Vorig Archief - Volgend Archief

donderdag 20 oktober
5 | 13:33 Moedertaal


Bij de nieuwe woning hoort, behalve voornoemd buurjongetje, ook een kinderboerderij.
En bij de kinderboerderij hoort een koe.
Het is die koe waarom ik me wat zorgen maak. Of eerder: het kind van de koe.

Punt is: de koe heeft een spraakgebrek.
Ze kan niet loeien. Als ze een poging tot loeien doet, komt er niets anders uit dan een diep gebrom.
Op slechte dagen klinkt het als een mobieltje op trilstand, die liggend op een tafel afgaat. U wilt niet weten hoe vaak ik, mijn eerste weken hier, ten onrechte en (dus) onverrichterzake naar mijn telefoon heb gegrepen.

Nou is een spraakgebrek op zichzelf niet zo erg.
Het gaat om wat voor koe je vanbinnen bent, tenslotte.
En van wat ik er tot nog toe van heb gezien, heeft ze een aardige, kalme, liefhebbende persoonlijkheid. Hooguit iets tè liefhebbend: haar kind nadert inmiddels de puberteit, maar zie ik nog zeer regelmatig urenlang tegen Moeders aan liggen, terwijl die laatste kindlief van top tot teen likt. Schattig, dat zeker, maar er komt toch een tijd dat zo'n kind op eigen benen moet.
Maar misschien is dat projectie van mijn kant, en pure jaloezie...

Afijn.
Dat is niet de reden dat ik me zorgen maak om het kind.
Het is het spraakgebrek.
Ik vrees een tweede Nell.

Voor wie het niet meer zo goed weet: Nells moeder had een beroerte gehad, en omdat Nell nooit met iemand anders dan met haar moeder contact had gehad, had ze de beroerte-spraak overgenomen.
En de mini-koe van hiernaast, die heeft ook geen peergroup, geen mede-koeien, anders dan haar moeder.
Niemand die haar kan corrigeren, niemand van wie ze anders kan leren.

Ik weet het, ik zei net: 'het gaat om de koe die je van binnen bent'.
Maar onze kinderboerderij is te klein voor twee koeien.
Er komt een dag dat de mini-koe van huis moet, naar een nieuwe boerderij.
En ik ben zo bang dat, als daar wèl andere koeien zijn, ze wordt verstoten. Omdat ze de taal niet spreekt, en die koeien minder tolerant zijn dan ik.

Want laten we eerlijk zijn: hoe lang red je het in deze boze, harde samenleving, als je als koe als een sidderende Nokia klinkt...?
dinsdag 18 oktober
2 | 23:39 Temperament

Bij de nieuwe woning hoort een buurjungetje.
Nou ja, een horde buurjongetjes - maar die zijn voor dit verhaal niet relevant.
Het buurjongetje om wie het nu draait is zes, en woont recht boven me.

Zes is een verwarrende leeftijd.
Beslist geen kleuter meer, maar ook lichtjaren verwijderd van de pre-teens die sommige acht-jarigen al zijn.

En dus heeft dit eigenwijze stoere mannetje met zijn al half gewisselde melkgebit ineens klassieke, zeer kinderlijke temper tantrums.

Halftwaalf is het, en al anderhalf uur is hij aan het brullen, gillen, schreeuwen, huilen, slaan en trappen. Steeds hysterischer, benauwder; met steeds meer hikken en uithalen.

En ik, ik ben ook op een verwarrende leeftijd. Of was dat eigenlijk altijd al.

Mijn verstandelijke leeftijd begrijpt en voelt mee met de ouders: hun machteloosheid, vermoeidheid; ongetwijfeld irritatie, vermoedelijk ook ongerustheid over hun imago, het 'wat moeten de buren wel niet denken'. Ik begrijp ook die buren: hùn irritatie en vermoeidheid, hun woede om de verstoorde rust. Wellicht onbegrip, 'kunnen ze die jongen niet in de hand houden, beter opvoeden'.

Mijn emotionele leeftijd daarentegen, die ligt het dichtst bij het buurkind zelf.
Het is nog maar heel kort - verontrustend kort - geleden, dat ik zelf ook zo tekeer ging.
Dat buren om mij klaagden, opbelden, aanbelden; op de voordeur bonkten. Met de politie dreigden.

Ik zal niet gaan klagen.
Ik voel de onmacht van de ouders.
Maar meer dan wat ook voel ik de wanhoop bij het jongetje zelf. Ik herken het, herinner het me, voel het mee, tot in elke vezel van mijn lijf.
Het ergste lawaai, dat is wat de herkenning bij mij teweeg brengt.