- Volgend Archief

donderdag 29 juli
2 | 14:45 ‘Zo terug’

Ja, dat heet dan 'er is onverwachts iets tussengekomen'.

Na de douche bekeek ik mijn teen.
Mijn teen doet al dagen pijn, eigenlijk best wel heel veel pijn, maar ik zag er verder niets aan.

Eenmaal onder de douche vandaan bedacht ik me ineens dat ik nergens ooit iets aan zie.
Wegens maar 25% visus enzo. Details. Of eerder: juist geen details.

Nog afgezien van de 25% visus is een middelteen van een toch al niet zo bar grote voet vanaf 1 meter 75 hoogte natuurlijk sowieso niet goed te zien. Ook dat bedacht ik me pas vanochtend. Na al dagen best wel heel veel pijn.
(Hoe ik ooit door het gymnasium ben gekomen is me een raadsel. Aan mijn intelligentie zal ik het duidelijk niet te danken hebben)

Ik bracht mijn teen tot vlak bij mijn ogen, staarde, gooide teen en voet ver van me af en snelde naar de telefoon.

'Ja, met Puck. Mijn teen is ontstoken. Ik dacht dat hij alleen maar pijn deed, maar nu heb ik hem bekeken en hij is groen. En er komt pus uit.'.

Wat heb je er zelf al aan gedaan?
'Naar gekeken en van geschrokken.'

Wat blijkbaar een ontzettend geestig antwoord was, want de assistente kwam niet meer bij.
Maar een afspraak met de dokter zat er niet in.
Soda, was het sleutelwoord. Voetbadjes bij het leven. Dat zou de dokter ook adviseren, meer zou hij ook niet kunnen doen.

'Waar moet ik verder op letten, wanneer moet ik alarm slaan?'

Je hoeft helemaal geen alarm te slaan. Je gaat nu in de soda, alles komt goed.

Ja, dat snap ik. Ga ik ook doen. Maar als het niet goed komt. Wat zijn slechte signalen?

Als de koorts tot 39.8° stijgt.

Dat vond ik een zeer curieuze en enigszins sinistere opmerking.
De koorts. Niet: 'als je koorts krijgt', maar de koorts die ik blijkbaar nu al werd geacht te hebben. Groene pus-tenen geven koorts.
En dan die 39.8°. Waarom speciaal 39.8°? Wat gebeurt er, pathologisch fysiologisch chemisch of anderszins gezien, op de overgang van 39.7° en 39.8° dat onrustbarend is? Wat gaat er vervolgens nog misser tussen 39.8° en 39.9° dat er, vóór die overgang, aan de bel moet worden getrokken? Of dat er, na die overgang, wellicht niet meer aan de bel kán worden getrokken?

Koorts.
Pas toen ik had opgehangen begreep ik de implicaties van haar opmerking.
Ik dacht: die teen, die valt er gewoon af als het te bar wordt. Heel rustig, die geeft het gewoon op, laat het erbij zitten. Net zoals je een rotte plek van een appel er vaak zó uit kunt wippen, zo zal ik, als ik deze teen verwaarloos, op een ochtend het hele ding in mijn bed vinden. Zeer spijtig, zeer smerig vooral; hij zal gemist worden, maar een middelteen is geen essentieel lichaamsdeel.

Het woord 'koorts' deed me beseffen dat een teen geen appel is.
Of beter: dat een rotte plek in een appel, wipbaar of niet, nooit echt geisoleerd is. Die verspreidt zich.
Rotte tenen verspreiden zich, rotte tenen slaan naar binnen, veroorzaken bloedvergiftiging, met koorts en uiteindelijk de dood tot gevolg.
Net als bij Lully.

U begrijpt: er diende soda ingeslagen en in die soda geweekt te worden.
Doodswens of niet, ik wil niet rottend en koortsig gaan.
3 | 09:42 Tromgeroffel

Over naar andere zaken.

(Nee, nog steeds geen vervolg op mijn eerdere stukjes, over God en Verbod en Te Stelen Dekens)

Over naar andere inzichten, leukere inzichten.

Ik had een idee, namelijk. Een Plan, een Plan dat, nee heus, de wereld kan veranderen. Verbeteren. Een einde kan maken aan wereldwijde honger, en de net zo wereldwijde verspilling (zij het dat de honger voornamelijk in de Derde, en de verspilling in de Eerste Wereld plaatsheeft. Ook dat is oneerlijk verdeeld).

Luister en huiver!

(Wacht, eerst even douchen, zo terug)
§ | 09:38 Dream On

Ok. Experimentje.

Dit is allemaal nieuw voor mij, geen idee of het lukt. Of je een werkelijke openbaring gewoon grofweg kan negeren, het bestaan ontkennen. Doen alsof het nooit is gebeurd ('Het was gewoon een nachtmerrie'), omdat dat nou eenmaal beter uitkomt.

Spannend, spannend.
Als u het antwoord al weet: niet verklappen. Ik heb al een vermoeden, namelijk, en ik ontken graag nog even.
De ontkenning ontkend. Hmz...

(Diep, man!)
§ | 03:27 Ik zie ik zie wat jij niet ziet

Juist. Heel fijn.
De eerste echte Aha-Erlebnis in mijn leven, en die moet uitgerekend nu komen, op dit uur van de ‘dag’.
En dan geen klein erlebnisje, om er even in te komen, maar earth-shattering ingrijpend. Alsof ik mijn hele leven Aha-Erlebnissen heb opgekropt en ze er nu als één gigant uitkomen. Aha-obstipatie.
En ook niet eens een leuke, van het soort: 'AHA! Dus als ik dat doe wordt mijn leven mooi en fijn en gezellig, met cake en gebak en een eigen kasteel (prins inbegrepen)!
Nee, meer van het soort dat je alleen nog Aha kunt mompelen, kreunen, en denkt: dit was het dan. Niets heeft nu meer zin, ik kan net zo goed nu met pyjama en al uit het raam springen.

Godsamme.
Ik vervloek de dag dat ik morde en mopperde: 'ik heb nooit een Aha-Erlebnis'.

(Ik heb - of had - ze echt nooit. Ik heb nooit werkelijke openbaringen; geen inzichten in de klassieke zin van het woord. Wel in de letterlijke zin: ik zie in. Ik kijk naar binnen en zie; bestudeer, observeer, analyseer, beredeneer. Náár binnen, nooit van binnenuit. Losgekoppeld van mezelf en de conclusie. Het geziene is niet van mij en over mij, en in die zin nooit toepasbaar en zinvol. Geen Aha-Erlebnis, hooguit een AchJa-Erlebnis, of OhJa. OhJee, op zijn tijd. Nooit meer dan dat. Wat rijkelijk storend is, als je leven zo'n puinzooi is)
dinsdag 27 juli
§ | 08:57 Too little, too late

'Misschien wist je dat al, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat de boosters voor [sic.] tetanus eigenlijk helemaal niet nodig zijn, als je als kind het reguliere vaccinatie-programma volledig hebt doorlopen'.

Aldus kabbelde en babbelde de arts gemoedelijk voort, zittend op de rand van mijn bed, waaraan hij was geroepen omdat mijn MS nogal overspannen had gereageerd op de enige dagen eerder ontvangen tetanus-injectie.

Nee, leukerd, het moge duidelijk zijn dat ik dat niet wist...!
zondag 25 juli
1 | 23:08 Categorie

Suggesties

U heeft gezocht op: "dead babies"

Was u misschien op zoek naar de categorie Baby & peuter?

Heh.
zondag 18 juli
§ | 23:21 Vergeef ons onze schuld

Gebed van de Zondag:
Gij, die een vriend
en een toevlucht zijt,
Gij pleit voor allen die U zieken.

Typfout of niet: ik vind het eigenlijk heel wat nobeler om te pleiten voor mensen die je zitten te zieken, dan voor mensen die je zoeken....
woensdag 14 juli
1 | 22:21 Intermezzo

Omdat de plaatselijke Super het huismerk-waspoeder uit de handel heeft genomen moest ik naar de niet-zo-plaatselijke Super.
De niet-zo-plaatseiljke Super blijkt ranzigheid ten top. Letterlijk alles wat ik tegenkwam was verrot of beschimmeld.
Het enige doosje frambozen dat er eetbaar en zelfs zeer aantrekkelijk uitzag, en wat ik dus dadelijk onder mijn hoede nam, werd vervolgens door de kassajuf met grote vadsige vingers fijngeknepen. Ja, ik weet het, dat is geen aardige omschrijving: vadsige vingers. Maar het was een zeer onaangename, vervelende, botte kassajuf. Nog afgezien van haar frambozen-mishandeling. Dan neem ik ook geen blad voor de mond.
Dat het waspoeder uit de handel is, bleek god zij dank een grove leugen. De verpakking is veranderd, da’s al.

Op de terugweg kwam ik een klein jongetje op een loopfietsje tegen.
‘Mijn voeten zijn nat.’, zei hij tegen zijn vader. Het was geen klacht; eerder een beschouwing, een vaststelling. Het klonk vrij aandoenlijk.

Eenmaal thuis bij huis bleek ik mijn sleutels te zijn vergeten.
Aanbellen was geen oplossing: vader was niet thuis. Om acht uur ’s avonds.
Moeder opgebeld: ‘mam, mijn sleutels liggen binnen en papa is niet thuis; kan jij me tegemoet fietsen met jouw sleutels, ik ben te moe om helemaal naar jou toe te komen.’
‘Maar als papa niet opendoet ligt hij misschien ergens dood in huis!’
‘Dan nog heb ik sleutels nodig om binnen te komen.’
(Ik kan soms verbazend praktisch en hands-on zijn. Verontrustend praktisch, eigenlijk).

Eenmaal thuis bleken de sleutels niet vergeten, maar kwijt. Door en door kwijt.
Eerder deze week raakte ik al een zakje kauwgom en een CD-stift kwijt; ik had gehoopt dat ze met zijn allen in een soort alternate universe zouden zitten. Dan had ik alleen maar de toegang daartoe hoeven vinden, en had ik alles in één keer terug gehad. Maar zoekend naar sleutels vond ik, onder bed en kast, mijn kauwgom en stift. Wat de theorie van de alternate universe minder plausibel maakte. En hoe blij ik ook was met de terugkeer van voornoemde voorwerpen, een sleutelbos is toch handiger.

Om halfnegen kwam mijn vader eindelijk thuis.
(Dróóg. Om onduidelijke en vooral weinige eerlijke redenen wordt mijn vader helemaal nooit nat. There’s no justice)

‘Jij ziet geel. Waarom zie jij geel?’
‘Ik voel me ook geel’.
Waarop hij verlegen-trots lachte, alsof hij een ontzettend leuk grapje had bedacht.
Ik daarentegen raakte onmiddellijk in blinde paniek.
Oh mijn god, hij zal toch niet weer....!
(deze zin zult u kunnen plaatsen, t.z.t., als ik u over enige maanden eindelijk de wederwaardigheden van de afgelopen maanden uit de doeken zal hebben gedaan.)
‘Als je weer ziek wordt draai ik je je nek om’.
‘Dat kan jij niet’.
‘Ha! Moet jij zien.’
‘Dat kan je niet, moreel gezien.’
‘Ha! Moet jij zien!’
Mijn vader onderschat mijn complete gebrek aan moraal. Ik draai mijn hand niet om voor het omdraaien van nekken, zeker niet als daar een zo duidelijke reden en noodzaak voor is.

Even later: ‘heb jij nog lang nodig in de keuken? Ik wil ook eten. Ik moet weer op krachten komen. Ik ben helemaal verzwakt.’
(enige pathos is mijn vader niet vreemd)
En nog later, in het voorbijgaan in de gang: ‘er zat vergif in de thee’.
Grafstem, dit keer.
‘Pardon??’
‘Bij de detective. Op Nederland 1’

Christus. Hij doet het erom.

Hoe dan ook.
Sinds ik me in het noodweer heb gewaagd is het gestopt met regenen.
Ik zie een verband.
Ik heb de zon teruggebracht, in de wereld en in de harten van alle mensen!
Ik ben zelf een beetje God!

(...)

Oh, en de sleutels zijn terecht.
In mijn tas. Heel gewoon, in mijn tas. In het Verkeerde Vakje van mijn tas - niet te verwarren met het Verkeerde Zakje van een spijkerbroek, waarin je makkelijk een briefje van tien of een ring kan kwijtraken, maar waar een hele sleutelbos toch snel opvalt.
Het Verkeerde Vakje van een tas is klein en verstopt genoeg om een sleutelbos in zijn hoorbaar rinkelen te beperken, dus het is heus niet mijn schuld dat ik hem daarin niet direct heb gevonden en mijn moeder voor niets heb laten rijden.
Niettemin. Niet aan haar vertellen. Ze vilt me.

Bovendien, ze heeft het al zwaar genoeg.
Zojuist belde ik haar op, om haar het heuglijke nieuws te brengen dat zowel sleutelbos als vader terecht was.
Waarmee ze erg blij was, totdat:
‘Wacht even Puck, mijn buurman is zelfmoord aan het plegen in mijn tuin’
???

Haar buurman trachtte ladderloos via haar tuin zijn eigen balkon te bereiken.
Omdat hij zijn sleutels was vergeten..
1 | 18:55 Textiel enzo

Het begon ermee dat er een beest op mijn borst zat.
Weken, bijna maanden geleden inmiddels.
Een groot, zwaar beest. Het deed verder niets; het zat er alleen. Maar zijn aanwezigheid was even beklemmend als benauwend, en in dat opzicht vrij beangstigend.
Het was een warme dag, dat weet ik nog; en toen dit gebeuren nog vers-van-de-pers was, was dat nieuws. Dat waren de dagen dat de lente niet wilde doorbreken, tot diep in mei in winterjas. Maar nu was het warm, heel warm, en ik had geen jas aan.

Ah wacht. Daar komt de clou van mijn verhaal ook direct bij me terug.
De plot.
Want: het begon helemaal niet met het beest op mijn borst. Het begon ermee dat ik een deken wilde. Een ziekenhuisdeken, wel te verstaan.
Niet die nieuwe dingen, de slappe theezakjes die voor dekbedden moeten doorgaan. Die zijn waardeloos. Nee: hun voorgangers. Lichtgeel katoenen lappen met een wafelpatroon. Ja, ok, mooi zijn ze niet. De nieuwe 'dekbedden' zijn leuk en fris en kleurrijk. Maar de nieuwe zijn koud en licht, en de oude zijn koud en loodzwaar. (Waarom ziekenhuizen je zo graag onder koude dekens willen leggen is me een raadsel. Het zou heel wat in stookkosten schelen als ze wat meer zorg aan hun bedtextiel zouden besteden. Stukken economischer. Maar dat terzijde)
Koud en loodzwaar, dus; en dat moest ik hebben.

Al jaren had ik mijn oog op die dingen. Zodra ik mijn eerste MS-voet in een ziekenhuis zette wist ik: jou moet ik hebben.
Ik slaap de halve dag, en overdag slapen lukt me alleen maar onder iets dat me letterlijk in slaap duwt, zonder me oververhit en plakkerig te maken. De fleece wanproducten die her en der worden aangeboden zijn in die zin dus volkomen tegengesteld in karakter: zo licht dat je ze nauwelijks voelt, totdat je snoeiheet en door en door gaar gekookt wakker wordt.
De ziekenhuisdekens zijn, als gezegd, ijskoud en wegen een ton. 'Hebben!', was het credo.
Nou had dat geen probleem moeten zijn. Ton of niet, zo groot zijn ze niet; ik kon er bij elk willekeurig bezoek zo één meesmokkelen.
Het probleem was dat het credo behalve 'hebben' ook was: credo.
Ik had God gevonden, en dat had mijn leven hopeloos gecompliceerd.

God en Zijn regen niettegenstaande: ik realiseer me ineens dat ik waspoeder nodig heb.
Nee heus. Nee, ik wil echt niet van u af - nou ja: een beetje, misschien, maar ik heb echt waspoeder nodig.
Wellicht tot ziens, blijft u lekker aan mijn cliff hangen.
1 | 18:23 Begin

Nou ja, als we hier dan toch staan te schuilen kan ik misschien even.... maar zodra het ophoudt met regenen ga ik ervandoor, al zit ik middenin een zin!

Waar zal ik eens beginnen.
Ja, met hoe het gaat, wat er gaande is.
Maar da's niet zo makkelijk uit te leggen.

Het punt is: de achtergrond van niets is alles.
Het gaat niet, er is niets gaande, maar oh boy... alles is....

Alles is moeilijk, vooral. Dat is de beste samenvatting.
Niet omdat er nou zoveel slechts gebeurt, maar al het simpele, al het klein-beetje-gecompliceerde, dat valt zo zwaar en zo moeilijk, omdat de achtergronden zo vreselijk-wél-gecompliceerd zijn.

Het gaat almaar harder regenen, geen enkel excuus om niet verder te schrijven. Geen vluchtmogelijkheid. We zijn tot elkaar veroordeeld, samen onder dit afdakje. Totdat de aanwezigheid van de ander zo benauwend wordt dat we het verkiezen ons te laten doorweken, maar dat zal een klap in het gezicht zijn. Op geen enkele manier is 'het gaat wel, het wordt al wat minder' op dit moment geloofwaardig. Nu weg gaan is een duidelijke boodschap: liever nat dan bij u zijn.

Ik had een stukje in mijn hoofd zitten. Drie stukjes.
Dat schreef ik eerder al.
De drie stukjes zijn vervlogen, hebben alleen losse flarden van gedachten achtergelaten.

Openingszin: 'Het begon ermee dat er een beest op mijn borst zat'.

En toen..... tsja.... zullen we zien waar het schip strandt..?

(zou ironisch zijn: zoveel water, en dan een strandend schip)
1 | 18:09 Regen regen regen

Ik verveel me!!

(Oh, juist. Mooi is dat. 'Ze verveelt zich' - en dan zijn we ineens wèl goed genoeg. Weken blijft ze weg, en nu moeten we weer luisteren. Pff. Je kan me wat!)

En gelijk heeft u.