooral niet afwijken van ons gemiddelde...)
4 | 08:23 Kunst (2)

Zeg, als ik dat schrijf, van die expertise, snapt u dan eigenlijk waar ik het over heb?
Ik zit ineens met een hele verse lezersschare, geloof ik. Geen idee waar u vandaan komt, maar u bent nieuw, ik ben nieuw voor u, u weet van niets.

Ziet u, mijn vader is kunsthistoricus.
Hij bekijkt schilderijen, zegt van wie ze zijn.
Hij beschrijft de fysieke aspecten van het schilderij: afmetingen, materiaal, voorstelling.
Hij onderzoekt de geschiedenis van het schilderij. Bij welke collecties het heeft gehoord, wie het in bezit heeft gehad, wanneer, waar.
En als hij helemaal klaar is met zijn expertise zet hij zijn handtekening, en dan is het heel veel waard. Mijn vader schijnt vreselijk goed te zijn in wat hij doet, namelijk, en als een schilderij vergezeld gaat van zijn oordeel brengt het op een veiling meer op.

Oh, en mijn moeder is astrologie. En beeldhouwster en nog heel veel meer, maar dat is voor het stukje hieronder niet relevant.

Zo.
Dat maakt het stukje in kwestie wellicht wat begrijpelijker.
maandag 10 april
1 | 14:11 Kunst

MaPuck: ..en als ze nou weer geen gratis kaas hebben maak ik amok
PaPuck: Gratis kaas? Hadden ze dan gratis kaas?
Puck: Ze hebben altijd gratis kaas. Dat is de enige reden waarom mama naar Albert Heijn gaat.
MaP: Ja, en al mijn vriendjes.
PaP: Wat voor vriendjes?
MaP: De vriendjes die ik daar heb gemaakt.

(er is een koffiecorner, moet u weten. Met twee bankjes, en een koffieautomaat, waar je de koffie-van-de-maand kan proberen. Met de bedoeling dat je die koopt, natuurlijk, maar dat doet geen hond. Sterker nog: zowel ik als mijn moeder drinken nóóit koffie, behalve bij de koffiecorner. En we zullen niet de enige zijn, van het vaste groepje hangouderenmensen.)

PaP: Ik maak nooit vriendjes bij Albert Heijn..
Puck: Je moet gewoon eens koffie gaan drinken, bij de automaat. En een beetje gaan praten. En dan vragen: 'mag ik uw horoscoop maken'.
PaP: Ja, dat geloven ze echt, als ik dat zeg. Dan beter: "zal ik een expertise voor u maken?"

Ik heb voorgesteld om mensen aan te spreken die net zo'n knus huilend koetje bij de Blokker hebben aangeschaft. 'Mevrouw, wat een prachtig schilderij heeft u daar, wilt u daar mijn professioneel oordeel over..?' - maar ik geloof dat dat toch tegen zijn principes inging.
2 | 07:27 Moordend

Deelnemers R'dam Marathon dood, meldde teletekst zojuist.

Allemaal?!

Kijk, hardlopen is nooit echt mijn sterkste kant geweest. Op de lagere school deden veel klasgenoten mee met de City-Pier-City-loop: 2,5 kilometer, sommigen liepen zelfs 5 of 10.
Ik was al blij als ik zonder stoppen naar de tramhalte kon rennen. Vijfhonderd meter.
Hardlopen is zwaar. Afzien. Ik ben de eerste om dat toe te geven.
Maar àlle deelnemers dood, dat is nogal wat. Dan moet er toch meer aan de hand zijn geweest. Gaslek, drijfzand. Neerstortend vliegtuig, een kudde hondsdolle leeuwen.
En dan vind ik pagina 106 een beetje ondergeschikte plaats. Bijna onderkoeld terloops.
Onderkoeld - een plotse ijsstorm kan het ook zijn geweest.

Niets van dat al.

Maar eentje.
En heel gewoon een hartaanval.

't Is haast een anti-climax.
vrijdag 07 april
1 | 09:23 Zorgenkindje

Wat een sneu klein beetje sap is dat..
Ja, het was weer zo'n rare sinaasappel. Maar niet zo raar als vorige week. Die had een centimeter dikke schil.
Ik zag het. Heb je met hem gepraat? Om zijn tekortkomingen te verwerken?
Nee, ik heb hem geliquideerd.
.... Jij moet geen psycholoog worden.
Waarom?
Nou ja. Als dit jouw manier is om met probleemgevallen om te gaan.. Christus...
Die had ook problemen.
donderdag 06 april
4 | 13:23 Popi-jopi

Hallo, met de dokter, ik zou nog even terugbellen. Ik probeer het later anders nog wel eventjes. Groetjes, hoi!

Mijn. Huisarts. Groet. Met. Hoi.

Als hij de volgende keer afscheid neemt met 'Doe-doeeiii..!!' zoek ik een ander.
woensdag 05 april
7 | 17:20 Woelige baren (2)

'...tot ik niet meer 20 uur per dag slaap.', schreef ik eerder.
20 Uur was wat overdreven, 15 uur helaas niet.

Het was 28 februari, 11 uur, en ik liep door AH.
Ineens golfde alles. De vloer leek een zee die me oppakte en wegsmeet.

Whoah. Dat had ik lang niet gehad. Dat voelde bepaald niet goed. Meteen naar de kassa en naar huis.
Even rustig, lunchen, slapen.
's Middags een vreemd gevoel in en om mijn hoofd.
Naweeën, schrik. Lekker even op de hometrainer bij de fysio, spanning eruit, dat zou me goed doen.
En warempel, het leek ook echt wat te hebben geholpen.
Maar de volgende ochtend was het nog veel erger.
Mijn afspraak voor die middag zei ik maar af. De markt liet ik ook zitten. En de bijbelgroep van donderdag zag ik wat somber in.

Vreemd, overigens. Zo duizelig.
Misschien moest ik gewoon ongesteld worden.
Misschien was mijn bloeddruk te laag.
Of nee, het was de Tryptizol. Maandag was ik begonnen met afbouwen: van 2 tabletjes naar 1. Onttrekkingsreactie, dat was het.

Ik kan soms verbazend naïef zijn. Maandenlang ben ik alert op elke vreemde sensatie, elke afwijkende gedraging van mijn lijf.
Het zal toch niet....?
Maar als de MS me om de oren slaat ben ik doof, blind, gevoelloos. Ga ik met een verbazingwekkende onschuld op zoek naar allerhande verklaringen, zonder ook maar één moment aan een schub te denken.

Het was niet mijn cyclus.
Het was ook niet mijn bloeddruk.
En toen na twee weken mijn zenuwpijn was vertienvoudigd en je met recht kon zeggen dat mijn lichaam was gewend aan de nieuwe dosis, moest ik ook tot de conclusie komen dat het niet aan de Tryptizol lag.
Dit was, voor het eerst sinds augustus, een officiele schub.

Maar: een kleintje.
Een beetje duizelig.
Dat 'beetje', dat was wat me zo wanhopig maakte.
Dat het zo erg nog niet was, maar dat ik toch zo compleet van slag was. Sombere wetenschap: het kan zoveel erger, en dit breekt me al bijna op. Hoe moet dat, later, in de toekomst?

Het was vreemde duizeligheid.
Als een aura rondom mijn hoofd, een wolk van draaiierigheid.
Het was niet dat ik de wereld zàg draaien. Het was ook niet dat ik zelf draaide. Maar: ik leek te worden omgeven door het draaien, als een rondom gierende storm.
Hoofdpijn zonder pijn.

Ik deed niet zoveel.
Ik sliep, at, sliep.
Bekeek even mijn mail, sliep.
Blokje om, vijf meter de straat op en terug.
En weer naar bed.

Opperste verveling.
Ik kon niet lezen, geen tv kijken, niet puzzelen. Niet praten, geen muziek luisteren, nauwelijks bewegen.
En de momenten dat ik me niet verveelde waren me iets te avontuurlijk.

Mijn hersenen leken een eigen, zeer actief leven te leiden.
Eens las ik het boek 'Het wonderlijke verhaal van Hendrik Meier', van Roald Dahl. Het titelverhaal ging over een man die zich jarenlang door meditatie had getraind om zonder ogen te zien. De gesuggereerde theorie was: een oog is slechts een doorgeefluik, het echte zien is werk van zenuwen. Waarom zou niet elke willekeurig lichaamsdeel een gezichtsprikkel kunnen doorgeven? - en op die manier kon hij ook geblinddoekt zien, zolang er maar iets van zijn lichaam zich kon richten op het te ziene.
Zo leek het nu ook. Elke lichaamsfunctie werd door mijn hersens uitgevoerd; niet als bestuurder, maar heel letterlijk.
Mijn hart, mijn adem, mijn maag, mijn oren: alles zat in mijn hoofd. En voelde zich daar niet thuis.
Ik had aanvallen, waarbij mijn hersens leken te bonken, stuiteren, hyperventileren. Misselijk waren, alles hoorden, alles zagen.
Een compleet wasprogramma draaide zich af, inclusief centrifuge.
Ik kon niets, alleen heel stil liggen, deken over mijn hoofd, handen op mijn oren. Geen licht, geen geluid, geen beweging.
Emmer naast mijn bed - voor àls.

Het is eenzaam, duizeligheid. Eenzaam en beangstigend, en enigszins claustrofobisch.
Buiten mijn deur ging het leven gewoon door. Ik hoorde mijn vader heel blij en tevreden rommelen, heen en weer lopen, en ik kan niet eens 'help' roepen. Op nog geen vijf meter afstand van de zo levende wereld lag ik door te draaien, en niemand wist ervan.

Na twee weken leek het iets beter te gaan, om vervolgens weer keihard terug te vallen.
Ik moest naar het ziekenhuis, durfde niet.
Veel te ver reizen, te ziek voor de taxi. Het vooruitzicht van wachten bij de neuroloog, van opname met zijn zessen op een zaal - nee.
Na drie weken een gestage vooruitgang. Ik herinnerde me de trend-lijn van wiskunde: golvende lijn omhoog. Pieken steeds hoger, dalen steeds minder diep. Mijn trendlijn week af: mijn pieken mochten dan steeds hoger worden, de dips waren diep als altijd.
Voorzichtig weer eens naar een winkel en na tien meter de vloer voelen rondwentelen en omhoog komen. Zitten op een bankje, vertwijfeld: ik zal toch echt weer naar huis moeten, maar hoe, wanneer?

Net deze weken kwam alles tegelijk.
Regeldingen. Nieuwe verzekering met wat kinderziektes. Kies met een gat. Mensen die belden, mensen die ik moest bellen - alles overgenomen door mijn moeder.
Ruzies.
Ik kon nauwelijks iets alleen, had voortdurend een babysit nodig. Maar uitgerekend nu moest mijn vader elke dag naar zijn werk, moest hij naar Keulen, naar Maastricht.
Mijn moeder doorlopend in huis, om me heen. Te dicht op elkaar, irritatie, driftaanvallen van beide kanten.
Mijn vader die er niets van leek te begrijpen, kwam aanzetten met een telefoonrekening en of ik mijn aandeel daarin zo snel mogelijk wilde overmaken.
Schilders voor het raam, een week lang. Luid schrapend met verfkrabbers bij het raam naast mijn bed; brullende branders. Walm door de kiertjes van de muur, stank in het hele huis. En na een paar dagen rust weer terug: grondverf, lak. Radio's aan en alles van luid commentaar voorzien.
Paastijd. Stapels liturgieën die gemaakt moesten worden. Mijn mail die niet aankwam, paniektelefoontjes van alle betrokken partijen: 'waar zijn de boekjes??'

Vier weken.
Minder duizeligheidsaanvallen, beter lopen.
Tomeloze somberheid, woedeaanvallen.
Een woede die woedend maakte: elke huilbui, elke scheldkannonade vloerde me. Nog erger dan een kamer uitstormen, de deur dichtsmijten en je tas vergeten blijken te zijn, is: vloeken en tieren, je demonstratief willen omdraaien en wegbenen en dan trillend moeten vragen: kan je me alsjeblieft even helpen..?
Het wegbenen dat een voortschuifelen is.

Ik was kwaad.
Hoe naïef het ook moge klinken: ik dacht dat het over was.
Ik dacht niet dat ik genezen was, ik wist echt nog wel dat ik MS had. Maar om de een of andere reden dacht ik na mijn laatste schub: dit was het. Het heftigste, het hele felle van het begin is er nu wel af, nu moet ik leren omgaan met de beperkingen die ik heb, leren omgaan met de dreiging van een zo grillige ziekte, leren omgaan met het vooruitzicht van een leven lang ziek.
Niet meer voortdurend actief ziek-zijn, maar juist weer gaan leven.
En het ging. Langzaam maar zeker ging het beter.
Ik sportte, ik fietste. Breidde mijn actieradius uit, meter voor meter veroverd. Werd zelfstandiger.
En zomaar ineens, zonder aanleiding, zonder stress of griep of warmte: zomaar ineens was daar weer een nieuwe schub gekomen.
Verraden, voelde ik me. Misschien door mijn lichaam of mijn ziekte, misschien ook gewoon door mijn eigen naiviteit.
Zeven maanden had ik keihard gewerkt om een enigszins normale conditie te krijgen, om wat evenwicht te krijgen in mijn dagen. Niets uitzonderlijks: gewoon een beetje structuur, een beetje balans.
En in één klap was dat nu weer allemaal teniet gedaan.
Zou dat mijn voorland zijn? Zou dit zijn zoals het zou gaan, de rest van mijn leven?
Inzinkingen en weer opbouwen - maar nooit boven de alledaagse structuur uitkomen? Nooit echt iets bereiken, nooit iets kunnen waarmaken van plannen en dromen? Alleen maar inhalen wat ik tijdens de dips ben kwijtgeraakt of misgelopen?

Ik huilde, huilde om alles. Om niets.
Vorige week zondag in de kerk. De dienst nog niet begonnen, alleen de eerste tonen van het eerste lied.
Geen treurig lied, geen ergerniswekkend blij lied. Gewoon, een lied.
En de tranen liepen, zomaar ineens; om de rest van de dienst, de rest van de zondag, het grootste deel van de maandag te blijven lopen.
Deken van somberheid, ook toen de duizeligheid langzaam wegtrok. De aanvallen minder werden. Ik zowaar wat minder sliep.

Maar ook de somberte trok weer wat op.

'Hoe gaat het?' - al deze weken durfde ik het alleen maar met 'Hm' te beantwoorden.
Een 'slecht' werd bevestigd met 'nog veel slechter', een 'iets beter' onmiddellijk afgestraft. Pas sinds afgelopen zondag durf ik weer heel voorzichtig te zeggen: 'ik geloof dat het aan de beterende hand is'.
Het is beslist nog niet goed, verre van. Het is ook veel te vroeg om te weten in hoeverre er restschade is.
Maar het herstel is begonnen.

Gisterochtend stond ik onder de douche.
Er zat zand in mijn stuk zeep. Kleine schurende korreltjes, zoals je na een dagje strand kan hebben.
Nou ben ik de laatste dagen niet in de buurt van het strand geweest, of zelfs maar de afgelopen vijf jaar, maar ach, details.
Na mijn linkerbeen mijn rechterbeen. Het zand was verdwenen.
Terug naar mijn linkerbeen. Hm. Het zand leek lokaal.
Nou ja, whatever.
Na het douchen ontbijt, in kleermakerzit op mijn bed. Mijn broek schuurde en deed pijn. Zeker wasverzachter vergeten. Even goed bewegen, de stof soepel maken, ging wel weg.

Ik zei al: soms kan ik verbazend naïef zijn.

Vanochtend leek mijn linkervoet strak ingezwachteld.
De huid aan de linkerkant van mijn lichaam was, van knie tot oksel, volkomen dof en pijnlijk.

Op naar de tweede schub van het jaar.
dinsdag 04 april
3 | 21:50 Over

Ik moet een stukje schrijven. Ik bedoel, een ècht stukje.
- Ach lief, dat moet ik al jaren..
Ja, nee, dat ook. Of nee: ik moet al jaren stoppen. Al sinds februari 2002. Tot februari was het nieuw, daarna was het alleen herhaling. Meer van hetzelfde.
- Het gaat niet om of het nieuw is, het gaat om hoe je het brengt. Je kan zeven dagen per week seks hebben, dat hoeft ook niet elke keer hetzelfde te zijn. Jouw log is als zeven dagen per week seks.
Ja. Compleet uitgewoond. 'Close your eyes and think of England', dat idee. Die arme lezers...
maandag 03 april
6 | 19:07 Warm

Ze was de moeder van een klasgenootje.
Ik geloof niet dat ik haar toen mocht, ik was zelfs een beetje bang voor haar. Strenge vrouw, koud en te chic. Mijn moeder ontkent dit, zij zegt dat ze nooit koud is geweest. 'Ontzettend triest, vooral. Maar een erg interessante vrouw, een vrouw die ik graag beter zou leren kennen', zegt ze - maar ik denk dat zeven jaar te jong is om gelaagdheid in mensen te herkennen, laat staan waarderen.

Sinds mijn afscheid van de lagere school had ik haar niet gezien, tot een paar jaar geleden, toen ze naar onze buurt was verhuisd. En pas vorige maand sprak ik haar even, gewoon bij de super.
Gezellig. Leuk. Aardige vrouw. Ze schrok van het bericht van mijn MS.

Vandaag zag ik haar weer. Zij de winkel uit, ik de winkel in. Kort babbeltje in het voorbijgaan: Hoe gaat het met je?
'Ja, wel goed', zei ik stoer. 'Net een stevige dip gehad, maar we komen er wel, het komt wel weer goed, hoor.'
Ze lachte me bemoedigend toe, zei iets als 'Hè kind', en dat was het weer.
Maar toen ik de winkel uitkwam liep ze naar me toe. Groot boeket, schitterende rozen.
'Ik zag deze, ik vond ze zo mooi, ik wou ze voor je kopen'.

Gelukkig maar dat mensen niet eeuwig zeven blijven.